Minister Harish Monorath van Justitie en Politie kondigt aan dat de regelgeving rond getinteautoruiten binnenkort strakker en transparanter zal worden geregeld. In een gesprek metStarnieuws legt hij uit dat er een duidelijke wettelijke basis moet komen voor zowel deprocedures rond ontheffingen als het tarief dat hiervoor zal gelden. Huidige situatie De regels over getinte ruiten zijn vastgelegd in het Rijbesluit 1957 (laatst gewijzigd in 2025).Hierin staat: Voorruit: minimaal 75% lichtdoorlaatbaarheid, met een tintstrook van maximaal 20 cm(5%). Zijruiten voor: minimaal 20% lichtdoorlaatbaarheid. Zijruiten achter en achterruit: minimaal 5% lichtdoorlaatbaarheid. Wettelijk is alleen een beperkte groep vrijgesteld van deze bepalingen: de president,vicepresident, ministers en DNA-leden. Daarnaast kan de minister ontheffing verlenen voorvoertuigen die aantoonbaar speciaal zijn ingericht, zoals ambulances, waardetransport enmedicijnentransport. Ook kan dit in uitzonderlijke gevallen om gezondheidsredenen, mits er eenverklaring is van een erkend medisch specialist. Procedure voor ontheffing In de praktijk verloopt de aanvraag via de Afdeling Documentatie en Informatievoorziening vanhet ministerie. Juristen beoordelen vervolgens of het verzoek voldoet aan de formele vereisten.Een aanvraag moet onder meer bevatten: een gemotiveerd verzoekschrift; kopie van rijbewijs, keuringsbewijs en verzekeringsbewijs; bij medische gronden: een verklaring van een erkend specialist. De ontheffing wordt uiteindelijk door de minister verleend, onder voorwaarden en voormaximaal 24 maanden. Strenger beleid in voorbereiding Minister Monorath wil de regels aanscherpen om misbruik van ontheffingen te voorkomen.Volgens hem zullen in de toekomst alleen voertuigen die aantoonbaar speciaal zijn ingericht voorhun functie – zoals medicijn- of geldtransport – in aanmerking komen. Daarnaast wordt gewerktaan de invoering van een vast tarief voor aanvragen, als administratieve vergoeding. Monorath benadrukt dat het doel van dit aangescherpte beleid is om de verkeersveiligheid tevergroten en de rechtsgelijkheid te waarborgen. Eerdere aanscherpingen in 2016 waren albedoeld om het grote aantal verleende ontheffingen terug te dringen.
Inflatie in juli op 10%: gezondheidszorg springt eruit
Volgens voorlopige cijfers van het Algemeen Bureau voor de Statistiek (ABS) zijn deconsumentenprijzen in juli 2025 met gemiddeld 2,0 procent gestegen ten opzichte van juni.Vergeleken met juli 2024 komt de jaarinflatie uit op 10,0 procent. Het ABS verzamelt maandelijks prijsgegevens bij ongeveer 630 meetpunten in Paramaribo,Wanica, Nickerie, Saramacca, Coronie, Commewijne en Para. Het pakket omvat 316 goederenen diensten die representatief zijn voor huishoudelijk gebruik. Uit de cijfers blijkt dat vooral de prijzen voor gezondheidszorg, transport en kinderkleding sterkzijn gestegen, terwijl groenten en fruit juist goedkoper werden. Gezondheidszorg: +60% (jaar-op-jaar) Kinderschoeisel en -kleding: +13% tot +17% Transportdiensten: +12,8% Groenten en fruit: -7,8% Het ABS merkt op dat individuele producten grote prijsbewegingen laten zien: in juli varieerdendeze van -64% tot +162%. Over de langere periode augustus 2023 – juli 2025 liep de spreidingzelfs uiteen van -66% tot +459%. De Consumentenprijsindex (CPI) geeft de gemiddelde prijsverandering weer van een vast pakketgoederen en diensten. Het ABS benadrukt dat dit niet hetzelfde is als de daadwerkelijke kostenvan levensonderhoud, omdat factoren zoals substituties (het vervangen van dure producten doorgoedkopere alternatieven) buiten beschouwing blijven.
Venezuela versterkt kustverdediging na komst Amerikaanse oorlogsschepen
De spanningen tussen Venezuela en de Verenigde Staten lopen verder op nu Washingtonoorlogsschepen en een nucleaire aanvalsonderzeeër naar het Caribisch gebied heeft gestuurd. DeVenezolaanse minister van Defensie, Vladimir Padrino, kondigde dinsdag aan dat militairevaartuigen en drones zullen worden ingezet om de kustlijn te patrouilleren. Amerikaanse militaire druk Vorige week stuurde de VS een amfibisch squadron van drie oorlogsschepen met in totaal 4.500militairen, waaronder 2.200 mariniers, naar de Venezolaanse kust. Kort daarop werden nog eenseen kruiser met geleide raketten en een nucleair aangedreven aanvalsonderzeeër toegevoegd.Washington zegt hiermee de strijd tegen Latijns-Amerikaanse drugskartels te intensiveren. De inzet volgde op zware beschuldigingen van de Amerikaanse president Donald Trump dat zijnVenezolaanse ambtgenoot Nicolás Maduro betrokken zou zijn bij cocaïnehandel ensamenwerking met het zogeheten Cartel de los Soles. De VS verhoogden de beloning voor dearrestatie of vervolging van Maduro van 25 naar 50 miljoen dollar en stelden ook een beloningvan 25 miljoen dollar in voor de Venezolaanse minister van Binnenlandse Zaken, DiosdadoCabello. Reactie Caracas President Maduro ontkent de beschuldigingen en spreekt van een poging van de VS om eenregimewisseling te forceren. Hij wees erop dat Venezuela, in tegenstelling tot buurlandColombia, geen cocaïne produceert. Tegelijk mobiliseerde hij honderdduizenden leden van devolksmilities en stuurde circa 15.000 soldaten naar de grens met Colombia om criminele groepenaan te pakken. Defensieminister Padrino meldde dinsdag ook dat Venezolaanse troepen in het noordoosten vanhet land scheepswerven hebben ontmanteld, waar boten zouden worden gebouwd voordrugstransport naar Europa en Noord-Amerika. Diplomatieke escalatie De Venezolaanse missie bij de Verenigde Naties stuurde een brief waarin de aanwezigheid vanAmerikaanse oorlogsschepen wordt veroordeeld als een “ernstige bedreiging voor de regionalevrede en veiligheid.” De komst van een nucleaire onderzeeër noemde Caracas een“intimidatiedaad.” Daarbij vroeg Venezuela garanties dat Washington geen kernwapens in deregio zal inzetten. Analisten temperen zorgen Hoewel de militaire opbouw de spanningen zichtbaar vergroot, achten analisten de kans op eendirecte Amerikaanse aanval klein. Volgens Phil Gunson van de International Crisis Group is deinzet vooral bedoeld om druk uit te oefenen en angst te zaaien binnen de Venezolaanse regering,zodat Maduro mogelijk tot onderhandelingen wordt gedwongen.
Personeelsbond Havenbeheer in hoger beroep tegen benoeming Reshma Mangre
De Bond van Personeel bij Havenbeheer (BPHB) legt zich niet neer bij het vonnis van dekantonrechter in de zaak rond de benoeming van voormalig VHP-parlementariër ReshmaMangre tot onderdirecteur Commercial Affairs bij NV Havenbeheer. De rechter wees de eis vande bond af om de directie te verbieden Mangre in dienst te nemen, omdat zij volgens het vonnisal op 1 mei 2025 officieel was benoemd. De bond spande pas op 6 mei een rechtszaak aan. Volgens voorzitter Eric Feller is het besluit van de rechter onbegrijpelijk en onrechtvaardig. “Wijgaan daarom in hoger beroep. Het vonnis klopt niet, omdat de directie pas op 3 mei een internememo rondstuurde over de benoeming. Officiële documenten zijn ons nooit overhandigd,” steltFeller tegenover Starnieuws. De bond had al eerder schriftelijk bezwaar gemaakt. Op 28 januari en opnieuw op 4 februari2025 wees de BPHB de directie erop dat benoemingsprocedures niet waren gevolgd. Toch kwamer geen reactie. Uit brieven en notulen blijkt dat algemeen directeur Andreas Talea in de eerstemaanden van het jaar al verwees naar de goedkeuring van Mangre’s voordracht door deAlgemene Vergadering van Aandeelhouders en de Raad van Ministers. Feller benadrukt dat de directie en de Raad van Commissarissen (RvC) formeel welvoordrachten mogen doen, maar dat er een rechtsgeldige cao bestaat waarin staat dat bijbenoemingen interne kandidaten voorrang hebben en de bond moet worden betrokken.“Doorstroming van personeel wordt nu genegeerd,” aldus Feller. Daarnaast wijst hij erop dat de functie van onderdirecteur Commercial Affairs nooit eerderbestond binnen Havenbeheer. “Die functie is speciaal gecreëerd voor mevrouw Mangre.Bovendien zijn er al zeven tot acht managers bij een bedrijf met niet meer dan tweehonderdwerknemers. Als er echt behoefte was, had dit intern ingevuld kunnen worden,” zegt hij. Volgensde bond lijkt het te gaan om een politieke benoeming. De BPHB beraadt zich op verdere stappen en gaat in hoger beroep tegen het vonnis. Ondertussenblijft de bond aandringen op openheid van zaken en naleving van de cao-procedures.
Isan Corinde: Van persoonlijke strijd naar internationale kledinglijn Afrohead
De Surinaamse kunstenaar en modeontwerper Isan Corinde vertelt in een openhartig gesprek metSuriname Herald hoe zijn jeugd, opvoeding en persoonlijke strijd met vooroordelen heminspireerden tot de oprichting van zijn kledinglijn Afrohead. Wat begon als een persoonlijkebelofte, groeide uit tot een artistiek en sociaal platform met internationale impact. Jeugd en inspiratie Een deel van zijn jeugd bracht Corinde door in Bronsweg, Brokopondo, waar hij bij zijn oma Inalangs de Afobakaweg woonde. “We hadden het niet breed. Ik had vaak maar één T-shirt om naschool te dragen. Juist daardoor beloofde ik mezelf dat ik later iets met kleding zou doen.” Zijn oma drukte hem bovendien op het hart dat hij na zijn studie moest terugkeren naar zijngeboortedorp om daar verschil te maken. Die boodschap bleef hem altijd bij. Op school kreeg Corinde te maken met strikte regels en vooroordelen. “Lang haar werdverboden. Leraren zeiden dat je er dan uitzag als een crimineel en nooit werk zou krijgen. Maardiep vanbinnen wilde ik mijn afrohaar laten groeien. Toen ik mijn diploma haalde, wist ik: ditlaat ik me niet meer afnemen.” Dat moment van persoonlijke vrijheid werd uiteindelijk de basisvoor Afrohead, zijn kledinglijn en webshop .
Unicef slaat alarm: 130.000 kinderen vast in belegerde stad El-Fasher
De VN-kinderrechtenorganisatie Unicef heeft de paramilitaire groepering Rapid Support Forces(RSF) dringend opgeroepen om humanitaire hulp toe te laten tot de zwaar belegerde stad El-Fasher in de Soedanese regio Darfur. Volgens Unicef kampen ruim 6000 kinderen met acuteondervoeding, waarvan velen dreigen te overlijden zonder gespecialiseerde behandeling. Intotaal zitten zo’n 130.000 kinderen vast in de stad. Stad al 500 dagen belegerd El-Fasher wordt inmiddels meer dan 500 dagen belegerd. Van de oorspronkelijke bevolking zijnruim 600.000 mensen ontheemd, terwijl de resterende 260.000 burgers in uitzichtlozeomstandigheden leven. “Ondervoeding, ziekte en geweld eisen dagelijks levens van kinderen,”aldus Unicef. Directeur Catherine Russell spreekt van een mensonterende situatie: “We zijn getuige van eenverschrikkelijke tragedie: kinderen in El-Fasher lijden honger terwijl de levensreddendevoedingshulp van Unicef wordt geblokkeerd.” De RSF heeft alle toevoerwegen naar de stad afgesloten. El-Fasher is de laatste stad in Darfur dienog niet onder hun controle staat. Doden bij aanvallen en hongersnood Eerder deze week kwamen meldingen binnen dat zeven kinderen om het leven kwamen bij eenaanval op een vluchtelingenkamp net buiten de stad. De crisis in Soedan is al langer nijpend. De VN-voedselwaakhond IPC riep vorig jaar opverschillende plekken in het land officieel een hongersnood uit. Volgens de VN enhulporganisaties gaat het om de grootste humanitaire crisis ter wereld. Escalatie van geweld De oorlog in Soedan begon in april 2023, toen een machtsstrijd uitbrak tussen het nationale legeren de RSF. Hoewel het regeringsleger de afgelopen maanden terrein won, beheersen de RSF-strijders nog steeds grote delen van het land. De gevolgen zijn catastrofaal: ruim 14 miljoen Soedanezen zijn ontheemd en minstenstienduizenden zijn gedood. In april dit jaar vielen bij een aanval op het vluchtelingenkampZamzam meer dan 1500 burgerslachtoffers. Volgens ooggetuigen voerde de RSF daar massa-executies uit, stichtten ze branden en ontvoerden ze vooral vrouwen. Toename vermisten Ook het Rode Kruis luidt de noodklok. De organisatie meldde dat het aantal vermisten op hetAfrikaanse continent sterk is gestegen, vooral door de oorlog in Soedan. In 2024 kreeg deopsporingsdienst van het Rode Kruis meer dan 7700 verzoeken die verband houden met hetconflict – een stijging van 52 procent ten opzichte van het jaar ervoor.
Suriname houdt afstand van Verkiezingen in Guyana, maar volgt ontwikkelingennauwlettend
Minister Melvin Bouva van Buitenlandse Zaken en Internationale Samenwerking (BIS)benadrukt dat Suriname zich niet mengt in het verkiezingsproces van buurland Guyana. Inaanloop naar de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM) verklaarde hij dat defocus van de Surinaamse regering ligt op de binnenlandse politieke agenda. “Er is geen sprake van inmenging in het verkiezingsgebeuren van Guyana,” aldus ministerBouva. Wel volgt Suriname de ontwikkelingen in het buurland met grote belangstelling. Eenvertegenwoordiger van het ministerie van Buitenlandse Zaken maakt bovendien deel uit van dewaarnemingsmissie van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), die toeziet op een eerlijkverloop van de verkiezingen. De minister sprak de hoop uit dat de verkiezingen in Guyana ordelijk en democratisch zullenverlopen, “zoals ook in Suriname het geval is geweest.”
Surinaamse keuken publiekslieveling op Carifesta XV in Barbados
De Surinaamse keuken trekt tijdens Carifesta XV in Barbados veel bekijks. Bij de Surinaamsestand, bemand door cateringbedrijf Symbiosis, staan dagelijks lange rijen van bezoekers diespeciaal voor het eten komen. Al vanaf zaterdag wachtten festivalgangers op Surinaams eten, maar doordat de organisatie vanCarifesta laat was met het opzetten van de Foodmarket, konden de koks pas op zondag starten.Binnen twee uur was het volledige menu uitverkocht. Een menu vol Surinaamse smaken Op de kaart staan typische gerechten als bami, moksi alesi, pom, pastei, saté, bakabana, viadoeen gemberbier. Het brede aanbod weerspiegelt de rijke culturele smeltkroes van de Surinaamsekeuken. Een bezoeker uit Trinidad & Tobago vertelt glimlachend: “Ik heb speciaal gewacht op deSurinamers voor het eten. In 2013, toen Carifesta in Suriname was, heb ik het al geproefd. Voornu laat ik het eten van mijn eigen land staan.” Hij begon met een broodje trie, maar keerde evenlater terug voor een stevige portie moksi alesi. Groot succes op Carifesta De Foodmarket, die plaatsvindt naast de Grand Market in Waterford, Bridgetown, maakt deel uitvan het bruisende Carifesta-festijn dat tot en met 31 augustus wordt gehouden. De populariteitvan de Surinaamse stand onderstreept opnieuw de internationale aantrekkingskracht vanSurinaams eten.
Suriname en WWF versterken samenwerking voor duurzame visserij
Het World Wildlife Fund (WWF) en Suriname hebben hun samenwerking geïntensiveerd om destrijd tegen illegale, ongemelde en ongereguleerde visserij (IUU) te versterken en de duurzameontwikkeling van de visserijsector te bevorderen. Tijdens recent overleg tussen minister MikeNoersalim van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) en vertegenwoordigers van WWF Guianaskwamen ook duurzaam bosbeheer en biodiversiteit aan bod. Minister Noersalim onderstreepte dat de bijdrage van internationale partners belangrijk is, maardat LVV de regierol behoudt. “De inbreng van onze partners is waardevol, maar het ministerieis eindverantwoordelijk voor coördinatie en uitvoering. Alleen door samenwerking metvisserscollectieven en andere actoren kunnen we effectief beleid voeren,” aldus de minister. Om de samenhang in de sector te vergroten organiseert LVV binnenkort een informatief gesprekmet visserscollectieven. Dit moet leiden tot efficiëntere samenwerking en betere naleving van deregels rond duurzame visserij. WWF ondersteunt hierbij met technische expertise en monitoring,terwijl LVV zich richt op beleidsontwikkeling en handhaving. Met deze versterkte samenwerking willen LVV en WWF de basis leggen voor een toekomstwaarin duurzame ontwikkeling en voedselzekerheid hand in hand gaan. De gezamenlijkeinspanningen richten zich op het beschermen van Surinames natuurlijke rijkdommen én hetversterken van lokale gemeenschappen, zodat de hele samenleving meeprofiteert.
Ministerie van RO start opleidingstraject voor nieuwe districtscommissarissen
Het ministerie van Regionale Ontwikkeling (RO) is gestart met een uitgebreid scholingstrajectom nieuwe districtscommissarissen (dc’s) voor te bereiden op hun functie. De eerste trainingsdagvond gisteren plaats in het Lalla Rookh-gebouw en stond in het teken van “Juridischegrondslagen van decentralisatie en de rol van de districtscommissaris.” Het traject bestaat uit meerdere modules die zijn gericht op het versterken van kennis envaardigheden. Deelnemers krijgen onder meer inzicht in de juridische en wettelijke kaders, deWet Regionale Organen, leiderschap en de betekenis van decentralisatie. Daarnaast wordenpraktijkgerichte sessies georganiseerd, waarbij ervaren districtscommissarissen hun kennis enervaringen delen. De opleiding duurt vijf tot zes maanden. In deze periode komen de deelnemers twee tot driedagen per week bijeen. Van hen wordt actieve participatie verwacht, zodat de opgedane kennisdirect kan worden gekoppeld aan de praktijk. Met dit scholingstraject wil het ministerie de toekomstige districtscommissarissen beter toerustenom hun taken en verantwoordelijkheden effectief uit te voeren. Het programma moet bijdragenaan een professioneel en goed geïnformeerd bestuur op districtsniveau.