Het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) heeft gereageerd op de recente uitlatingen van juristJennifer van Dijk-Silos over de toepassing van artikel 137 van de Kiesregeling. In een verklaringstelt het OKB dat de door Van Dijk-Silos gepresenteerde interpretatie niet strookt met dewettelijke opbouw en bedoeling van de Kiesregeling, en dat deze tot onwettige handelingen zoukunnen leiden binnen het verkiezingsproces. Aanleiding voor de discussie is het overlijden van NDP-kandidaat Edward Belfort voorafgaandaan de verkiezingsdag. Van Dijk-Silos bepleitte in een eerdere bijdrage dat artikel 137, lid 3uitsluitend van toepassing is ná de stemming en dat de partij in dit geval de mogelijkheid moetkrijgen om een nieuwe kandidaat voor te dragen. Het OKB weerspreekt deze lezing krachtig. Volgens het Kiesbureau bevat de interpretatie van Van Dijk-Silos een aantal fundamentelejuridische onjuistheden. Zo zou haar opvatting — indien gevolgd — afbreuk doen aan derechtszekerheid, uniformiteit en transparantie die vereist zijn voor een ordentelijkverkiezingsproces. In haar argumentatie beroept Van Dijk-Silos zich op het gebruik van de term “niet-gekozenkandidaten” in artikel 137, lid 3, als bewijs dat dit artikel enkel geldt na de stemming. Het OKBwijst deze uitleg af als te beperkt en stelt dat lid 3 in directe samenhang gelezen moet wordenmet lid 2, waarin expliciet wordt gesproken over het overlijden van een kandidaat vóór deverkiezing. De opvolging via de eerstvolgende kandidaat op de lijst is dan nog steeds vantoepassing, aldus het bureau. “De uitdrukking ‘niet-gekozen kandidaten’ verwijst niet naar de timing van de verkiezing, maarnaar kandidaten op de lijst die op het moment van opvolging geen zetel bekleden,” aldus hetOKB. “Aangezien vóór de stemming nog niemand formeel is verkozen, zijn álle kandidaten – opplaatsvervangers na – in die zin ‘niet gekozen’.” Van Dijk-Silos suggereert daarnaast dat partijen op basis van een zogeheten ‘schaduwlijst’nieuwe kandidaten zouden moeten kunnen aandragen. Deze suggestie wordt door het OKBbestempeld als ongrondwettelijk. “De Kiesregeling voorziet slechts in twee opvolgingsroutes:opschuiving binnen de lijst en, indien uitgeput, een plaatsvervangende kandidaat. Het toevoegenvan nieuwe namen buiten de formeel ingediende kandidatenlijst is juridisch niet toelaatbaar enondermijnt de controleerbaarheid van het proces,” stelt het bureau. Het OKB erkent haar rol als toezichthoudend en adviserend orgaan, maar onderstreept dat zij welde wettelijke taak heeft om een juiste en uniforme uitleg van de Kiesregeling te bewaken. Depositie van het bureau in deze kwestie is volgens haar dan ook gebaseerd op een grammaticale,systematische en teleologische interpretatie van de wet. Het OKB vat zijn standpunt als volgt samen: Het overlijden van een kandidaat vóór de stemming valt onder artikel 137, lid 2; De naam van de overledene wordt geschrapt van de lijst; De eerstvolgende kandidaat schuift automatisch door; Eventuele lege plekken worden ingevuld door reeds aangewezen plaatsvervangers; Nieuwe voordrachten buiten de officiële lijst zijn niet toegestaan.   Hoewel het bureau erkent dat de bijdrage van Van Dijk-Silos waardevol is voor het juridischedebat, kan haar interpretatie volgens het OKB “geen stand houden binnen het gesloten systeemvan de Kiesregeling.” Afwijken van de vastgestelde procedures zou het risico van politiekewillekeur vergroten en het vertrouwen in het verkiezingsproces schaden.

De sportinfrastructuur in het district Marowijne heeft een belangrijke uitbreiding gekregen metde officiële ingebruikname van een mini-kunstgrasveld in het dorp Moengotapoe. Desportfaciliteit, gerealiseerd onder leiding van het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport(ROS), is bedoeld om sportparticipatie onder jongeren in het binnenland te stimuleren engemeenschapszin te versterken. Vicepresident Ronnie Brunswijk benadrukte tijdens de openingsceremonie dat het veld nietalleen bestemd is voor sportieve activiteiten, maar ook als ontmoetingsplek kan dienen voorbewoners van alle leeftijden. “Zo’n veld brengt mensen samen. Het is meer dan alleen voetbal;het is verbinding,” zei hij. Minister Gracia Emanuel van ROS legde in haar toespraak de nadruk op het belang vaninfrastructuur voor sportontwikkeling. “Je kunt geen topsporter worden zonder degelijkefaciliteiten. Het begint bij een goede accommodatie. Behandel dit veld met zorg, zodat hetgeneraties mee kan gaan,” aldus de minister. De districtscommissaris van Marowijne, Clyde Hunswijk, sprak zijn waardering uit voor deinvestering in het binnenland en benadrukte dat de regering bijzondere aandacht heeft voorjongeren buiten de stedelijke gebieden. Ook traditioneel gezag was bij de ceremonie aanwezig.Kapitein Da Poina sprak namens de dorpsgemeenschap en liet weten “dankbaar te zijn voor dezepositieve stap in de ontwikkeling van Moengotapoe.” De feestelijke gelegenheid werd bijgewoond door diverse hoogwaardigheidsbekleders, onder wieonderminister Geneviève Jordan (Onderwijs, Wetenschap en Cultuur), onderdirecteur SportzakenJohn Atida, parlementariër Cyrano Asoiti en districtscommissaris Olivia Domini. Als extra ondersteuning aan de gemeenschap werd sportmateriaal geschonken, dat symbolischtijdens de ceremonie werd overhandigd. Met deze voorzieningen hoopt de overheid duurzamesportontwikkeling in het binnenland verder te verankeren.

President Chan Santokhi heeft zich uitgesproken over zijn wens om het werk dat hij de afgelopenjaren heeft verricht voort te zetten in een tweede ambtstermijn. Tijdens een interview op Sign-InTV gaf hij aan dat hij, ondanks zijn inzet van gemiddeld twintig werkuren per dag, meer tijdnodig heeft om de uitdagingen in het land structureel aan te pakken. “Mi ben wani du moro… Ik wilde 48 uur per dag werken voor het volk,” aldus de president, dietevens voorzitter en lijsttrekker is van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP). Hij riep debevolking op hem opnieuw het vertrouwen te geven: “Geef me de ruimte. Laat me mijn werkafmaken.” Volgens Santokhi verlangt het Surinaamse volk in essentie naar respect, vertrouwen en stabiliteit,iets wat volgens hem niet enkel afhangt van het aantal uitgedeelde voedselpakketten ofgerehabiliteerde wegen. “Wat telt, is dat mensen voelen dat hun toekomst niet wordt vernietigden dat de economie standhoudt,” benadrukte hij. In reactie op kritische geluiden dat de recente verhogingen van sociale uitkeringen — zoals deAlgemene Oudedagsvoorziening (AOV), ondersteuning voor mensen met een beperking en 800SRD voor studenten — een verkiezingsstunt zouden zijn, zei Santokhi dat deze stap losstaat vanelectorale motieven. “De middelen waren er eerder niet of mochten niet worden uitgegevenvanwege de crisis en het IMF-programma. Nu dat programma is afgerond, en er wat financiëleruimte is gecreëerd, geven we iets terug aan het volk,” aldus de president. De VHP-leider benadrukte dat zijn partij op inhoud inzet. Hij verwees naar de lopende “Meet thePeople”-campagnes en zogenoemde Ondro Oso-vergaderingen in de districten en ressorten, waarburgers hun zorgen kunnen uiten. Ministers krijgen in die setting directe instructies omproblemen binnen twee weken aan te pakken. “Het gaat ons niet alleen om stemmen werven. We komen met een programma, een visie enbinnenkort een volledig verkiezingsplan. Daarnaast leggen we verantwoording af over wat er alis bereikt,” legde Santokhi uit. Tegelijk erkende hij dat door de focus op macro-economisch herstel tijdens de crisis, kleinerepersoonlijke problemen van burgers zoals grondkwesties, bevorderingen enkoopkrachtversterking minder aandacht kregen. “Maar ook die zaken zijn belangrijk en moetenworden opgelost,” aldus de president.

Surinaamse artiest Arnold ‘Kadensi’ Boekoeroe reageert laconiek op de ophef die is ontstaan nade publicatie van een video waarin hij te zien is in de keuken van president Chan Santokhi. Debeelden leidden tot veel vragen op sociale media, vooral omdat Boekoeroe recent nog werdgeschrapt als lijstduwer van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), na onthullingen overeen veroordeling tot acht jaar celstraf in Frankrijk wegens drugshandel. Tijdens een interview op Sign-In TV gaf Boekoeroe aan zich weinig aan te trekken van dekritiek. “Mi nanga pres ben chille. Is dat niet mooi om te zien?” vroeg hij retorisch. Hij vergeleekde situatie met andere landen: “In Nederland heeft tachtig procent van de Surinamers de premiernooit ontmoet. In Frankrijk kennen veel mensen president Macron niet van dichtbij. Maar ik? Ikkom tot bij ónze president. Dan ben ik toch machtig?” Volgens Boekoeroe ziet president Santokhi hem als een integer persoon met een groot hart voorhet volk. “Ik ben trouw. Ik help mensen, vaak ’s nachts nog via de telefoon. Niet voor mezelf,maar omdat ik iets wil betekenen voor anderen.” Ook over een andere video waarin hij te zien is terwijl er alcohol wordt genuttigd in het bijzijnvan het staatshoofd, maakt de artiest zich geen zorgen. “De president dronk niet mee, hij was inzijn vastenperiode,” verduidelijkte hij. Ter relativering voegde hij toe: “Mi nanga Bouta dringisopi na Ocer. Maar die man was toch een volkspresident? Dan san psa nanga Chan?” Boekoeroe benadrukte dat hij mensen helpt zonder daar iets voor terug te vragen. “Ik vraag geengeld en ik zeg niemand dat ze op mij of de VHP moeten stemmen. Ik help Surinamers, ongeachthun politieke kleur.” Volgens hem is zijn inzet oprechte liefdadigheid, geïnspireerd door zijngeloof. “God kijkt naar mij om en Hij stuurt mij waar Hij me nodig heeft.” De artiest verklaarde verder dat hij ook na de verkiezingen actief wil blijven in achtergesteldebuurten en dat hij zich wil inzetten voor positieve verandering in het binnenland. Hij is ervanovertuigd dat de VHP opnieuw de regeringsformatie zal leiden. “Mi de dape fu gi mi bijdrage.Gado o tan luku mi 100%,” aldus een vastberaden Boekoeroe.

In aanloop naar de verkiezingen van 25 mei 2025 heeft president Chan Santokhi op vrijdag 12april een uitvoerig overleg gevoerd met het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB). Tijdens hetgesprek zijn uiteenlopende onderwerpen besproken met betrekking tot de voorbereidingen vanhet verkiezingsproces en de uitvoering van de wettelijke taken van het OKB. Bij het overleg waren onder anderen OKB-voorzitter Samseerali Sheikh-Alibaks, leden van hetkiesbureau en Adjaykoemar Moensi, directeur Bestuurlijke en Administratieve Aangelegenheden(BAA) van het Kabinet van de President, aanwezig. Sheikh-Alibaks bracht namens het OKB een aantal belangrijke aandachtspunten onder deaandacht. Zo werd melding gemaakt van lopende onderzoeken, waaronder de evaluatie van dekiezerslijsten, en van belemmeringen waarmee het bureau wordt geconfronteerd bij deuitoefening van zijn toezichthoudende rol. Daarbij benadrukte het OKB dat een toereikendefinanciering essentieel is om de onafhankelijkheid en doeltreffendheid van zijn werkzaamhedente waarborgen. Ook werd de president schriftelijk geïnformeerd over signalen van mogelijkebelangenverstrengeling en onpartijdig handelen door bepaalde verkiezingsfunctionarissen. Desituatie rondom een mogelijke uitbreiding van het aantal zetels in Moengo kwam eveneens tersprake, waarbij het OKB zijn visie uiteenzette. President Santokhi sprak zijn waardering uit voor het werk van het OKB en benadrukte hetbelang van vrije, eerlijke en goed georganiseerde verkiezingen. “De reputatie van Suriname alsland dat democratische verkiezingen op transparante wijze uitvoert, moeten we beschermen,”aldus het staatshoofd. Hij gaf aan dat het OKB zijn taken ongestoord moet kunnen uitvoeren enbevestigde dat de uitkomsten van lopende onderzoeken met zorg zullen worden bekeken. De president heeft opdracht gegeven om de benodigde financiële middelen beschikbaar te stellenvoor het kiesbureau. Tevens gaf hij aan de overige aangehaalde knelpunten nader te zullenbestuderen binnen het geldende wettelijke kader. Afgesproken is dat het overleg een vervolg zal krijgen, zodat de voortgang van de besprokenactiepunten actief gemonitord kan worden. Tot slot riep president Santokhi alle betrokkenpartijen op om gezamenlijk te blijven werken aan een geloofwaardig verkiezingsproces, waarinhet OKB als onafhankelijk instituut een sleutelrol vervult.

Meerdere fracties binnen De Nationale Assemblee (DNA) hebben het initiatief genomen vooreen spoedbijeenkomst om het beleid van de regering inzake aanbestedingsprocedures,transparantie en naleving van wet- en regelgeving kritisch onder de loep te nemen. De directeaanleiding hiervoor is een recente gerechtelijke uitspraak die de Staat Suriname verbiedt om hetproject “Rehabilitatie wegstrekking South Drain–Apoera” voort te zetten. Deze kwestie staat nietop zichzelf, maar wordt gezien als onderdeel van een breder, zorgwekkend patroon waarbijoverheidsopdrachten regelmatig op ondoorzichtige wijze worden gegund—vaak aan de hoogstebieder. Andere voorbeelden die dit patroon onderstrepen, zijn onder meer: De bouw van een nieuwe vergaderzaal voor De Nationale Assemblee, waarvoor geengoedkeuring is gevraagd aan de vaste parlementaire commissie. Critici vrezen dat ditproject de UNESCO-status van de historische binnenstad van Paramaribo in gevaar kanbrengen. De aanleg van een wegaansluiting naar de brug bij de Van ’t Hogerhuysstraat, waarbijinformatie uit het aanbestedingsproces vermoedelijk is gelekt. Dit leidde tot publiekekritiek van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) op de minister van OpenbareWerken. De recente herziening van de Aanbestedingswet, die ondanks protesten van de oppositieis doorgevoerd. Deze aangepaste wet is niet van toepassing op de huidigeregeringsperiode, wat bij velen de indruk wekt dat corruptie wordt gefaciliteerd ofafgedekt. Met de verkiezingen in het vooruitzicht nemen de zorgen over overheidsbeleid verder toe. Zowas er onlangs sprake van een poging tot goudsmokkel via een privévliegtuig, waarbij volgensde minister van Financiën jaarlijks circa US$ 300 miljoen aan inkomsten voor de staat verlorengaat. Daarnaast leidde de uitgifte van meer dan 113.000 hectare bos voor commerciële houtkaptot ophef, omdat milieueffectrapportages en het wettelijk verplichte overleg met de lokalegemeenschappen (FPIC – Free, Prior and Informed Consent) werden overgeslagen. De betrokken Assembleeleden willen dat de regering zich publiekelijk verantwoordt in eenopenbare zitting van DNA. Ze dringen erop aan dat bestaande wetten en procedures striktworden nageleefd. Naar verwachting wordt de officiële brief met het verzoek tot dezespoedvergadering vandaag nog aan de voorzitter van DNA overhandigd.

Wat voor veel politieke partijen een moment van duidelijkheid had moeten zijn, eindigdemaandagavond in teleurstelling en verontwaardiging. Tijdens de openbare zittingen van dehoofdstembureaus om 17.00 uur kregen de meeste partijen te horen dat hun ingediende beroepen,die volgden op geconstateerde onregelmatigheden bij de kandidaatstelling op 25 maart, werdenafgewezen. Het zwaarst getroffen werd de Volkspartij Leefbaar Suriname (VLS), waarvan allezes beroepschriften op zowel ressortraads- (rr) als districtraadsniveau (dr) zijn verworpen. De frustratie onder politieke leiders is groot. Dharm Mungra, voorzitter van De Nieuwe Leeuw(DNL), noemt het beroepsproces oneerlijk en onrechtvaardig. Zijn collega Firosh Abdoelazizvan de Arena Politieke Partij (APP) spreekt zelfs van doelbewuste uitsluiting, fraude en rancune.Enkele partijen overwegen juridische stappen om de besluiten van de president ongedaan temaken. Volgens Robert Vishnudath, politiek leider van VLS, is het überhaupt problematisch dat hetstaatshoofd als beoordelaar optreedt in verkiezingsgeschillen, aangezien de president zelfkandidaat is en voorzitter is van een meedingende partij. “Hij heeft er belang bij dat anderepartijen worden uitgesloten. De kiesregeling geeft hem daarin een gevaarlijk monopolie,” steltVishnudath. Hij suggereert bovendien dat de afwijzingen al vaststonden vóór de beoordeling vande beroepschriften. Ook bij andere partijen heerst onbegrip. De Nationale Partij Suriname (NPS) is geschokt dat inKlaaskreek, Brokopondo, alle kandidaten zijn uitgesloten vanwege een eenvoudige tikfout in deplaatsnaam—op het formulier stond “Marowijne” in plaats van “Brokopondo.” De kennisgevingvan het besluit werd op een late zaterdagavond door een deurwaarder overhandigd aanpartijvoorzitter Gregory Rusland. NPS overweegt juridische stappen. Bij DNL werden drie beroepschriften afgewezen, waarvan er één betrekking had op eenvermeende vervalsing van een handtekening. Hoewel dit niet werd bewezen, stelde de presidentdat het Centraal Hoofdstembureau (CHS) geen bevoegdheid heeft om handtekeningen tecontroleren, waardoor de kandidaat definitief werd geschrapt. Daarnaast zijn in Wanica dekandidatenlijsten van DNL volgens het hoofdstembureau “onvindbaar,” ondanks dat DNL zegtdeze zowel fysiek als digitaal te hebben ingediend. Mungra vermoedt politieke opzet, met nameomdat het veelal om ex-VHP’ers zou gaan. Ook bij de Nationale Democratische Partij (NDP) werden vijf van de zes beroepschriftenverworpen. In Para werd een handtekening betwist, waarvoor de partij aangifte heeft gedaan. Deafwijzing wekt volgens partijwoordvoerder Ricardo Pank ernstige twijfels. “We gaan demotieven van de president grondig analyseren.” Abdoelaziz (APP) stelt dat zijn partij structureel is tegengewerkt sinds haar oprichting. Hij wijsterop dat hun statuten pas in december 2024 werden goedgekeurd, ondanks eerdere indiening in 2022. Tijdens die goedkeuringsbijeenkomst zou de president zelf hebben gesuggereerd dat APP zich bij de VHP moest aansluiten in plaats van zelfstandig verder te gaan. “Wat moet ik nu denken van deze systematische uitsluiting?” vraagt hij retorisch, nadat zijn partij slechts één rr-kandidaat mag behouden. Meerdere partijen zoals OPTSU, A-20 en de Partij Van Communicatie (PVC) rapporteren soortgelijke problemen. Bij PVC werd slechts één beslissing over een beroepschrift geleverd, terwijl er meerdere ingediend waren. Veel partijen zijn van mening dat de meeste afwijzingen zich richten op het elimineren van partijen op lokaal niveau, waarmee de democratische participatie ernstig onder druk komt te staan    

In reactie op recente mediaberichten en toenemende maatschappelijke onrust heeft presidentChan Santokhi besloten de uitvoering van drie grote infrastructurele projecten tijdelijk stil teleggen. Deze stap komt op een cruciaal moment, nu ook coalitieleden publiekelijk hebbenaangegeven dat de ontstane onduidelijkheid dringend moet worden weggenomen. De projecten waar het om gaat, betreffen: De verharding van de weg van Nieuw-Nickerie naar Apoera (districten Nickerie enSipaliwini), uitgevoerd onder het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV); De verbetering van de toegangswegen in en rondom Paramaribo via het zogenoemde Van’t Hogerhuysproject, onder verantwoordelijkheid van het ministerie van OpenbareWerken (OW) en gefinancierd via de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB); Een verkavelingsproject in het voormalige FAI-gebied in het district Saramacca,eveneens onder LVV. Voor de eerste twee projecten heeft aannemersbedrijf Baitali N.V. met succes rechtsinganggezocht via een kort geding, waarin de rechter voorlopige maatregelen oplegde. Het derdeproject kwam tot stand via een zogeheten afwijkingsresolutie, goedgekeurd door de regering zelf.Vooral dit verkavelingsproject kreeg veel publieke aandacht, aldus de CommunicatiedienstSuriname. Met de verkiezingen in aantocht – nog slechts zes weken verwijderd – vreest de regering datpolitieke partijen de situatie zullen aangrijpen om onvolledige of onjuiste informatie teverspreiden. Er bestaat volgens de regering een reële kans dat dit leidt tot een vertekend beeldvan de werkelijke gang van zaken. Na afronding van een periode van financieel-economische hervorming – gesteund door onderandere het IMF – had de regering besloten een reeks projecten te starten die direct ten goedezouden komen aan de bevolking. De vertraging in de uitvoering werd deels veroorzaakt doorfinancieringsuitdagingen en externe factoren, waardoor het beschikbare tijdsvenster werdingekort. In lijn met de gerechtelijke uitspraken zal de regering geen verdere stappen ondernemen in deuitvoering van de eerste twee projecten. De president heeft deze voorlopig opgeschort en debetrokken ministers zullen zich tot nader order onthouden van commentaar. Staatsjuristenwerken intussen aan het aanleveren van de aanvullende informatie die door de rechter isopgevraagd. Ook de media wordt opgeroepen terughoudend te zijn totdat de rechter eendefinitieve uitspraak doet. De regering benadrukt dat de twee infrastructuurprojecten van groot belang zijn voor deverbetering van de infrastructuur, verkeersveiligheid en bereikbaarheid voor burgers. Wat betreft het verkavelingsproject in Jarikaba, dat al lange tijd op de planning stond enwaarvoor volgens de regering juridisch correct is gehandeld, is eveneens besloten totopschorting. Op basis van advies van juridische en politieke experts heeft president Santokhibepaald dat met ingang van maandag 14 april 2025 de uitvoering tijdelijk wordt stopgezet. In detussenperiode zal een grondige interne evaluatie plaatsvinden. De uitkomst daarvan zal bepalendzijn voor het verdere verloop van het project. Kortom: alle drie de projecten zijn momenteel on hold gezet – de eerste twee in afwachting vaneen rechterlijke uitspraak, en het derde op eigen initiatief van de president. Hiermee benadrukt deregering haar inzet voor zorgvuldigheid, transparantie en het beschermen van het algemeenbelang.

VHP-minister Krishna Mathoera, nummer drie op de kandidatenlijst voor De NationaleAssemblée, heeft zich openlijk uitgesproken over de recente controverses rond de aanleg van deweg tussen South Drain en Apoera en het verkavelingsproject in het FAI-gebied bij Jarikaba. Viahaar persoonlijke Facebookpagina liet zij weten dat zij president Chandrikapersad Santokhi heeftverzocht om besluiten die het vertrouwen van de samenleving aantasten, te heroverwegen en –waar nodig – te corrigeren. Mathoera benadrukt dat zij gedurende haar politieke loopbaan, zowel als parlementariër alsminister van Defensie, altijd heeft gestaan voor transparantie, wettigheid en integer leiderschap.“Die lijn heb ik consequent doorgetrokken in de regering,” verklaart ze tegenover Starnieuws.“Ik stel vragen, plaats kritische kanttekeningen en spreek mijn zorgen uit, ook als dat me hetetiket van ‘meest kritische minister’ oplevert.” In haar verklaring op Facebook stelt Mathoera dat zij zich verantwoordelijk voelt binnen decollectieve besluitvorming van de regering, maar dat dit haar niet weerhoudt om haar morelegrenzen te bewaken. “Ik doe geen concessies als het gaat om integriteit en het volgen van dewet,” schrijft ze. Zwijgcultuur moet doorbroken worden De minister hekelt een cultuur van stilzwijgen die volgens haar mede heeft geleid tot crises in hetverleden. “Juist het wegdrukken van kritische geluiden heeft ervoor gezorgd dat fouten nietwerden gecorrigeerd,” zegt ze. “Ik kijk niet weg, ook niet als het om besluiten van mijn eigenregering gaat.” Mathoera wijst erop dat in de recente periode besluiten zijn genomen over projecten diemaatschappelijke onrust hebben veroorzaakt. Volgens haar kwamen sommige van deze besluitenniet tot stand op een manier die voldoet aan de eisen van transparantie. “Als minister vertrouw jeop de zorgvuldige afweging van collega’s, maar je krijgt niet elk dossier tot in detailvoorgelegd,” legt ze uit. “Morele grenzen bewaak ik altijd” De minister legt uit dat besluiten in de regering via collectieve organen zoals de Raad vanMinisters tot stand komen. In het geval van de betreffende projecten ging het om complexetechnische dossiers die zij, vanwege tijdsdruk, niet diepgaand heeft kunnen bestuderen. Tochbenadrukt ze dat dit haar persoonlijke verantwoordelijkheidsgevoel niet vermindert. “Ik ben nietblind of doof voor wat leeft in de samenleving,” zegt ze. “We moeten kritiek serieus nemen,fouten onderkennen en bijsturen waar nodig.” Reacties op social media en verkiezingscontext De keuze om haar mening publiekelijk via social media te delen, verklaart Mathoera met detoegenomen vraag naar duidelijkheid vanuit de samenleving. “Mensen willen weten waar je staat. Daarom heb ik openheid van zaken gegeven,” zegt ze. De reacties op haar bericht zijngemengd: van steunbetuigingen tot scepsis en beschuldigingen van politieke opportuniteit. Op beschuldigingen dat ze eerder zou hebben gezwegen bij andere controverses, reageertMathoera stellig. “Ik ben altijd trouw gebleven aan mijn waarden. Wanneer er aanleiding was,heb ik mijn stem laten horen – ook binnen de regering. En dat blijf ik doen.” Ze sluit haar bericht op sociale media af met de woorden: “Als lid van de regering draag je ookverantwoordelijkheid voor besluiten waarbij je persoonlijk weinig invloed hebt gehad. Toch blijfik trouw aan mijn geweten en aan het principe van integriteit. Dat is en blijft mijn kompas.”

Bij het aantreden van de regering onder leiding van Chandrikapersad Santokhi in juli 2020 was de economische situatie verre van rooskleurig. Faillissement van Suriname was nabij, drastische maatregelen waren noodzakelijk om de economie weer op spoor te krijgen en zo het land te redden.   Het vertrekpunt van de regering onder leiding van Chandrikapersad Santokhi was een schuld van USD 4 miljard, een inflatie van ruim 60%, geringe monetaire reserve, begrotingstekort was ver boven de internationale norm en de groei van de economie was negatief 16% dus geen groei maar afname. Maar bovenal was er geen nationaal en internationaal vertrouwen, dus ook geen steun.   Dit alles heeft de gang naar het IMF noodzakelijk gemaakt. Met het IMF als dekking en een herstel- en stabilisatieplan in uitvoer werd het prudent beleid uitgestippeld en de successen bleven niet uit. Er moesten ook minder prettige besluiten worden genomen die op langere termijn vruchten hebben afgeworpen.   Zo werd BTW ingevoerd ter vervanging van omzetbelasting, welke heeft zorggedragen voor 4,7 miljard aan inkomsten en in 2024 heeft die 6,2 miljard in staatskas gebracht. De herschikking van de buitenlandse schulden was ook succesvol. Deze successen werden ook internationaal waargenomen.   Internationaal gingen deuren open en de IDB, IsDB, Wereldbank toonden zich bereid tot ondersteuning van Surinaamse projecten, het internationaal vertrouwen was hersteld. Dat was ook te merken aan landen die te kennen gaven handelsbetrekkingen met Suriname te willen onderhouden of intensiveren.   Ook de ontwikkelingen op gas- en oliegebied konden profiteren van de resultaten van het prudent gevoerde beleid, internationale maatschappijen en investeerders kwamen af op onze gas en olie. De weg naar exploitatie van ons gas en olie loopt voortreffelijk en er staat ons een mooie toekomst te wachten.   Land en volk hebben door de zure appels van onder andere afschaffing subsidies heen gebeten. Alle politieke partijen waren het erover eens dat subsidies veel te zwaar drukten op de begroting, maar geen van ze heeft de daad bij het woord gevoegd.      President Santokhi heeft de moed gehad en heeft de subsidies afgeschaft, maar heeft van tevoren gesteld dat “niemand zal worden achtergelaten”. Daarvoor heeft hij het sociaal beleid aangepast en zelf nieuwe uitkeringen het leven ingeroepen. Ondernemers werden gestimuleerd met fondsen voor nieuwe en bestaande ondernemers.   Jammer genoeg bewust of onbewust willen delen van de samenleving de successen niet inzien. Maar internationaal bleven de successen niet onopgemerkt, onze credit rating werd door Standaard & Poors naar boven bijgesteld naar CCC+/C+ met een stabiel vooruitzicht. De schuldherschikking en het economisch beleid werd door LatinFinance bekroond met de prestigieuze award voor Sovereign Restructuring of the Year.   Voor de toekomst van Suriname is het van eminent belang dat dit beleid voortgaat, want het geniet vertrouwen van de internationale investeerders die onze gas en olie moeten gaan exploiteren. Met die opbrengsten kunnen we welvaart en welzijn bereiken. De beste bode is dezelfde man. Uw keus, bepaalt uw toekomst. Kon unu go doro fu du moro!   Kensmil, Timothie