De registratieperiode voor politieke partijen die willen deelnemen aan de verkiezingen van 2025 is in volle gang. Vandaag hebben de VHP, Pertjajah Luhur (PL) en OPTSU (een samenwerkingsverband van SPA, PALU en Wi Sranan) zich officieel ingeschreven bij het Centraal Hoofdstembureau (CHS). De inschrijving vond plaats bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken (KKF). Voor deelname aan de verkiezingen dienden de partijen een waarborgsom van SRD 520.142 te betalen. Dit bedrag moest via de Centrale Bank van Suriname worden overgemaakt, waarbij de partijen ook verantwoording moesten afleggen over de herkomst van het geld. Na goedkeuring en garanties van de betrokken handelsbanken werd de betaling succesvol afgerond. VHP-ondervoorzitter Asis Gajadien benadrukte bij de registratie de ambitie van zijn partij om minstens 50.000 stemmen extra te behalen ten opzichte van de vorige verkiezingen, toen de VHP 108.000 stemmen kreeg. Met een doelstelling van minimaal 26 zetels wil de partij verzekerd zijn van de regeermacht. Op 16 maart zal de partijraad samenkomen om de kandidatenlijsten goed te keuren, waarna de definitieve lijsten op 25 maart worden ingediend bij het CHS en de hoofdstembureaus. Ook de PL heeft grootse plannen. Partijvoorzitter Paul Somohardjo sprak zijn vertrouwen uit in een sterk resultaat en gaf aan dat de partij rekent op minstens vier zetels, met een streven naar meer dan zeven. Volgens Somohardjo zal er zonder de PL geen stabiele regering gevormd kunnen worden. Hij pleit voor een coalitie met een breed draagvlak van minimaal 34 zetels. De OPTSU, die voor het eerst meedoet aan de verkiezingen, was bij de registratie vertegenwoordigd door leden in de partijkleuren van SPA, PALU en Wi Sranan. Henk Ramnandanlal van de PALU gaf aan dat er nog enkele praktische uitdagingen zijn rondom de partij-attributen, maar benadrukte dat OPTSU vastberaden is om een serieuze rol te spelen in de verkiezingen. De registratieperiode sluit op 24 februari. De komende weken zullen de partijen hun campagne verder intensiveren en hun kandidatenlijsten afronden in aanloop naar de verkiezingen.

De Bond van Leraren bij het Technisch Onderwijs (BLTO) heeft in een brief aan president Chandrikapersad Santokhi haar frustratie geuit over de voortdurende problemen rond de uitbetaling van overuren en salarissen. Volgens de bond worden leerkrachten al sinds december 2024 aan het lijntje gehouden en dreigt de situatie eind februari opnieuw uit de hand te lopen. Dit is het vierde opeenvolgende jaar waarin docenten te maken krijgen met betalingsachterstanden, ondanks dat alle benodigde documenten tijdig door het directoraat van het Beroepsonderwijs zijn aangeleverd. Het probleem treft verschillende groepen binnen het technisch onderwijs. Zo wachten leerkrachten in vaste dienst nog steeds op de uitbetaling van hun overuren, terwijl parttime docenten al maanden zonder enige vorm van betaling zitten. Daarnaast verkeert een groep nieuw aangestelde leerkrachten in een bijzonder lastige positie, omdat zij sinds hun aanstelling volledig zonder inkomen zijn gebleven. De bond spreekt van een “onmenselijke situatie” en wijst het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MinOWC) aan als verantwoordelijke. BLTO-voorzitter René Bilkerdijk en ondervoorzitter Jenifer Ballo roepen de president op om onmiddellijk in te grijpen. Zij vragen om een snelle betaling van alle achterstallige bedragen en benadrukken dat er binnen het MinOWC ingrijpende veranderingen nodig zijn om herhaling in de toekomst te voorkomen. Volgens de bond is het noodzakelijk dat bepaalde functionarissen worden ontheven, terwijl deskundigen die eerder uit hun functies zijn gezet, opnieuw de kans moeten krijgen om hun werk te hervatten. De BLTO waarschuwt dat, als er niet tijdig een oplossing komt, acties van de leerkrachten niet uitgesloten zijn. Het bestuur herinnert eraan dat minister Henry Ori vorig jaar de bond juridisch heeft aangepakt en zelfs een dwangsom van SRD 100.000 per uur eiste bij stakingen. Toch benadrukken Bilkerdijk en Ballo dat de huidige situatie onhoudbaar is en dat het deze keer de verantwoordelijkheid van de regering is om escalatie te voorkomen.

De Surinaamse regering heeft haar steun uitgesproken voor het gebruik van bamboe als duurzaam bouwmateriaal. Tijdens een bijeenkomst presenteerde Reshmi Oemrawsingh, voorzitter van Greening Red Earth Timber (GREaT) en specialist in bamboetoepassingen, een ambitieus investeringsplan om de bamboesector in Suriname te stimuleren. Dit initiatief moet bijdragen aan milieuvriendelijke bouwmethoden en een duurzamer economisch model. Volgens Oemrawsingh biedt bamboe enorme voordelen, niet alleen voor de bouwsector maar ook voor het milieu. Het materiaal draagt bij aan het behoud van de carbon negatieve status van Suriname en kan helpen bij natuurherstel. In tegenstelling tot traditionele bomen, die na het kappen afsterven, groeit bamboe na de oogst opnieuw aan. Sommige bamboeplantages produceren al meer dan 350 jaar een continue oogst. Bovendien heeft het materiaal unieke eigenschappen: volwassen stammen zijn zo sterk als staal en tegelijk licht als aluminium. Naast GREaT waren ook vertegenwoordigers van Bamboologic aanwezig, een organisatie die zich bezighoudt met de verwerking, handel en promotie van bamboe. Zij benadrukten dat de strategische ligging van Suriname een interessante positie biedt voor export naar Europa en de Verenigde Staten. President Chandrikapersad Santokhi onderstreepte het belang van dit project en verzekerde regeringssteun voor de verdere ontwikkeling ervan. De eerste fase van het project zal worden uitgevoerd in het Ricanau-gebied, hoewel er nog uitdagingen zijn rondom het verkrijgen van de benodigde grondstukken. GREaT zal hierover verdere onderhandelingen voeren met het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer. De regering ziet het project niet alleen als een impuls voor de duurzame bouwsector, maar ook als een bijdrage aan economische diversificatie en milieubescherming. GREaT streeft ernaar om niet alleen bamboe te exporteren, maar ook de verwerking ervan in Suriname te realiseren, zodat de sector lokaal kan bijdragen aan werkgelegenheid en economische groei. Aan de bijeenkomst namen ook deel: minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening & Milieu, minister Parmanand Siewdien van Landbouw, Veeteelt & Visserij, onderminister Sieuw Ramsukul van Grondbeleid en Bosbeheer en andere belanghebbenden uit de sector.

De Surinaamse overheid heeft een nieuwe stap gezet om de hardnekkige grondproblematiek aante pakken. President Chan Santokhi heeft adviseur Joyce Doekhie benoemd tot voorzitter van dewerkgroep ‘Platform Grondzaken’, met als doel een effectievere en efficiëntere afhandeling vangrondaanvragen en -geschillen. Dit initiatief moet zorgen voor meer rechtszekerheid bij burgersmet betrekking tot hun perceel. Volgens Jason Saiman, woordvoerder van de president, is de aanpak van grondzaken eenprioriteit voor het staatshoofd. “De afhandeling van aanvragen moet sneller en transparanterverlopen. Problemen zoals achterstanden en lange wachttijden moeten tot het verleden behoren,”aldus Saiman. Sinds de oprichting van het platform zijn al ruim 300 burgers ontvangen met hungrondgerelateerde vraagstukken. Tijdens deze sessies zijn deskundigen van het ministerie vanGrondzaken en Bosbeheer aanwezig om inhoudelijke ondersteuning te bieden. De ontvangendocumenten worden doorgestuurd naar onderminister Sieuw Ramsukul, die de verdere procedureop het ministerie in gang zet. De voortgang van deze aanvragen wordt door het platformgemonitord en besproken met de onderminister, die hierover weer rapporteert aan de minister. Het Platform Grondzaken roept burgers met grondproblemen op om zich te melden viaWhatsApp op het nummer 8727744. De overheid benadrukt dat met deze aanpak eentransparanter en efficiënter proces wordt nagestreefd, waarin rechtvaardigheid en helderheidvooropstaan.

Een bijzondere workshopweek biedt deze dagen een podium aan kinderen en jongeren met een fysieke en/of verstandelijke beperking om zich creatief te uiten via dans en spoken word. De activiteit, georganiseerd door de Ilonka Elmont Foundation, Introdans, Fonds Kind & Handicap en Bureau Speciaal Onderwijs, ging op maandag 17 februari van start en loopt tot en met vrijdag 21 februari. Tijdens het project Dancing Words – Spoken Dance krijgen 50 leerlingen van de Mytylschool Suriname, de Jule Fernandes School en SO Lamtoro de kans om hun verhalen te vertellen met beweging en taal. Nederlandse en Surinaamse artiesten begeleiden de jongeren en stimuleren expressie en zelfvertrouwen via kunst en cultuur. De Nederlandse choreografen Adriaan Luteijn en Chantal de Vries van Introdans delen hun ervaring in inclusief dansonderwijs, terwijl spoken word-artiest Georgios Lazakis en breakdancer/filmmaker Divano Rommers creatieve begeleiding bieden. Aan Surinaamse zijde werken spoken word-artiest Koloku, breakdancer Fally van Gennip en percussionist Elijiah Cairo mee om een dynamische interculturele uitwisseling te creëren. Gedurende de week volgen de deelnemers intensieve workshops waarin ze hun lichaam en stem leren gebruiken om emoties en verhalen over te brengen. Dans en spoken word worden ingezet als krachtige middelen om persoonlijke groei, expressie en verbinding te stimuleren. De organisatie benadrukt dat deze workshops niet alleen bedoeld zijn om artistieke vaardigheden aan te leren, maar ook om bij te dragen aan duurzame en inclusieve cultuurparticipatie in Suriname. De samenwerking tussen Introdans en de Ilonka Elmont Foundation is hierin van grote waarde. Met meer dan 25 jaar ervaring in inclusief dansonderwijs traint Introdans nieuwe generaties dansdocenten en kunstenaars om te werken met diverse doelgroepen. Het hoogtepunt van de projectweek is de feestelijke afsluiting op 19 en 21 februari, waarbij de deelnemers hun nieuw verworven vaardigheden presenteren aan klasgenoten, docenten en genodigden. Met Dancing Words – Spoken Dance willen de initiatiefnemers niet alleen talent stimuleren, maar ook een blijvende impact maken op de culturele inclusie in Suriname.

De Surinaamse regering heeft tijdens een spoedvergadering op dinsdag 18 februari ingestemd met een herziening van de Anti-corruptiewet van 2017. Met deze wetswijziging, die nu wordt voorgelegd aan zowel De Nationale Assemblée als de Staatsraad, wil de regering corruptie binnen overheidsinstanties strenger aanpakken en de integriteit van ambtenaren versterken. De herziening is het resultaat van uitgebreid onderzoek en overleg door de Commissie Evaluatie Anti-corruptiewet onder leiding van mr. Carmen Rasam, met medewerking van juridische deskundigen, waaronder mr. Ilse Krenten, voorzitter van de Anti-corruptie Commissie. Het voorstel bevat belangrijke wijzigingen, waaronder de verplichte indiening van een Verklaring omtrent Inkomsten en Vermogen (VIV) door publieke functionarissen. Volgens de nieuwe regelgeving moeten ambtenaren hun financiële situatie transparant maken, waarbij zorgvuldig wordt omgegaan met privacy en veiligheid. Er worden duidelijke regels gesteld over de indiening, controle en vastgestelde drempelbedragen voor deze verklaringen. Ook krijgt de Corruptie Preventie Commissie (CPC), die de huidige Anti-corruptie Commissie opvolgt, uitgebreidere taken en bevoegdheden. President Santokhi benadrukte dat deze wetswijzigingen een stap vooruit zijn in de strijd tegen corruptie en dat ze aansluiten bij zowel nationale als internationale normen. “De regering blijft zich inzetten voor een integere en transparante samenleving,” verklaarde hij. Met deze aanpassingen hoopt de regering niet alleen corruptie effectiever aan te pakken, maar ook het vertrouwen van burgers in de overheid te versterken.

Het politiebureau Nieuwe Haven in Paramaribo draagt voortaan de naam ‘Inspecteur Herman E.Gooding Bureau’. President Chan Santokhi onthulde samen met minister Kenneth Amoksi vanJustitie & Politie de nieuwe naam ter ere van inspecteur Gooding, die in 1990 tijdens deuitvoering van zijn werk werd vermoord. De naamswijziging markeert niet alleen een eerbetoonaan de gevallen politieman, maar symboliseert ook de voortdurende strijd voor gerechtigheid. Tijdens de ceremonie werd bekendgemaakt dat het onderzoek naar de moord op Gooding voorde derde keer is heropend. Korpschef Bryan Isaacs bevestigde dat de zaak, die eerder in 1990 en2003 zonder resultaat werd onderzocht, opnieuw onder de loep wordt genomen. Het OpenbaarMinisterie heeft toestemming verleend om de cold case te heropenen, en er zijn inmiddelsmeerdere onderzoekshandelingen uitgevoerd. Nabestaanden hopen dat er eindelijk gerechtigheidzal komen en dat ‘alles wat in het donker is, aan het licht komt’. Niet alleen Gooding wordt geëerd met een naamsverandering. De voorzitter van de SurinaamsePolitiebond, Poetini Atompai, maakte bekend dat ook het Monument voor GevallenPolitiemensen bij de Politieacademie op Zorg en Hoop naar hem is vernoemd. Hij onderstreeptedat het niet gaat om de staat van het gebouw, maar om de mate van onderhoud en respectwaarmee politiemensen worden herinnerd. ‘We gaan naast Gooding ook andere gevallenen bij depolitie op gepaste wijze eren’, aldus Atompai. Minister Amoksi wil verder gaan dan alleen een naamswijziging. Hij heeft aangekondigd dat ergesprekken gaande zijn met Havenbeheer NV om het terrein van het politiebureau NieuweHaven formeel toe te wijzen aan het Korps Politie Suriname. De aanwezigen bij de ceremoniewaardeerden deze stap met applaus. Inspecteur Herman Eddy Gooding werd in Nickerie geboren en trad op jonge leeftijd in dienst bijde politie. Hij werkte jarenlang bij Bureau Nieuwe Haven en was betrokken bij gevoeligeonderzoeken, waaronder de afslachting in Moiwana in 1986 en een grootschalige drugsvangst inMoengo. Op de avond van 17 augustus 1990 werd hij ontboden bij de leiding van de MilitairePolitie in Fort Zeelandia. Kort na die ontmoeting werd hij doodgeschoten aan de Waterkant. President Santokhi benadrukte tijdens de ceremonie dat moorden niet verjaren en dat hetnoodzakelijk is de geschiedenis onder ogen te zien. Hij riep de samenleving en met name depolitie op om nooit te vergeten hoe het komt dat juist dit politiebureau nu de naam van Goodingdraagt. De schade die het militaire regime van de jaren ’80 aan het politieapparaat en derechtstaat heeft toegebracht, mag niet worden genegeerd. Met de naamsverandering en de heropening van het onderzoek wordt een stap gezet richtingerkenning en gerechtigheid voor inspecteur Gooding en andere politiemensen die hun levenlieten in de lijn van hun werk. De nabestaanden hebben de eerbetuiging met instemmingontvangen en zien het als een passend eerbetoon aan een man die zijn krachten en energie wijddeaan zijn beroep en aan Suriname.

Surinam Airways (SLM) heeft vandaag de route Paramaribo-Cayenne-Belem opnieuw in gebruikgenomen. Vanaf nu zal er elke woensdag luchtverkeer zijn tussen Paramaribo en Cayenne, wateen belangrijke mijlpaal betekent voor de luchtvaartmaatschappij en de regio. Voor passagiersvanuit Suriname was Cayenne tot nu toe voornamelijk per land- of watertransport bereikbaar.Met deze hervatting biedt SLM een snellere en comfortabelere reismogelijkheid tussen de tweebuurlanden. De hernieuwde luchtverbinding draagt bij aan de versterking van de sociaal-economische enculturele banden tussen Suriname en Frans-Guyana. Dit zal familie- en zakelijke reizenvergemakkelijken en versnellen, aldus Surinam Airways. Daarnaast biedt deze route eenstrategische meerwaarde als doorverbinding voor passagiers die vanuit Suriname verder willenreizen naar Europa, met bestemmingen als Parijs, Nederland en België. SLM werkt momenteel aan het verkrijgen van de rechten voor passagiersvervoer tussen Cayenneen Belem. Deze uitbreiding zou een essentiële schakel vormen in de groei van het netwerkrichting Zuid-Amerika, waarmee de luchtvaartmaatschappij haar positie in de regio verder wilversterken. De hervatting van deze route onderstreept de ambitie van Surinam Airways om haardienstverlening uit te breiden en passagiers meer reismogelijkheden te bieden.

De recherche van Regio West heeft vastgesteld dat twee Guyanese vissersvaartuigen zondergeldige vergunningen actief waren in de wateren bij Coronie. De vergunningen stondengeregistreerd op naam van derden. De Kustwacht hield beide kapiteins en zes bemanningsledenaan. Terwijl het onderzoek nog gaande was, werden de zes Guyanese bemanningsleden het landuitgezet. De kapiteins werden, na overleg met het Openbaar Ministerie, door de politie inverzekering gesteld. De politie nam de SK-vissersvaartuigen in beslag, inclusief buitenboordmotoren, brandstof,visnetten en een hoeveelheid vis. De zaak kreeg een nieuwe wending toen de vergunninghouderL.S. (59) op zondag in Nickerie werd aangehouden, gevolgd door de arrestatie van devrouwelijke verdachte M.D. (53) op maandag. Beide verdachten werden in verzekering gesteld,zo meldt de politie Public Relations. Na overleg met het Openbaar Ministerie werd de zaak buiten proces afgehandeld. Devergunninghouders betaalden een fikse boete, waarna zij werden heengezonden. Beide kapiteinszijn vervolgens het land uitgezet. De in beslag genomen vis werd verkocht.

De politieke partij Broederschap en Eenheid in de Politiek (BEP) heeft officieel haar lijsttrekkervoor de komende verkiezingen aangewezen. Het hoofdbestuur droeg de partijvoorzitter voor,waarna deze voordracht werd goedgekeurd door de kernen en overige organen van de partij.Tijdens de algemene ledenvergadering zijn tevens Lorenso Mando en Sinclair Westenburgbenoemd als hoofdbestuursleden. Volgens voorzitter Ronny Asabina zet BEP zich in om met een sterk team de verkiezingen in tegaan en een maximaal aantal zetels te behalen. “Samen met alle organen van de partij werken weaan een gezonde toekomst voor Suriname,” aldus Asabina. Het verkiezingsprogramma isafgerond en, volgens Ciciel Pinas, voorzitter van het Wetenschappelijk Bureau, richt het zich oponder andere orde, stabiliteit, duurzame ontwikkeling, daadwerkelijke decentralisatie enbelastingverlaging. De officiële publicatie van het programma volgt na de inschrijving van departij op zaterdag. Naast Asabina als lijsttrekker zijn ook prominente figuren uit diverse sectoren van desamenleving voorgedragen. Enkele namen die op de kandidatenlijst prijken, zijn Lenie Josafath,Raymond Landveld, Edgar Dikan, Johannes Koese, Remi Kanape, Edwin Noordzee, LiolaTamin, Johannes Tojo, Ciciel Pinas, Justina Eduards en Ifna Vrede. Ook ex-jeugdparlementariërsWinston Adaba, Winston Lame en Figuera Hardley zijn onderdeel van de lijst. Daarnaast wordenkandidaten uit de districten Brokopondo, Para, Marowijne, Commewijne, Nickerie, Sipaliwini enWanica vertegenwoordigd. Tijdens de vergadering heeft de partij tevens het mandaat gekregen om haar verkiezingsstrategieverder uit te werken en uit te voeren.