De olieprijzen zijn dinsdag scherp gedaald, nadat signalen uit Iran erop wezen dat verdere militaire escalatie voorlopig uitblijft. Hierdoor lijkt de vitale Straat van Hormuz — goed voor 20% van de mondiale oliehandel — vooralsnog open te blijven, wat de markten enigszins geruststelde. Vorige week stegen de olieprijzen nog naar het hoogste punt in vijf maanden, na Amerikaanse luchtaanvallen op Iraanse nucleaire installaties. Iran reageerde daarop met een raketaanval op de Amerikaanse luchtmachtbasis Al Udeid in Qatar. Die aanval veroorzaakte echter geen slachtoffers en werd door analisten beschouwd als een symbolisch antwoord. Dinsdag daalde de internationale oliebenchmark Brent Crude met 5,6%, tot ongeveer $66 per vat. Beleggers interpreteerden het gebrek aan directe vergelding — zoals het tot zinken brengen van olietankers of de sluiting van de zeestraat — als een aanwijzing dat Teheran militaire escalatie voorlopig wil vermijden. Politieke dreiging blijft Toch is de dreiging nog niet geweken. Het Iraanse parlement heeft inmiddels een voorstel goedgekeurd voor de sluiting van de Straat van Hormuz, al ligt de uiteindelijke beslissing bij de Opperste Nationale Veiligheidsraad, onder leiding van een vertrouweling van ayatollah Ali Khamenei. Iran dreigde in het verleden vaker met afsluiting van de zeestraat, waaronder in 2018 na het Amerikaanse vertrek uit de nucleaire deal. Volgens analisten zou een daadwerkelijke blokkade de olieprijzen kunnen opdrijven tot boven de $80 per vat, met uitschieters richting $110 — zoals ook voorspeld door Goldman Sachs. Markt stabiliseert, maar fragiel Analisten zien in de terughoudendheid van Iran een poging om economische repercussies te beperken. “Als Iran echt hard had willen terugslaan, hadden ze een tanker in de Straat van Hormuz tot zinken gebracht,” stelde Robin Brooks van de Brookings Institution op X. Ondertussen is de oliemarkt bezig met een voorzichtige normalisering. De OPEC besloot eerder om de productie in juli met maximaal 411.000 vaten per dag op te voeren. Daarnaast beschikken Saudi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten samen over een extra productiecapaciteit van circa 2,5 miljoen vaten per dag. China grootste afnemer van Iraanse olie Iran is verantwoordelijk voor ongeveer 4% van de wereldwijde olieproductie, waarvan het grootste deel — circa 1,6 miljoen vaten per dag — richting China gaat. Amerikaanse sancties maken het voor andere landen vrijwel onmogelijk om Iraanse olie te importeren. Opmerkelijk is dat president Trump maandag verklaarde dat China “voorlopig” Iraanse olie mag blijven kopen, wat wijst op een koerswijziging in het sanctiebeleid. Eerder legde Washington juist sancties op aan Chinese raffinaderijen en havens die Iraanse olie verwerkten. Regionale spanningen treffen sector De geopolitieke spanningen hebben ook invloed op de olie-industrie in de regio. In Irak evacueert de staatsoliemaatschappij Basra Oil buitenlandse werknemers uit angst voor vergeldingsaanvallen op Amerikaanse belangen. BP, actief op het enorme Rumaila-veld, verminderde de personeelsbezetting maar meldde geen impact op de productie. Het aandeel BP daalde wel met 1,4% op de beurs in New York. Ook buiten OPEC+ kunnen landen als Canada, de VS, Brazilië en Guyana op termijn extra leveren. Maar alleen Canada en de VS beschikken over de infrastructuur om snel op te schalen. Strategische reserves en politieke druk De VS heeft nog 402,5 miljoen vaten in strategische olievoorraden. Die zijn bedoeld voor noodgevallen, maar aanvullen ervan zou miljarden kosten en meerdere jaren duren. Politiek blijft de olieprijs ook een gevoelig punt voor Trump, die maandag op Truth Social verklaarde: “Iedereen houd de olieprijzen laag, ik houd het in de gaten.” Ondanks een daling van de benzineprijzen met 12% sinds vorig jaar, stijgen voedselprijzen nog steeds — met 2,9% op jaarbasis — wat inflatiezorgen levend houdt. Rust, maar geen zekerheid De scherpe daling van de olieprijzen weerspiegelt een tijdelijke ademruimte op de energiemarkten. Toch blijft de situatie fragiel. Of zoals sectoranalist Peter McNally het samenvatte:“Het blijft een vloeibare situatie.”
Staat Suriname verkoopt aandelen Hakrinbank via openbare inschrijving
De Staat Suriname biedt via een openbare inschrijving 145.000 aandelen in de Hakrinbank N.V. te koop aan. Deze maatregel vloeit voort uit de nieuwe Wet Toezicht Bank- en Kredietwezen 2023, die bepaalt dat geen enkele aandeelhouder meer dan 20% van het geplaatste aandelenkapitaal in een bankinstelling mag bezitten. Met een huidig belang van 34,5% dient de Staat haar participatie vóór 4 juli 2025 af te bouwen. Naleving van nieuwe wetgeving Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning geeft aan dat de herstructurering past binnen bredere hervormingen in de financiële sector. “Na de wereldwijde crisis van 2008 zijn veel landen overgestapt op strengere regels voor bankentoezicht. Ook Suriname volgt deze lijn. Deze verkoop is dus niet alleen juridisch noodzakelijk, maar ook een stap richting beter toezicht en transparantie,” aldus de minister. Daarnaast benadrukt hij dat de verkoop zodanig is ingericht dat er geen nieuwe dominante partij ontstaat. “We willen geen concentratie van macht binnen één aandeelhouder, daarom is de rol van de Centrale Bank van Suriname (CBvS) als toezichthouder cruciaal,” stelt Raghoebarsing. Governance en transparantie Hakrinbank-directeur Rafiek Sheorajpanday noemt de verkoop een stap vooruit in termen van governance. “Het afbouwen van het staatsbelang versterkt de onafhankelijkheid van de bank en sluit aan bij internationale normen,” zegt hij.Volgens hem leeft deze beslissing ook onder kleine aandeelhouders: “Zij voelden zich soms ongemakkelijk bij de grote invloed van de Staat. Deze verkoop komt ook tegemoet aan hun wens naar evenwichtiger eigenaarschap.” Inschrijving tot eind juni 2025 De aangeboden aandelen hebben een nominale waarde van SRD 0,15, maar worden verkocht tegen een minimumprijs van SRD 1.200 per stuk. Zowel binnenlandse als buitenlandse partijen kunnen deelnemen aan de inschrijving, die op 30 juni 2025 sluit. Inschrijven kan digitaal via het officiële platform van de bank of fysiek bij elk Hakrinbank-filiaal. Volgens de minister is de procedure bewust transparant opgezet. “We willen hiermee het signaal afgeven dat ook de overheid zich conformeert aan de regels.” Toewijzing en betaling Na afloop van de inschrijvingsperiode ontvangt de Staat een overzicht van alle biedingen van de Hakrinbank. Binnen twee weken zal worden beslist aan wie de aandelen worden toegewezen. De geselecteerde inschrijvers krijgen vervolgens nog eens twee weken de tijd om het verschuldigde bedrag over te maken.
Ontvoeringen, dwangarbeid en honger: Cabo Delgado gebukt onder jihadistisch geweld
In de Mozambikaanse provincie Cabo Delgado zijn de afgelopen dagen zeker 120 kinderen ontvoerd door jihadistische strijders. Dat meldt Human Rights Watch (HRW). Volgens de mensenrechtenorganisatie worden de kinderen vermoedelijk ingezet als dwangarbeiders, kindsoldaten of zelfs tot een gedwongen huwelijk gedwongen. De verdachten zijn gelinkt aan al-Shabaab, een groep die trouw heeft gezworen aan terreurorganisatie Islamitische Staat (IS). De ontvoeringen vormen een nieuw dieptepunt in het al jaren voortdurende conflict in het noorden van Mozambique. Sinds 2017 probeert de regering greep te krijgen op de opmars van jihadistische groeperingen in de regio, maar tot nu toe met weinig succes. Cabo Delgado behoort tot de armste provincies van een toch al kwetsbaar land, en het geweld heeft inmiddels geleid tot de ontheemding van meer dan 600.000 mensen, zo stelt de Verenigde Naties. Volgens HRW is het geweld de afgelopen twee maanden fors toegenomen. De organisatie roept de Mozambikaanse autoriteiten op om zich actiever in te zetten voor het opsporen van de ontvoerde kinderen en om nieuwe ontvoeringen te voorkomen. Ook andere internationale organisaties luiden de noodklok. Jan Egeland, hoofd van de Noorse Vluchtelingenraad, bezocht onlangs de regio en spreekt van een “genegeerde crisis”. Hij wijst erop dat naar schatting vijf miljoen mensen in Mozambique momenteel met voedseltekorten kampen. Hoewel de regering steun krijgt van bondgenoten als Rwanda en Zuid-Afrika, blijft het conflict voortduren en is er dringend behoefte aan meer internationale aandacht en humanitaire hulp.
Epilepsie verdient meer aandacht in Suriname: Pleidooi voor bewustwording en betere zorg
Epilepsie blijft in Suriname een onderbelicht gezondheidsprobleem, ondanks de grote impact ervan op het dagelijks leven van patiënten. De Epilepsie Vereniging Suriname (EVS), die dit jaar 35 jaar bestaat, organiseerde op donderdag 19 juni een informatieve bijeenkomst over epilepsie en cognitieve ontwikkeling om meer bewustwording te creëren rond deze aandoening. Kinderneuroloog dr. Rhea Cruden, de enige specialist in haar vakgebied in Suriname, gaf tijdens de bijeenkomst een heldere uitleg over wat epilepsie is, hoe het ontstaat, welke vormen er zijn en hoe het behandeld kan worden. Wereldwijd leven meer dan 50 miljoen mensen met epilepsie, waarmee het een van de meest voorkomende neurologische aandoeningen is. In Suriname is er nog te weinig kennis over de gevolgen van epilepsie voor het functioneren van patiënten, zeker bij kinderen. Cruden benadrukte dat epilepsie het dagelijks leven ernstig kan verstoren, vooral wanneer de aandoening niet goed wordt behandeld. Medicatie in combinatie met leefstijladvies vormt de basis van de behandeling. Bij 70% van de patiënten kan epilepsie effectief worden beheerst, mits de medicatie correct en consequent wordt ingenomen. Voor kinderen kan het middel Keppra bovendien positieve effecten hebben op hun leervermogen en schoolprestaties. De cognitieve ontwikkeling van kinderen werd verder toegelicht door orthopedagoog Annelot Themen. Zij legde uit hoe kinderen denken, leren en problemen oplossen tijdens hun ontwikkeling. Thema’s zoals aangepast onderwijs en de begeleiding van kinderen met een speciale hulpvraag kwamen uitvoerig aan bod. In Suriname is dergelijk onderwijs op kleuterniveau echter nog niet beschikbaar en ontbreekt het vaak aan goed opgeleid personeel om deze kinderen optimaal te begeleiden. Volgens Themen is betere samenwerking tussen artsen, ouders, verzorgers en leerkrachten essentieel. Ook wees zij op het belang van het Medisch Opvoedkundig Bureau (MOB), dat gratis begeleiding biedt aan kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar met een speciale hulpvraag. Het MOB heeft vestigingen in Paramaribo, Lelydorp en Nickerie. Daarnaast kunnen ouders ook terecht bij particuliere orthopedagogen en psychologen, terwijl het Pedologisch Instituut ondersteuning biedt bij schoolplaatsing – al blijft het aanbod buiten de hoofdstad beperkt. Een belangrijk onderdeel van de avond was ook het bespreekbaar maken van veiligheid tijdens een epileptische aanval. Een veelvoorkomende misvatting is dat men iets tussen de tanden moet plaatsen om tongbeet te voorkomen. Dit is gevaarlijk en kan juist letsel veroorzaken. In plaats daarvan is het van belang om de patiënt na een aanval in stabiele zijligging te leggen zodat de ademhaling vrij blijft. Duurt een aanval langer dan drie minuten, dan dreigt zuurstoftekort en een verhoogd risico op hersenbeschadiging. De boodschap van de avond was duidelijk: epilepsie verdient meer aandacht – in de zorg, het onderwijs en de samenleving als geheel. Alleen door betere informatievoorziening, vroegtijdige signalering en gerichte ondersteuning kunnen mensen met epilepsie volwaardig functioneren in de Surinaamse maatschappij.
Saramacca zet in op landbouwontwikkeling met oog op olie- en gasgroei
In het district Saramacca wordt actief gewerkt aan de versterking en modernisering van de landbouwsector. Dat zegt districtscommissaris Mitchel Wongsodikromo in een gesprek met Suriname Herald. Volgens hem zijn er momenteel diverse landbouwprojecten in uitvoering, met als doel de agrarische productie te verhogen en het district economisch te versterken. Een van de belangrijkste initiatieven is het China Aid-programma, dat trainingen biedt aan lokale boeren. Binnen dit programma worden moderne landbouwtechnieken en innovatieve teeltmethoden geïntroduceerd, waaronder de paddenstoelenteelt – een relatief nieuw project waarmee Saramacca zich wil onderscheiden en tegelijkertijd de landbouw wil diversifiëren. “De mogelijkheden binnen de landbouw zijn zeer breed, en ik juich de initiatieven van de regering dan ook toe,” aldus Wongsodikromo. Hoewel er nog geen gesprekken zijn gevoerd met lokale ondernemers over de kansen binnen de opkomende olie- en gasindustrie, zijn er wél verkennende gesprekken geweest met internationale multinationals die actief zijn in Suriname. De districtscommissaris ziet in de groei van de olie- en gassector een belangrijke stimulans voor de landbouw: “Suriname moet zich nu al voorbereiden op de stijgende vraag naar verse groenten en fruit, afkomstig van alle ondersteunende sectoren rond olie en gas.” Saramacca is volgens Wongsodikromo ideaal gepositioneerd om een sleutelrol te spelen in de bevoorrading van die markten. “Met gerichte investeringen in opleiding, infrastructuur en begeleiding kunnen we binnen enkele jaren een betrouwbare agrarische leverancier zijn wanneer de olie- en gasproductie volledig op gang komt,” besluit hij.
Buurt in onzekerheid over callcenterbouw: rechterlijke uitspraak blijft uit
De geplande bouw van een callcenter op de hoek van de Nickeriestraat en Marowijnestraat blijft de gemoederen bezighouden. De verwachte rechterlijke uitspraak in het kort geding is tot op heden uitgebleven, tot grote frustratie van de buurtbewoners zegt Conrad Issa, woordvoerder van de belangengroep. “We zitten in onzekerheid af te wachten,” aldus Issa. De bewoners van de Nickeriestraat en omliggende straten voeren al maanden actie tegen de komst van het callcenter. Zij maken zich ernstige zorgen over de leefbaarheid van hun wijk. Hun bezwaren richten zich vooral op geluidsoverlast, drukte en aantasting van de rust in een gebied waar ook scholen en sportfaciliteiten gevestigd zijn. Protestborden met teksten als “Geen callcenter naast de woonwijk” en “President, laat dit niet toe” sieren inmiddels de straten. De bewoners voelen zich buiten het besluitvormingsproces gehouden en vinden dat er sprake is van een gebrek aan transparantie vanuit de overheid. “Deze wijk heeft jarenlang op eigen kracht gezorgd voor veiligheid en onderhoud. En nu wordt er zonder overleg een 24-uursbedrijf gepland in onze directe omgeving,” zegt Issa. Hij benadrukt dat pogingen tot dialoog zijn gestrand, omdat de bewoners een ander beeld voorgeschoteld kregen dan wat nu gerealiseerd dreigt te worden. Een belangrijk kritiekpunt is het ontbreken van een buurtonderzoek. “Geen enkele vertegenwoordiger van het commissariaat is met ons in gesprek gegaan,” stelt Issa. Ook andere bewoners bevestigen dat zij nooit zijn benaderd of geïnformeerd. “Als iemand de moeite had genomen met ons te praten, hadden we onze zorgen kunnen uiten,” zegt een buurtbewoonster. Districtssecretaris Renaldo Soekhoe bevestigt dat de rechter nog geen uitspraak heeft gedaan. Die zou oorspronkelijk in mei plaatsvinden. “We wachten af,” aldus Soekhoe. Voorlopig liggen de bouwwerkzaamheden stil, in afwachting van het vonnis. De buurtbewoners maken echter duidelijk dat hun verzet niet zal verslappen zolang hun stem niet gehoord wordt. “We gaan door met onze acties tot er recht wordt gedaan aan onze bezwaren,” besluit Issa.
Spoedpaspoort binnen tien dagen: strikte regels en extra kosten
Burgers die hun paspoort met spoed willen ontvangen, betalen hiervoor een extra bedrag van vijf euro aan spoedleges. Dit is wettelijk vastgelegd, aldus Anastatia Kanapé-Pokie, directeur van het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB). “De wet schrijft voor dat wie versneld geholpen wil worden, daarvoor extra betaalt. Ik vind het goed dat dit juridisch geregeld is,” zegt zij. De normale verwerkingstijd van een paspoortaanvraag bedraagt dertig werkdagen, oftewel ongeveer vijf weken. In de praktijk wordt het document soms al binnen vier weken geleverd. Bij spoedaanvragen geldt een maximale wachttijd van tien werkdagen, maar in veel gevallen krijgen aanvragers hun paspoort al binnen vijf dagen. Voorwaarde voor een spoedaanvraag is dat het spoedkarakter aantoonbaar is. Dit betekent dat burgers bij de aanvraag documenten moeten overleggen die de urgentie onderbouwen. “We willen voorkomen dat iedereen zomaar een spoedaanvraag doet. Ongeveer 60 procent van de spoedaanvragen blijkt gegrond, maar dit zet wel druk op de afhandeling van reguliere aanvragen,” aldus Kanapé-Pokie. Als er geen bewijsstukken zijn, kunnen burgers een gemotiveerd verzoek indienen bij de CBB-directeur, waarin zij schriftelijk uitleggen waarom spoed noodzakelijk is. De extra inkomsten uit spoedleges worden afgedragen aan de staatskas. Het nieuwe e-paspoort kent een langere geldigheidsduur dan zijn voorganger. Voor personen van achttien jaar en ouder is het e-paspoort tien jaar geldig, tegenover vijf jaar bij het oude machine readable-paspoort. De kosten voor een regulier e-paspoort voor volwassenen bedragen SRD 2100. Voor kinderen van nul tot en met zeventien jaar, bij wie lichamelijke veranderingen sneller plaatsvinden, blijft de geldigheid vijf jaar. Voor hen is het standaardtarief SRD 1365. Bij spoedaanvragen wordt het standaardbedrag verdubbeld, ongeacht de leeftijd. Volwassenen betalen dus SRD 4200 en kinderen SRD 2730 als zij een e-paspoort met spoed aanvragen.
President Trump aangekomen in Nederland voor NAVO-top en staatsdiner
President Donald Trump is dinsdagavond rond 19.37 uur lokale tijd geland op luchthaven Schiphol voor zijn deelname aan de tweedaagse NAVO-top. Direct na aankomst werd hij in zijn gepantserde presidentiële limousine, bijgenaamd The Beast, naar Paleis Huis ten Bosch in Den Haag vervoerd, waar hij dineert op uitnodiging van koning Willem-Alexander. Het staatsdiner vormt het ceremoniële begin van de NAVO-top, die op woensdag officieel van start gaat. Op het paleis worden vanaf 19.00 uur de leiders van de 32 NAVO-lidstaten, samen met hun partners, verwacht voor de ontvangst. Het diner wordt georganiseerd door het departement van de Hofmaarschalk, dat belast is met de coördinatie van koninklijke ceremoniële aangelegenheden. Deze dienst verzorgt jaarlijks meer dan tweehonderd officiële evenementen, waarbij het protocol en de etiquette tot in detail worden bewaakt. President Trump vertrok eerder op de dag rond 13.00 uur Nederlandse tijd vanaf Joint Base Andrews bij Washington D.C. Zijn aankomst in Nederland onderstreept de belangrijke rol die de Amerikaanse delegatie zal spelen tijdens de bijeenkomst van de Noord-Atlantische Raad, die op woensdag plaatsvindt. De aanwezigheid van de Amerikaanse president benadrukt het belang dat Washington hecht aan de NAVO-samenwerking, te midden van geopolitieke spanningen en mondiale veiligheidsuitdagingen.
Iran dreigt met escalatie na Amerikaanse aanval op nucleaire faciliteit Fordow
Iran heeft maandag fel uitgehaald naar de Verenigde Staten na een gerichte luchtaanval op deondergrondse nucleaire installatie in Fordow. De aanval, uitgevoerd met bunker-busterbommen,markeert een nieuwe escalatie in het conflict dat al weken woedt tussen Iran en Israël, en waarinde VS zich inmiddels actief heeft gemengd. Volgens de Iraanse strijdkrachten heeft de Amerikaanse aanval de definitie van legitiememilitaire doelwitten voor Teheran drastisch verruimd. “Meneer Trump, de gokker – u mag dezeoorlog beginnen, maar wij zullen hem beëindigen,” zei generaal Ebrahim Zolfaqari,woordvoerder van het Khatam al-Anbiya hoofdkwartier, in een Engelstalige videoboodschap. VS-aanval en olieprijzen De Amerikaanse luchtaanval op zondagochtend veroorzaakte ernstige schade aan Fordow, blijktuit satellietbeelden, al ontbreekt nog onafhankelijke bevestiging. De aanval wordt gezien als hetzwaarste Amerikaanse militaire optreden in de regio sinds het begin van het Israëlisch-Iraanseconflict. De geopolitieke spanningen veroorzaakten maandagochtend een piek in de olieprijs boven de$80 per vat, al daalde deze later weer naar $76,64 – een signaal dat markten nog altijd hopen opdiplomatieke de-escalatie. Nieuwe Israëlische aanvallen en burgerslachtoffersTegelijkertijd met de Amerikaanse actie voerde Israël nieuwe luchtaanvallen uit op doelen in hetwesten van Iran. Radarinstallaties in Kermanshah en luchtafweerposities in Teheran werdengeraakt door een operatie waarbij naar verluidt twintig Israëlische gevechtsvliegtuigen betrokkenwaren. Volgens Iraanse bronnen zijn bij de Israëlische aanvallen inmiddels meer dan 400 mensen om hetleven gekomen, voornamelijk burgers. In Israël zouden 24 doden zijn gevallen dooraanhoudende Iraanse raketaanvallen. Amerikaanse retoriek en dreiging regimewisseling President Donald Trump noemde de aanval op Fordow een “bullseye” en stelde dat de VS“grootschalige schade” heeft toegebracht aan Iran’s nucleaire infrastructuur. In een bericht opzijn platform Truth Social suggereerde hij bovendien dat een regimewisseling in Iranbespreekbaar is, als het huidige regime “Iran niet weer groot kan maken”. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio waarschuwde Iran ondertussendat het afsluiten van de strategisch belangrijke Straat van Hormuz “economische zelfmoord” zouzijn. De VS zouden “alle opties” overwegen om vrije doorgang van de wereldwijde oliehandel tegaranderen. Internationale diplomatie en dreigende vergelding Iran heeft nog geen directe aanval op Amerikaanse doelen uitgevoerd, maar dreigt metvergelding via cyberaanvallen of sabotage. Volgens minister van Buitenlandse Zaken AbbasAraqchi, die maandag overleg voerde met de Russische president Vladimir Poetin in Moskou,liggen “alle opties op tafel.” Gesprekken over de-escalatie zijn volgens hem pas mogelijk náIraanse vergelding. De VN-Veiligheidsraad kwam zondag bijeen in een spoedzitting. Rusland, China en Pakistanriepen op tot een onmiddellijke wapenstilstand. VN-secretaris-generaal António Guterreswaarschuwde dat de Amerikaanse aanval “een gevaarlijke wending” is en riep op tot eenterugkeer naar diplomatie rond het Iraanse nucleaire programma.
Vijf politieke partijen ondertekenen regeerakkoord voor periode 2025–2030; ABOP nog afwachtend
De politieke partijen NDP, NPS, PL, A20 en BEP hebben vanavond hun samenwerking officieelbekrachtigd met de ondertekening van het regeerakkoord ‘Samen op weg naar een sociaalrechtvaardige en welvarende samenleving’. Dit akkoord vormt de basis voor hun gezamenlijkbestuursprogramma voor de periode 2025–2030. De ABOP, vertegenwoordigd doorpartijvoorzitter Ronnie Brunswijk, was aanwezig bij de bijeenkomst, maar heeft het akkoord nogniet ondertekend. De voorzitters Paul Somohardjo (PL), Gregory Rusland (NPS), Jennifer Simons (NDP), StevenReyme (A20) en Ronny Asabina (BEP) benadrukten de toewijding aan een coalitie die devooruitgang van Suriname centraal stelt en bestuurders ziet als dienaren van het volk. De eerste stap in deze samenwerking werd gezet op 27 mei 2025 tijdens een bijeenkomst in hetCourtyard by Marriott. Het gezamenlijke doel is om tijdens de regeerperiode tastbare resultatente bereiken, onder meer door het rationaliseren van staatsuitgaven en het versterken van deeconomische verdiencapaciteit van het land. Het regeerakkoord is volgens de partijen meer dan een formeel document; het is een belofte aanhet Surinaamse volk. Na vijftig jaar is het tijd dat Suriname op eigen benen staat en zelfstandighaar ontwikkelingskoers bepaalt. Hoewel de ABOP zich inhoudelijk kan vinden in het akkoord, heeft de partij aangegeven nog tijdnodig te hebben om een definitieve beslissing over ondertekening te nemen. De toekomstigedeelname van ABOP aan de coalitie blijft daarmee onzeker.