Suriname zet zich in voor een eerlijker internationaal klimaatfinancieringssysteem, zo
benadrukte president Jennifer Simons op vrijdag 17 oktober tijdens een regeringspersconferentie.
Volgens haar is klimaatfinanciering “veel complexer dan vaak wordt voorgesteld”.
“Er bestaan verschillende vormen van climate finance, maar landen moeten goed opletten waar
ze mee akkoord gaan,” waarschuwde het staatshoofd. Suriname bekijkt momenteel diverse
mogelijkheden, waaronder de inzet van carbon credits, als onderdeel van een breder pakket aan
oplossingen.
President Simons gaf aan dat er gesprekken zijn gevoerd met Panama en Bhutan, beide carbon-
negatieve landen en met Madagaskar, dat carbon-neutraal is. Uit die gesprekken blijkt volgens
haar dat internationale klimaatfinanciering vaak neerkomt op commerciële leningen, waar
bosrijke ontwikkelingslanden nauwelijks van profiteren. Daarom pleit Suriname, samen met de
SIDS-landen (Small Island Developing States), voor een rechtvaardiger systeem.
Simons onderstreepte dat Suriname zijn meer dan 90% bosbedekking wil behouden, maar dat dit
alleen mogelijk is met voldoende compensatie. De regering onderzoekt verschillende
compensatiemechanismen en businessmodellen om bosbehoud economisch rendabel te maken.
“Er zijn organisaties die willen dat het bos blijft staan, en bedrijven die eraan verdienen doordat
het behouden blijft dat is een positief model,” aldus de president.
Tijdens haar deelname aan de 80ste Algemene Vergadering van de Verenigde Naties ontving
Suriname een toezegging van USD 20 miljoen van een coalitie van natuur- en milieuorganisaties
voor bosbehoud. De president benadrukte dat deze steun zal worden ingezet om het leven van
mensen in het binnenland direct te verbeteren. “Zij moeten kunnen zien dat de programma’s die
we uitvoeren ook in hun belang zijn,” zei Simons.