In een krachtige en emotionele inaugurale rede heeft president Jennifer Geerlings-Simons zich
uitgesproken over de enorme verantwoordelijkheid die haar nieuwe ambt met zich meebrengt.
Voor een volle tribune in het Anthony Nesty Stadion sprak Surinames eerste vrouwelijke
president over de uitdagingen die voor haar liggen, maar ook over hoop, eenheid en gedeelde
verantwoordelijkheid.
“Ik neem een taak op mij waarvan ik weet dat die alles van mij zal eisen wat ik te geven
heb” verklaarde Simons, die erkende dat haar historische aanstelling gepaard gaat met extra
druk. “Vanwege het feit dat ik de eerste vrouw ben die deze positie bekleedt, zal er extra druk
zijn op het werk dat ik met de regering samen zal doen.” Toch benadrukte zij bovenal te spreken
als “Surinaamse mens”, vastbesloten om samen met de samenleving het pad van verandering
te bewandelen.
Erkenning van het verleden
De president onderstreepte het belang van collectief historisch bewustzijn. “Het zijn tijden
waarin we gevormd zijn en waaruit we moeten hebben geleerd.” Ze sprak haar waardering uit
voor iedereen die, op welke manier dan ook, heeft bijgedragen aan dit moment – inclusief haar
critici. “Door hen ben ik sterker geworden.”
Focus op herstel en economische verbreding
Simons gaf aan dat haar regering inzet op herstel en groei, met bijzondere aandacht voor de
sectoren volksgezondheid, onderwijs, landbouw en toerisme. Deze sectoren zijn volgens haar
essentieel voor de noodzakelijke economische diversificatie. “We nemen een land over met
grote economische problemen, maar ook met reële vooruitzichten – mits we de eerste moeilijke
jaren weten te overbruggen.”
De president wees op de afhankelijkheid van de mijnbouwsector, en waarschuwde dat
toekomstige olie- en gasinkomsten eerlijk en rechtvaardig verdeeld moeten worden. “Er zijn
genoeg voorbeelden van landen waar de olie-inkomsten slechts enkelen rijk maakten. In
Suriname moeten deze winsten de levensstandaard van alle burgers verbeteren.” Ze kondigde
aan dat nog dit jaar wordt begonnen met decentralisatie van het bestuur, om lokale ontwikkeling
te stimuleren.
Mens centraal in het beleid
Hoewel economische groei een speerpunt blijft, stelde Simons dat welzijn, menselijkheid en
sociale verbondenheid centraal staan. “Voor welzijn en geluk zijn mensen nodig. De economie
is werk van mensen, voor mensen.” Ze riep op tot nationale eenheid en zorg voor elkaar: “We
zijn onze broeders hoeder.”
Afsluiting met poëzie
De toespraak eindigde met woorden van Surinaamse dichters Dobru en Shrinivási, waarmee de
president haar verlangen naar een hecht en rechtvaardig Suriname kracht bijzette:
“Ik zou jullie willen binden tot een volk, zonder dat dit een sprookje blijft.”