Twee mannen riskeren zware gevangenisstraffen vanwege hun vermeende betrokkenheid bij de aanleg van een illegale landingsbaan in het Pusugrunu-gebied, vermoedelijk bestemd voor drugstransport. Het Openbaar Ministerie (OM) heeft zeven jaar cel geëist tegen A.R. en S.R., die volgens justitie actief meewerkten aan het gereedmaken van het terrein voor de landing, bevoorrading en het vertrek van een drugsvliegtuig.
Voor A.R. is voortzetting van zijn voorlopige hechtenis gevraagd, terwijl het OM voor S.R. onmiddellijke gevangenneming verlangt.
De zaak draait om een geheime landingsfaciliteit die in augustus 2024 door het Justitieel Interventie Team (JIT) werd ontdekt. Op locatie trof het team een recent ontbost terrein aan met een geïmproviseerde hangar, bijna 3.000 liter vliegtuigbrandstof in vaten, voertuigen en zorgvuldig verborgen gereedschappen. Sporen van zware machines, die via GPS-gegevens aan de verdachten gelinkt konden worden, bevestigden hun betrokkenheid.
Het OM stelt dat beide mannen hielpen bij het aanvoeren van machines en het aanleggen van infrastructuur, zoals toegangswegen en opslagplaatsen. Alles wijst erop dat het terrein bedoeld was voor een clandestiene landing van een vliegtuig dat kon bijtanken en ongezien kon vertrekken – vermoedelijk in het kader van cocaïnetransport.
Tijdens de zitting benadrukte het OM de maatschappelijke impact van drugshandel: “Deze praktijken leiden tot geweld, corruptie en ondermijnen de rechtsstaat.” Daarom acht justitie een zware straf passend en noodzakelijk als afschrikmiddel.
Naast de celstraffen vraagt het OM ook om verbeurdverklaring van voertuigen, gereedschappen en de in beslag genomen vliegtuigbrandstof. Deze goederen worden daarmee definitief ontnomen aan de verdachten. De kerosine is inmiddels door het JIT vernietigd.
Volgens het OM is er op basis van getuigenverklaringen, politieel onderzoek en de aangetroffen goederen voldoende bewijs dat A.R. en S.R. nauw betrokken waren bij de voorbereidingen van de illegale operatie.