De kantonrechter heeft het verzoek van Hakrinbank N.V. om de arbeidsovereenkomst met een
van haar medewerksters te ontbinden, afgewezen. Volgens de rechter heeft de vrouw terecht
melding gedaan als klokkenluider van vermeende seksuele intimidatie, en is zij daarna
onvoldoende beschermd door haar werkgever.
Melding tegen topman leidt tot confrontatie
De medewerkster deed in mei 2021 via het interne klokkenluidersplatform melding van seksuele
intimidatie door de algemeen directeur van de bank. Volgens haar hadden vier vrouwelijke
collega’s vergelijkbare ervaringen gedeeld. Kort na de melding werd zij volgens haar verklaring
door de algemeen directeur zelf geconfronteerd, beschuldigd van het schenden van
vertrouwelijkheid, en ontving zij onder druk een schriftelijke waarschuwing. De vrouw meldde
zich daarna langdurig ziek.
Bank beschuldigt medewerkster van pesten
In de gerechtelijke procedure stelde de bank dat de medewerkster zich niet integer zou hebben
gedragen, onder meer door collega’s te pesten. Op basis daarvan verzocht de bank om ontbinding
van de arbeidsovereenkomst.
Rechter: bescherming klokkenluider ernstig tekortgeschoten
Kantonrechter Clayton Wallerlei wees het verzoek af en oordeelde dat de bank is gefaald in het
waarborgen van vertrouwelijkheid en veiligheid voor de klokkenluider. Dat de melding direct
werd besproken met de algemeen directeur – de persoon tegen wie de klacht gericht was – werd
als zeer kwalijk beoordeeld.
“Deze werkwijze maakt de bescherming voor klokkenluiders illusoir,” aldus de rechter. “De
gehanteerde methode is intimiderend en heeft aannemelijk bijgedragen aan het ziekteverzuim.”
De rechter stelde vast dat de klachtenprocedure van de bank tekortschiet en besloot daarom dat
de arbeidsovereenkomst in stand blijft. De vrouw blijft dus in dienst van de Hakrinbank.
Advocaat spreekt van baanbrekend vonnis
De advocaat van de medewerkster, Audrey Tjong A Sie, noemt de uitspraak historisch
belangrijk. Voor zover zij weet is dit de eerste keer in Suriname dat een arbeidsrechter de rechten
van een klokkenluider op deze manier beschermt.
“Het vonnis onderstreept het belang van goed werkgeverschap en van het serieus nemen van
meldingen van misstanden,” zegt Tjong A Sie. “De klokkenluider moet erop kunnen vertrouwen
dat de informatie vertrouwelijk wordt behandeld. In dit geval is dat duidelijk niet gebeurd.”
Volgens haar blijkt uit de zaak dat rechters hechten aan de moed van werknemers om misstanden
aan te kaarten – en dat die bescherming verdienen, ook als het gaat om klachten tegen de top van
een organisatie.