Kantonrechter Lydia Ravenberg heeft maandag de ondernemers Gerard van den Bergh en Asha
Badal vrijgesproken van alle strafrechtelijke vervolging. De zaak was aangespannen door
Kirpalani N.V., die het tweetal beschuldigde van het verduisteren van leningsgelden bestemd
voor hun bedrijf, De Vliegende Eend B.V.
Volgens de rechter is echter geen sprake van verduistering, en had het Openbaar Ministerie (OM)
deze zaak niet als strafzaak moeten behandelen. Het betrof volgens haar een zuiver
civielrechtelijk geschil, dat inmiddels ook al via die route is beoordeeld.
Lening zonder voorwaarden
De zaak draaide om een reeks leningen die Kirpalani had verstrekt aan Van den Bergh en Badal
voor de oprichting van een geïntegreerd kippenproductiebedrijf. In totaal ging het om US$ 3,2
miljoen en SRD 3,2 miljoen, over drie tranches verdeeld. Uit het dossier blijkt dat er geen
bindende afspraken waren over de exacte bestemming van het geld.
De rechter stelde vast dat er bij de overeenkomst geen verplichting bestond tot het volgen van
een vooraf overeengekomen bestedingsplan. Hierdoor hadden de ondernemers vrijheid in de
besteding van de gelden, en kon er dus geen sprake zijn van een strafbaar feit.
Rechter: “Waarom is dit een strafzaak?”
In haar vonnis volgt Ravenberg het betoog van raadsman Murwin Dubois, die eerder had
aangevoerd dat er geen bewijs was van verduistering. Ze wees erop dat er geen sprake is van een
dienstbetrekking tussen de verdachten en Kirpalani, waardoor ook vervolging op grond van
artikel 382 Wetboek van Strafrecht niet van toepassing is.
“Een lening is toch geen strafbaar feit? Waarom is dit überhaupt een strafzaak?” citeert
persrechter Alida Johans de kantonrechter. Volgens Ravenberg heeft het OM formeel wel het
recht om te vervolgen, “maar hier ontbreekt iedere grond.”
Twijfels over accountantsrapport
Van den Bergh, die zich momenteel in Nederland bevindt, laat weten zeer tevreden te zijn met
het vonnis. Hij kondigde aan zich nu te richten op een tuchtrechtelijke procedure tegen Ernst &
Young Paramaribo, het accountantskantoor dat volgens hem een ondeugdelijk rapport opstelde
dat ten grondslag lag aan de strafzaak.
Volgens Van den Bergh was het rapport opgesteld “in opdracht van Kirpalani” en bevatte het
onvolledige en misleidende informatie. Dubois wees erop dat het rapport sprak van
onverantwoorde bedragen tussen de US$ 825.000 en US$ 1.060.000, terwijl de accountant van
De Vliegende Eend, Hans Girjasingh, slechts een verschil van US$ 15.000 constateerde, dat
bovendien intern te verklaren zou zijn.
Einde van een onterechte strafzaak
Dubois benadrukte in zijn pleidooi dat er geen bewijs is voor medeplegen of leidinggeven aan
enig strafbaar feit, en dat de hele zaak juridisch onvoldoende was onderbouwd. De rechter gaf
hem daarin gelijk en wees het verzoek tot vervolging volledig af.
Daarmee komt er voorlopig een einde aan een slepende zaak, waarvan de rechter duidelijk stelt:
dit had nooit strafrechtelijk mogen worden aangezet.