De aanval op het vluchtelingenkamp Zamzam in Soedan heeft in april aan zeker 1.013 mensen het leven gekost. Dat meldt de Verenigde Naties in een nieuw rapport, waarin de paramilitaire groepering Rapid Support Forces (RSF) wordt aangewezen als verantwoordelijke partij.
Volgens de VN ging de inname van het kamp gepaard met ernstige mensenrechtenschendingen. Bewoners zouden zonder vorm van proces zijn geëxecuteerd en blootgesteld aan marteling en seksueel geweld. Als gevolg van het geweld sloegen meer dan 400.000 inwoners op de vlucht.
In het rapport wordt verder vermeld dat minstens 104 personen slachtoffer zijn geworden van seksueel misbruik, onder wie vrouwen, meisjes en enkele jongens. Daarnaast zouden de RSF-strijders doelbewust de aanvoer van voedsel en drinkwater hebben geblokkeerd. Pogingen om humanitaire hulp te verlenen liepen vaak fataal af, doordat hulpverleners werden gedood, waardoor overlevenden in uiterst schrijnende omstandigheden achterbleven.
De Verenigde Naties dringen aan op een onafhankelijk onderzoek en vervolging van de daders. Het geweld in Zamzam maakt deel uit van de oorlog die sinds 2023 woedt tussen het regeringsleger van Soedan en de RSF. Daarbij richt de paramilitaire groep zich volgens de VN vooral tegen Soedanezen van Afrikaanse afkomst en ontvangt zij steun uit de Verenigde Arabische Emiraten.
