VHP-parlementariër Asiskumar Gajadien heeft procureur-generaal Garcia Paraghsingh in een officiële brief verzocht om een strafrechtelijk onderzoek naar vermeende onregelmatigheden rond recente bevorderingen binnen de Beveiligings- en Bijstandsdienst Suriname (BBS). Volgens hem zijn er serieuze aanwijzingen dat wettelijke procedures zijn geschonden en dat mogelijk sprake is van corruptieve praktijken.
Het verzoek is gebaseerd op een uitgebreid dossier dat is opgesteld door drie beveiligingsinspecteurs 1e klasse. Zij proberen sinds september de kwestie onder de aandacht van de bevoegde autoriteiten te brengen, maar zonder resultaat. Omdat volgens hen geen enkele instantie bereid was op te treden, acht Gajadien het noodzakelijk de zaak formeel voor te leggen aan het Openbaar Ministerie.
De inspecteurs stellen dat twee BBS-functionarissen in mei 2025 zijn bevorderd zonder eerst de rangen van beveiligingsinspecteur 3e en 2e klasse te hebben doorlopen. Daarmee zouden de bevorderingen strijdig zijn met artikel 17 van het Reglement BBS. Daarnaast zou de president zijn verplichte oordeel niet hebben gegeven, wat zou betekenen dat de besluiten onbevoegd zijn genomen.
In de documenten wordt eveneens gewezen op mogelijke schendingen van artikel 13 van de Anti-Corruptiewet, waaronder vermoedelijke bevoordeling, misbruik van staatsmiddelen en belangenverstrengeling. Gajadien vraagt het OM specifiek deze elementen te toetsen in een strafrechtelijk onderzoek.
Volgens de betrokken functionarissen is het onmogelijk gebleken om de kwestie intern te laten behandelen. De minister van Justitie en Politie zou niet gereageerd hebben op hun verzoeken. Bovendien werd hen op 1 oktober 2025 geweigerd aangifte te doen, met als reden dat “de zaak bij de minister in behandeling zou zijn”. Uit de overgelegde stukken zou echter blijken dat de minister geen onderzoek wenst in te stellen.
Gajadien verzoekt de procureur-generaal om onder meer de beschikkingen JP 25-004154 en JP 25-104150 te onderzoeken, na te gaan of artikel 13 van de Anti-Corruptiewet is overtreden en vast te stellen of een intern onderzoek bewust is tegengehouden.
De parlementariër stelt dat de zaak door het uitblijven van intern optreden een “ernstig karakter” heeft gekregen. Hij benadrukt dat een onafhankelijk onderzoek van het OM noodzakelijk is om het vertrouwen in de rechtsstaat te waarborgen.
Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.
