Het Hof van Justitie (HvJ) heeft twee mogelijke routes uitgewerkt voor de invoering van
cassatierechtspraak in Suriname. Cassatie biedt burgers en instellingen de mogelijkheid om
rechterlijke uitspraken op hun rechtmatigheid te laten toetsen. Hofpresident Iwan Rasoelbaks
benadrukt dat beide opties grondwetswijziging, politieke wil en financiering vereisen.
De eerste optie is toetreding tot de appellate jurisdiction van de Caribbean Court of Justice
(CCJ), waarbij een kamer voor civiel recht zou worden ingesteld. De tweede optie betreft de
oprichting van een nationale cassatie-instantie, de Surinaamse Hoge Raad, gebaseerd op de civil
law-traditie en bemenst door topjuristen.
Tijdens de opening van het nieuwe zittingsjaar (2025–2026) gaf Rasoelbaks aan dat het hof beide
voorstellen zal voorleggen aan regering en parlement voor bredere maatschappelijke bespreking.
Om het vraagstuk grondig te bestuderen, richtte het hof een denktank op met steun van de Hoge
Raad der Nederlanden en de voormalige president van de CCJ. Ook de Surinaamse Orde van
Advocaten (SOVA) buigt zich over dit thema. Deken Elleson Fraenk noemt cassatie een
belangrijke waarborg voor gerechtigheid en rechtsontwikkeling, maar waarschuwt dat de
hervorming zorgvuldig moet gebeuren, met respect voor de scheiding der machten.
De SOVA heeft een Commissie 3e Instantie ingesteld die aanbevelingen voorbereidt. Beide
instellingen willen via overleg en onderzoek bijdragen aan een sterke, onafhankelijke en
toegankelijke rechtspraak in Suriname.
