In de Peruaanse hoofdstad Lima zijn afgelopen weekend hevige protesten uitgebroken tegen het
bewind van president Dina Boluarte en het Congres. Volgens autoriteiten en
mensenrechtenorganisaties raakten minstens 19 mensen gewond, onder wie een politieagent en
een journalist.
De demonstraties, geleid door jongeren en transportarbeiders, richten zich tegen corruptie,
verplichte pensioenbijdragen en de toenemende georganiseerde misdaad. In delen van het
centrum van Lima kwam het tot confrontaties; demonstranten gooiden stenen en
molotovcocktails, terwijl de politie reageerde met traangas en rubberkogels.
De Nationale Coördinatie Mensenrechten (CNDDHH) beschuldigde de politie van buitensporig
geweld en riep op het recht op vreedzaam protest te respecteren. Volgens CNDDHH-advocaat
Mar Pérez was “er geen enkele rechtvaardiging voor het massaal inzetten van traangas.”
De sociale onrust nam toe nadat de regering begin september een wet aannam die alle Peruanen
boven de 18 verplicht zich aan te sluiten bij particuliere pensioenfondsen. De maatregel stuit op
fel verzet vanwege de hoge werkloosheid en informele sector.
De populariteit van Boluarte is sterk gedaald, terwijl ook het Congres kampt met lage
vertrouwenscijfers door aanhoudende corruptieschandalen. Intussen groeit de onrust door
afpersingen en moorden door criminele bendes, wat de stabiliteit van het land verder onder druk
zet.