Bestuurskundige August Boldewijn ziet geen problemen in een mogelijke verhoging van de
pensioengerechtigde leeftijd in Suriname. Hij waarschuwt echter dat een dergelijke maatregel
juist zal zorgen voor hogere uitgaven voor de overheid, terwijl de financiële middelen
momenteel beperkt zijn.
Minister Marinus Bee van Binnenlandse Zaken stelde eerder dat mensen bij het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd zelf zouden moeten kunnen bepalen of zij doorwerken. Boldewijn
reageert kritisch en benadrukt dat het niet simpelweg gaat om populaire voorstellen: “De
overheid moet dan meer gaan betalen aan pensioenen dan voorheen. Op dit moment probeert de
overheid juist de middelen te beperken. Ik vind het gewoon komediantenspel,” zei hij in het
programma Bakana Tori.
Volgens Boldewijn kan voor degenen die na 60 jaar nog willen werken altijd een aparte regeling
worden getroffen buiten de Pensioenwet van 1972. “Als men nog de kracht bezit om te werken,
kan men een regeling krijgen voor een hoger of aanvullend pensioen. Daar is geen probleem
mee, maar er moet wel een wet komen die dit mogelijk maakt,” stelt hij.
Een praktisch voorbeeld is de groep gepensioneerde leerkrachten die het ministerie van
Onderwijs heeft gevraagd bij te springen vanwege het lerarentekort. Voor deze groep geldt dat zij
buiten het pensioen ook een salaris moeten ontvangen, gelijk aan dat van reguliere werknemers.
“Je kunt hen niet meer als gepensioneerden beschouwen, maar als werknemers,” aldus
Boldewijn.