Jurist Jennifer van Dijk-Silos uit stevige kritiek op de aanstelling en bevoegdheden van Sergio
Akiemboto als chief of staff bij het Kabinet van de President. Volgens haar roept het presidentieel
besluit, waarin Akiemboto tekeningsbevoegdheid krijgt, grote juridische vragen op en vormt het
een bedreiging voor de rechtsstaat.
Delegatie of mandaat?
Van Dijk-Silos stelt dat het besluit onduidelijk en slordig is opgesteld. “De Personeelswet kent
geen delegatiebevoegdheid voor de president. Delegatie is hier dus uitgesloten. Hooguit kan
sprake zijn van mandatering, waarbij de president de bevoegdheid behoudt. Maar omdat dit niet
duidelijk in het besluit is vastgelegd, ontstaat verwarring.”
Ze benadrukt dat het besluit zorgvuldig gemotiveerd had moeten worden, met verwijzing naar de
juiste wettelijke basis. “Nu wordt zelfs een resolutie uit 2018 genoemd die in 2024 is
ingetrokken. Dat is wetstechnisch fout en tast de rechtsgeldigheid aan.”
Bestaat de functie wel?
Een ander kritiekpunt betreft de functie chief of staff zelf. Volgens Van Dijk-Silos bestaat deze
functie niet binnen de ambtelijke formatie. “Akiemboto is geen minister en kan dus geen
ministersalaris met emolumenten ontvangen. Hooguit een vergoeding ter hoogte van dat salaris,
maar niet mét de bijkomende rechten. Dit riekt naar bevoordeling en corruptie.”
Ook wijst zij erop dat ex-ministers die voor hun 60e aftreden, tot die leeftijd directeur in
algemene dienst blijven. “Waarom kon Akiemboto die functie niet vervullen? Nu wordt een
nieuwe titel gecreëerd zonder formele aanpassing van de formatie, en dat is
administratiefrechtelijk onjuist.”
Risico voor de rechtsstaat
Volgens Van Dijk-Silos ondermijnt het besluit de rechtsstaat. “Als dit beleid wordt voortgezet,
loopt Suriname het risico dat de rechtsstaat tot nul wordt gereduceerd. Deze president wil
hervormen, maar zo wordt het systeem juist misvormd.”
Daarnaast hekelt ze het optreden van Akiemboto zelf, die openlijk reageerde op kritiek in de
pers. “Dat is onprofessioneel en werpt een smet op het kabinet, de president én op hemzelf.”
Oude fouten herhalen
Van Dijk-Silos wijst erop dat eerdere regeringen, waaronder die van Desi Bouterse, soortgelijke
besluiten namen. “Maar fouten uit het verleden kunnen nooit een excuus zijn om ze opnieuw te
maken. Deze president heeft juist beloofd het systeem te veranderen.”
Besluiten en resoluties moeten volgens haar altijd via de Raad van Ministers en de Raad voor
Personele Aangelegenheden lopen. “Dat geldt ook voor het Kabinet van de President.”
Deskundigheid vereist
Samen met bestuursrechtgeleerde dr. Magda Hoever concludeert Van Dijk-Silos dat het
presidentieel besluit juridisch zwak is. “Het kabinet moet bemenst worden met deskundigen die
administratief en bestuursrechtelijk stevig onderlegd zijn. Alleen dan kan de president haar
hervormingsagenda geloofwaardig uitvoeren.”