De uitvoering van het Royalties Voor Iedereen (RVI)-project vraagt om betrokkenheid van
meerdere bankinstellingen. Momenteel is het slechts de Hakrinbank die een deel van de
uitbetalingen verricht, maar gezien de omvang van het project is dat onvoldoende. De regering
heeft daarom als doel gesteld om tegen eind juli álle banken bij het RVI-project te betrekken.
Tijdens een persconferentie verklaarde minister Stanley Raghoebarsing dat de eerste groep
begunstigden – burgers van 80 jaar en ouder – inmiddels is aangewezen om als eersten hun
aandeel te ontvangen. Deze uitbetalingen vinden plaats vooruitlopend op de verwachte olie-
inkomsten. De groep 80-plussers valt onder ‘Groep A’, waarin ook mensen met een beperking
zijn opgenomen. In totaal gaat het om circa 127.000 geregistreerden, die gefaseerd zullen worden
uitbetaald.
Te groot voor één bank
Van de ongeveer 10.000 personen die ouder zijn dan 80 jaar, kan de Hakrinbank slechts een deel
van de uitbetalingen verzorgen. Het bedrag dat gemoeid is met deze groep ligt tussen de US$ 75
miljoen en US$ 95 miljoen. Raghoebarsing benadrukte dat het nooit de bedoeling was dat slechts
één bank deze verantwoordelijkheid zou dragen. De schaal van het project vereist de
medewerking van meerdere financiële instellingen.
Tot en met vorige week hebben zich inmiddels meer dan 62.000 mensen geregistreerd voor
deelname aan het RVI-programma.
Wettelijke verankering nodig
Een ander belangrijk aandachtspunt, volgens de minister, is de juridische basis van het project.
Momenteel is het RVI nog gebaseerd op een staatsbesluit. Raghoebarsing pleit ervoor dat de
inkomende regering – die op 16 juli aantreedt – het project omzet in een volwaardige wet, om zo
de continuïteit en rechtszekerheid te waarborgen.
Als advies aan de nieuwe regering gaf hij mee om het RVI-project in elk geval voort te zetten
voor senioren. “Zij verdienen als eersten de vruchten van nationale welvaart,” aldus de minister.