Advocaat Irvin Kanhai heeft de rechter verzocht om Joël ‘Bordo’ Martinus vrij te spreken van de
beschuldigingen in Suriname. Volgens de raadsman ontbreekt in het dossier ieder bewijs dat
Martinus de Wet Verdovende Middelen heeft overtreden. Zo zou er geen enkel scheikundig
rapport zijn opgesteld dat bevestigt dat Martinus in het bezit is geweest van cocaïne — een
essentieel element in de tenlastelegging.
De rechter doet op 23 juli uitspraak over het verzoek tot vrijspraak. Het Openbaar Ministerie
(OM) verzet zich krachtig tegen het pleidooi van de verdediging en stelt dat er voldoende
gronden zijn om het verzoek af te wijzen.
Martinus, bij het grote publiek beter bekend als ‘Bordo’, is vandaag door Brazilië uitgeleverd aan
Frankrijk. De Franse justitie had hem in 2019 bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van
acht jaar wegens betrokkenheid bij drugshandel. Bordo werd in 2024 gearresteerd in Brazilië en
zat daar bijna een jaar vast in afwachting van zijn uitlevering. Zowel Frankrijk als Suriname
hadden om uitlevering verzocht, maar Brazilië gaf gehoor aan het Franse verzoek — mede
omdat tussen die landen wel een uitleveringsverdrag geldt, in tegenstelling tot met Suriname.
Kanhai heeft aangegeven een officieel verzoek te willen indienen bij de Franse autoriteiten om
Martinus zijn straf in Suriname te laten uitzitten. Dit zou mogelijk zijn via diplomatiek overleg,
ondanks het ontbreken van een uitleveringsverdrag tussen Suriname en Frankrijk.
Naast de Franse veroordeling wordt Martinus in Suriname samen met zijn kompaan Clifton
‘Keppie’ Jongaman verdacht van onder meer medeplichtigheid aan moord en doodslag, deelname
aan een criminele organisatie, drugshandel en witwassen van crimineel geld. Volgens Kanhai is
zijn verzoek tot vrijspraak uitsluitend gebaseerd op juridische en procedurele gronden,
waaronder het ontbreken van het wettelijk verplichte scheikundige bewijs.
Voordat hij in opspraak raakte, bekleedde Martinus de functie van directeur van het Nationaal
Indoor Stadion en was hij bestuurslid van de politieke partij ABOP, geleid door vicepresident
Ronnie Brunswijk. Brunswijk zelf werd in het verleden ook veroordeeld door de Franse en
Nederlandse justitie voor drugshandel, maar heeft altijd ontkend zich daaraan schuldig te hebben
gemaakt.
In 2023 beloofde Brunswijk aan de achterban van ABOP dat de problemen rond Bordo spoedig
opgelost zouden zijn. De realiteit is echter anders: met de uitlevering aan Frankrijk en de lopende
rechtszaken in Suriname lijkt Martinus voorlopig nog geen uitzicht te hebben op vrijheid.