De Caraïbische regio staat aan het begin van een cruciaal decennium op het gebied van energie. De elektriciteitsvraag stijgt snel, terwijl klimaatverandering en onvoorspelbare brandstofprijzen de druk opvoeren. Voor de kleine eilandstaten (SIDS) betekent dit niet alleen overstappen op hernieuwbare energie, maar vooral zorgen dat deze overgang betaalbaar, betrouwbaar en strategisch gebeurt.
Energie-efficiëntie: de snelste en goedkoopste stap
Hoewel er veel gesproken wordt over futuristische technologieën zoals waterstof en kernenergie, blijkt energie-efficiëntie op korte termijn het meest effectief. Het CHENACT-programma toont aan dat eenvoudige energiemaatregelen in hotels 20 tot 30 procent besparing opleveren — goed voor miljoenen dollars én aanzienlijke CO₂-reductie. Vooral airco en verlichting zijn belangrijke aandachtspunten.
Initiatieven zoals het Caribbean Energy Efficiency Labelling Initiative (CEE) en de CARICOM bouwcode (CREEBC) bieden al technische ondersteuning. Het Energy SMART Fund in Barbados laat zien dat ook financiering geen onoverkomelijke drempel hoeft te zijn, mits er wordt ingezet op slimme samenwerkingen via Energie Service Companies (ESCO’s).
In Trinidad en Tobago is de urgentie extra groot: tussen 2013 en 2021 steeg het huishoudelijk energieverbruik met 28%, en in de commerciële sector met 33%. Zonder doeltreffende maatregelen zal dit alleen maar verder stijgen.
Korte termijn: zon en wind als directe oplossingen
De komende vijf jaar ligt de focus op bewezen technologieën die snel inzetbaar zijn. Denk aan zonnepanelen op daken, zoals al gebeurt in Barbados (20 MW) en Puerto Rico (955 MW). Ook grotere zonneparken zonder batterijen leveren al goedkope stroom op, voor minder dan $0,07 per kWh. De verwachting is dat opslagtechnologie steeds betaalbaarder wordt.
Daarnaast is windenergie op land in bepaalde gebieden rendabel, zoals blijkt uit het BMR-windpark in Jamaica, dat uitstekende prestaties levert. In Dominica wordt hard gewerkt aan een geothermische centrale van 10 MW, die eind 2025 klaar moet zijn.
Middellange termijn: bredere mix aan alternatieven
In de periode van vijf tot tien jaar kunnen landen inzetten op uitbreiding van windprojecten, verdere geothermische ontwikkeling in Oost-Caraïbische eilanden, en het verkennen van groene waterstof voor industrieën. De kostendaling van geothermie maakt het bijzonder aantrekkelijk voor betrouwbare en schone elektriciteitsopwekking.
Lange termijn: innovatie met realisme
Na 2035 komen meer geavanceerde technologieën in beeld, zoals grootschalige waterstofproductie, kleine modulaire kernreactoren (SMR’s) en regionale LNG-voorziening. Dit vraagt echter om forse investeringen, duidelijke wetgeving en internationale samenwerking. Cruciaal: deze toekomstopties mogen de urgentie van nú handelen niet overschaduwen.
Samenwerking als sleutel tot succes
Organisaties als het Caribbean Centre for Renewable Energy and Energy Efficiency (CCREEE), de Caribbean Development Bank en CARICOM hebben al beleidskaders opgesteld. Wat nu nodig is, is daadkrachtige uitvoering. Door gezamenlijk in te kopen, infrastructuur af te stemmen en gebruik te maken van slimme financieringsmodellen, kunnen landen sneller en efficiënter verduurzamen.
Van visie naar actie
De route naar een koolstofarme economie in de Caraïben is duidelijk: zet in op energie-efficiëntie als fundament, ondersteund door toegankelijke hernieuwbare bronnen op korte termijn en innovaties op langere termijn. De middelen en technologieën zijn er — het is tijd voor concrete actie.