Hoewel de wereldwijde impact van de Amerikaanse tarievenoorlog onder president Donald
Trump steeds zichtbaarder wordt, lijken de directe gevolgen voor Suriname vooralsnog beperkt.
Dat concludeert de Vereniging van Economisten in Suriname (VES) in haar maandelijkse
publicatie Inzicht.
Volgens de VES heeft het protectionistische handelsbeleid van de VS wereldwijd geleid tot
stijgende inflatieverwachtingen, een sterk dalende dollarkoers en recordhoge goudprijzen. De
dreiging van een wereldwijde recessie wordt reëel genoemd; het Internationaal Monetair Fonds
(IMF) heeft zijn groeiverwachtingen inmiddels neerwaarts bijgesteld.
Centrale banken wereldwijd zitten klem tussen twee uitersten: enerzijds roept de recessiedreiging
om versoepeling van het monetair beleid, anderzijds zorgen inflatierisico’s juist voor druk tot
verkrapping. In dit complexe speelveld blijft Suriname vooralsnog grotendeels buiten schot.
De VES erkent dat Surinaamse exportproducten naar de VS onderhevig zijn aan een extra
invoerheffing van 10 procent, maar acht de impact daarvan op de concurrentiepositie van het
relatief kleine exportvolume beperkt. Sterker nog, de zwakke Amerikaanse dollar biedt kansen:
exporteurs uit Suriname kunnen concurrerender worden en importeurs profiteren mogelijk van
lagere prijzen.
Een bijkomend effect is dat sommige producten goedkoper kunnen worden door dumping van
overtollige voorraden uit landen die door de Amerikaanse tarieven zijn getroffen. De VES roept
daarom Surinaamse importeurs op hun handelsstrategieën te herzien en nieuwe kansen te
benutten.
Daarnaast ziet de VES mogelijkheden voor Suriname om aantrekkelijker te worden als
vestigings- of productielocatie voor bedrijven die getroffen worden door de Amerikaanse
handelsbarrières. De relatief lage belasting op export vanuit Suriname naar de VS kan daarbij als
voordeel gelden.
Hoewel de wereldwijde inflatie uiteindelijk toch zijn invloed kan hebben op de prijzen in
Suriname, benadrukt de VES dat de Surinaamse overheid er goed aan doet zich afzijdig te
houden van deze geopolitieke machtsstrijd. “Een afwachtende houding is in dit geval
verstandig,” concludeert de organisatie.