De politieke organisatie Optsu, met DNA-kandidaten Imran Taus en Henk Ramnandanlal, heeft
samen met mediabedrijf D-TV Express een kort geding aangespannen tegen Rapar Broadcasting
Network en president Chan Santokhi, in zijn rol als zowel president van de republiek als
voorzitter van de VHP. De zaak dient op 23 mei voor kantonrechter Clayton Wallerlei.
Aanleiding is de geplande uitzending van het televisieprogramma Kal Aaj Aur Kal,
gepresenteerd door Faried Pierkhan, waarin Santokhi op zaterdag 24 mei zou optreden. Optsu en
D-TV Express eisen dat de rechter deze uitzending verbiedt, op straffe van een dwangsom van
SRD 500.000. Tevens vragen zij dat Santokhi persoonlijk wordt verboden om op 24 mei in
programma’s van Rapar op te treden, met een dwangsom van SRD 100.000 per uur bij
overtreding.
De eisers stellen dat sprake is van verstrengeling van functies, aangezien Santokhi optreedt als
zowel president, partijvoorzitter als kandidaat. Zij verwijzen naar de presidentiële resolutie van
12 mei, waarin is bepaald dat van 23 mei om middernacht tot 26 mei om 12.00 uur geen politieke
propaganda mag worden verspreid via media, noch publieke bijeenkomsten of vermakelijkheden
mogen plaatsvinden. Ook geldt een verbod op alcoholverkoop gedurende deze periode.
Volgens Optsu en D-TV Express druist de geplande uitzending van Santokhi in tegen deze
resolutie. Daarbij benadrukken ze dat Rapar financieel voordeel geniet van deze uitzending,
terwijl andere media – waaronder D-TV Express – zich wél aan de resolutie moeten houden en
dus worden benadeeld. Deze situatie wordt door hen aangemerkt als een schending van het
gelijkheidsbeginsel.
Het interview met Santokhi wordt gezien als politieke propaganda, ondanks het feit dat het
formeel als talkshow is aangekondigd. De eisers stellen dat de voortgang van het programma zal
zorgen voor onnodige spanningen in de samenleving vlak voor de verkiezingen van 25 mei. Ook
andere politieke organisaties en het Journalistencollectief Verkiezingen 2025 hebben zich kritisch
uitgelaten over het voornemen van Santokhi om zich juist op deze dag te laten interviewen.
Tot slot benadrukken de klagers dat Santokhi als president nog lang na de verkiezingen in functie
blijft, en het interview dus ook op een later moment kan plaatsvinden. Zijn keuze om dit
programma uitgerekend één dag voor de verkiezingen bij te wonen, wordt door hen bestempeld
als provocerend, respectloos naar het bevoegd gezag en een risico voor de rust en stabiliteit in
het land.