Gisteren en vandaag vond in Suriname opnieuw het Bilateraal Drugsoverleg tussen Suriname en Nederland plaats. Claudia Bruining van het Openbaar Ministerie leidde de Surinaamse delegatie, die verder bestond uit vertegenwoordigers van het Korps Politie Suriname, NV Luchthavenbeheer, de Douane, de Douane Recherche, NV Havenbeheer en het Justitieel Interventie Team (JIT). De Nederlandse delegatie werd geleid door Maaike van Tuyll, programmadirecteur en directeur-generaal Ondermijning van het Nederlandse ministerie van Justitie en Veiligheid. Aanwezig waren ook vertegenwoordigers van het ministerie van Justitie en Veiligheid, het Openbaar Ministerie, de Koninklijke Marechaussee, de Douane en de politie- en douaneattaché van Nederland in Suriname. Tijdens het overleg zijn besluiten genomen om de samenwerking op het gebied van drugsbestrijding te versterken. Dit omvat trainingen en de inzet van gespecialiseerde hulpmiddelen, wat de effectiviteit van beide landen in de bestrijding van drugscriminaliteit moet vergroten. Het overleg werd afgesloten met werkbezoeken aan NV Havenbeheer, de Douanerecherche en de luchthaven. Beide delegaties blikken terug op een constructief overleg en benadrukken de noodzaak van voortdurende en nauwe samenwerking in de strijd tegen drugshandel.
Personeelsleden CDS betrokken bij ernstig verkeersongeval
Gisteren raakten personeelsleden van de Communicatie Dienst Suriname (CDS) betrokken bijeen ernstig verkeersongeval op weg naar Langatabiki. Het voertuig waarin het team zich bevond,brandde volledig uit. De medewerkers wisten zich tijdig in veiligheid te brengen, maar liepen lichte verwondingen op.Zij ontvingen direct medische hulp. De leiding van de CDS spreekt haar oprechte dank uit aan degenen die onmiddellijk hulp boden,evenals aan de verschillende eenheden die betrokken waren. Ze is dankbaar dat depersoneelsleden, gezien de omstandigheden, het verder goed maken.
Argentinië’s handelsrelaties met China: uitdagingen en kansen voor Zuid-Amerika
De libertaire president van Argentinië, Javier Milei, die eind 2023 aan de macht kwam, heeft eencomplexe relatie met China ontwikkeld. Hoewel hij China aanvankelijk bekritiseerde als eencommunistische “moordenaar” en dreigde de banden te verzwakken, steeg de export naar China,waaronder soja en lithium, met 15% in zijn eerste jaar. De toenemende handel met China, ondanks de politieke retoriek van Milei, onderstreept depragmatische benadering van Zuid-Amerikaanse landen. Deze landen zoeken naar economischestabiliteit en groei, wat vaak leidt tot een versterking van de handelsrelaties met China, ongeachtideologische verschillen. De handelsstrategie van de Verenigde Staten onder president Donald Trump, die dreigementen enhandelstarieven gebruikt om Amerikaanse belangen te promoten, stuit op uitdagingen in Zuid-Amerika. De groeiende handelsvoorsprong van China in de regio verzacht de impact van Trumpsmaatregelen. Dit illustreert de beperkingen van een strafmaatregel in een wereld met meerdereeconomische rivalen. Een hoge Braziliaanse diplomaat benadrukte dat de Braziliaanse economie niet afhankelijk is vande Verenigde Staten. Het handelsoverschot van 30 miljard dollar met China is economisch gezienveel belangrijker. Trumps dreigementen met handelstarieven zouden landen kunnen aanzettenom naar minder risicovolle alternatieven zoals China, Europa of de BRICS-groep te zoeken. China’s enorme markt is van onschatbare waarde voor Zuid-Amerikaanse leiders die worstelenmet trage groei en hoge schulden. De export van Zuid-Amerika naar China is de afgelopen tienjaar meer dan verdubbeld, dankzij grondstoffen zoals koper en lithium. Dit heeft de ‘soft power’van Beijing in de regio versterkt, zelfs bij regeringen die ideologisch niet op één lijn zitten. Ondanks de spanningen tussen de Verenigde Staten en China, blijven Zuid-Amerikaanse landenpragmatisch in hun handelsrelaties. Colombia en Panama hebben bijvoorbeeld hun banden metChina versterkt, terwijl ze tegelijkertijd nauwe relaties met de Verenigde Staten onderhouden. Detoekomst van de handelsrelaties in de regio zal afhangen van hoe deze landen balanceren tusseneconomische voordelen en geopolitieke druk.
Suriname: opkomende speler in de wereldwijde olie- en gasindustrie
Suriname staat op het punt een belangrijke rol te spelen in de wereldwijde olie- en gasindustrie,met industriegiganten zoals Shell, TotalEnergies en Chevron die de leiding nemen in deexploratie van de veelbelovende offshore-reserves van het land. Tussen 2025 en 2027 zijn erplannen om ongeveer 10 putten te boren in het Guyana-Suriname Basin. Een recent rapport van Rystad Energy uit Noorwegen onthult dat sinds 2020 ongeveer 2,2miljard vaten olie-equivalent (boe) aan winbare hulpbronnen in Suriname zijn gevonden. Ditmaakt het land tot een belangrijke bestemming voor toekomstige winning. Wood Mackenzieschat de oliereserves van Suriname op ruim 2,4 miljard vaten en de aardgasreserves op 12,5biljoen kubieke voet (tcf). TotalEnergies heeft de leiding genomen met de ontdekking van ongeveer 1,6 miljard boe in Blok 58. Petronas volgt met 500 miljoen boe in Blok 52, terwijl APA Corporation 100 miljoen boeheeft geïdentificeerd in Blok 53. Deze ontdekkingen hebben de interesse in Suriname’s offshore-activa aanzienlijk vergroot. De exploratieboringen in Suriname worden in de komende jaren verwacht aanzienlijk toe tenemen, met belangrijke doelen zoals de diepwaterblokken 63, 64 en 65, evenals de ondiepewaterblokken 5 en 8. TotalEnergies heeft aangekondigd dat de Stena DrillMAX binnenkort naarBlok 64 zal gaan om het Macaw-1-prospect te boren. Het GranMorgu-project is Suriname’s eerste offshore-ontwikkeling. Het veld bevat naar schatting750 miljoen vaten olie en zal gebruikmaken van een drijvend productie-, opslag- en losschip(FPSO) dat door SBM Offshore wordt gebouwd. Dit FPSO zal tot 220.000 vaten per dagproduceren uit ongeveer 30 putten, met de eerste olie verwacht in 2028. Suriname heeft onlangs een succesvolle licentieronde voor ondiep water en farm-in-dealsafgerond, wat aanzienlijke deelname van de industrie heeft aangetrokken. Deze ontwikkelingentonen aan dat Suriname een belangrijke speler wordt in de wereldwijde olie- en gasmarkt, meteen toekomst vol potentieel en groei.
Minister van Financiën Raghoebarsing: geen ruimte voor regelverzetting
Minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning heeft duidelijk gemaakt dat hij nietbereid is om de gevangenis in te gaan voor wie dan ook. Hij benadrukt dat iedereen zich aan degeldende regels moet houden en dat hij zijn medewerkers niet in risicovolle situaties wilbrengen. De minister en zijn medewerkers worden regelmatig door de politie opgeroepen om verklaringenaf te leggen. Raghoebarsing zelf moest recent een verklaring afleggen over bepaalde betalingenen hun rechtvaardiging. Hij stelt dat het ministerie niet onder druk kan worden gezet ombetalingen buiten de regels om te realiseren. Raghoebarsing benadrukt dat elke cent gemeenschapsgeld is en dat er een goede verantwoordingmoet zijn voor elke uitgave. Hij geeft aan dat zijn ministerie geen geld zal verstrekken aaninstanties die hun uitgaven niet kunnen verantwoorden. Verspilling zal volgens hem tot hetverleden behoren. De minister geeft als voorbeeld een staatsbedrijf dat al maandelijks door de overheid wordtbetaald, maar nu extra geld vraagt voor exploitatiekosten. Raghoebarsing is resoluut in zijnweigering om zomaar extra betalingen te doen. Verschillende ministeries en kabinetten hebbenextra geld gevraagd om loonkosten te dekken, maar de minister stelt dat ze moeten bezuinigen enminder overuren maken. Wat betreft sociale uitkeringen, moet de verantwoording vooraf plaatsvinden voordat er geldwordt uitbetaald. Raghoebarsing benadrukt dat de gelden binnen de begroting moeten blijven,anders kan zijn ministerie niet veel meer doen. Deze strikte houding onderstreept zijn toewijdingaan een verantwoord financieel beleid.
Bus- en Boothouders NVB: actie gaat door tot uitbetaling
De actie van de bus- en boothouders in dienst van het Nationaal Vervoer Bedrijf (NVB) blijftonverminderd voortduren, zo meldt Jerrel Banai, voorzitter van de actiegroep, aan SurinameHerald. De achterstallige betalingen die de groep van het NVB moet ontvangen, staan al sindsvorig jaar uit. Banai benadrukt dat de bus- en boothouders al langer dan zes maanden geen betaling hebbenontvangen. “We hebben onze eigen verplichtingen en moeten onze arbeiders betalen,” zegt hij.De actie, die sinds vrijdag bezig is, heeft geleid tot een delegatiebezoek aan het kabinet vanpresident Chan Santokhi. Hoewel de president verhinderd was, werden de actievoerders ontvangen door eentopfunctionaris. Ze zijn gevraagd om dinsdagmorgen om tien uur terug te keren voor een gesprekmet het Staatshoofd en het cluster van ministers. Na dit gesprek zal de groep vergaderen om eenbesluit te nemen over de verdere stappen. Banai erkent dat de actie gevolgen heeft voor schoolkinderen en leerkrachten die afhankelijk zijnvan het openbaar vervoer, ook wel ‘lanti vervoer’ genoemd. Hij stelt echter dat er weinigalternatieven zijn. “De overheid moet ervoor zorgen dat wij op tijd uitbetaald worden. We willenten minste al onze tegoeden van 2024 ontvangen,” benadrukt Banai. In de afgelopen maand hebben de bus- en boothouders een deel van hun betaling voor augustus2024 ontvangen. Banai geeft aan dat de groep geduldig heeft gewacht, maar dat de situatie nuonhoudbaar is geworden. “Het is te veel geworden voor ons,” aldus de voorzitter.
Politie Apoera neemt goederen in beslag en arresteert verdachten
De politie van Apoera heeft gisteren tijdens een controle in de winkel van de 49-jarige M.R. inWashabo diverse goederen in beslag genomen. De actie resulteerde in de inbeslagname van 200liter diesel, 650 liter benzine, meerdere gascilinders en 90 sloffen sigaretten van vierverschillende merken. Naast de inbeslagname van de goederen werd ook de echtgenoot van M.R., de 42-jarige W.R.,aangehouden. Hij werd beschuldigd van overtredingen van de wet op Economische Delicten ende Vuurwapenwet, nadat bij hem een niet-geregistreerd jachtgeweer werd gevonden. Ook een27-jarige buurman, M.S., werd gearresteerd toen bleek dat hij een jachtgeweer zonder geldigevergunning in bezit had. Na overleg met het Openbaar Ministerie werd besloten de zaak buiten het proces om af tehandelen. De verdachten konden vrij komen nadat ze een forse boete hadden betaald. Alle inbeslag genomen goederen zijn door de politie veiliggesteld. Deze actie onderstreept de striktehandhaving van wetten en regelgeving in de regio.
Grensconflict Guyana-Venezuela: patrouilleschip dringt territoriale wateren binnen
De Guyanese president Irfaan Ali maakte recentelijk bekend dat een patrouilleschip van deVenezolaanse kustwacht de territoriale wateren van Guyana was binnengedrongen. Het schipbenaderde een werkschip in een offshore olieblok, wat de spanningen tussen de twee Zuid-Amerikaanse buurlanden verder doet oplopen. Het grensgeschil tussen Guyana en Venezuela over het Esequibo-gebied, een uitgestrekt gebiedvan 160.000 vierkante kilometer, loopt al jaren. De kwestie is momenteel aanhangig bij hetInternationaal Gerechtshof (ICJ). Het noordwestelijke deel van het betwiste olieblok, dat grenstaan Venezuela, is nog niet volledig geëxploreerd door ExxonMobil. Tijdens de inval naderde het Venezolaanse schip meerdere installaties in Guyana’s exclusieveeconomische zone, waaronder het FPSO-schip Prosperity. Het Venezolaanse ministerie vanCommunicatie heeft nog niet gereageerd op verzoeken om commentaar. Guyana heeft de Venezolaanse ambassadeur opgeroepen voor overleg met de minister vanBuitenlandse Zaken en heeft de Guyanese ambassade in Caracas geïnstrueerd om een formeleklacht in te dienen. Daarnaast heeft Guyana aangekondigd het voorval formeel te rapporteren aanhet ICJ en in overleg te treden met internationale partners, waaronder Caricom. De Guyanese regering heeft luchtmachtmiddelen ingezet als voorzorgsmaatregel. De Organisatievan Amerikaanse Staten (OAS) heeft de Venezolaanse actie scherp veroordeeld en beschouwt deschending als een inbreuk op Guyana’s internationaal erkende maritieme territorium. Dezeontwikkelingen onderstrepen de complexiteit en gevoeligheid van het langdurige grensconflicttussen beide landen.
ABOP roep op tot nationale strijd tegen armoede
Alice Amafo, lid van de Algemene Bevrijdings- en Ontwikkelingspartij (ABOP), heeft tijdens een grote partijbijeenkomst aan de Nieuwweergevondenweg opgeroepen tot een nationale strijd tegen armoede. Ze beschreef de huidige situatie als een gevolg van opgelegde armoede en economische discriminatie, en riep op tot een einde aan deze praktijken die al decennialang voortduren. Amafo sprak haar leden, die ze als “soldaten” aanduidde, toe en riep hen op om zich te verzetten tegen elke vorm van onrecht in de samenleving. Ze benadrukte dat er geen plaats moet zijn voor armoede en dat iedereen de mogelijkheid moet krijgen om door hard werk succesvol te zijn. “Er mogen geen armenaren zijn, ‘hell no’,” zei ze met nadruk. De steun voor het leiderschap van voorzitter Ronnie Brunswijk werd door Amafo benadrukt. Ze stelde dat een goed sociaal programma alleen kan worden gerealiseerd met de steun van de partijleden. Andere sprekers op de bijeenkomst beklemtoonden dat het tijd is voor sociaal zwakkeren om een stem te krijgen in de politiek, en dat de ABOP die stem kan zijn. Partijsecretaris en DNA-voorzitter Marinus Bee gaf aan dat de ABOP ervoor wil zorgen dat hun achterban niet langer in een achterstandspositie verkeert. Hij bekritiseerde oude politici die de kiezer jarenlang in armoede hebben gehouden en riep op tot verandering. Bee benadrukte het belang van het behouden van het ministerie van Grondbeleid- en Bosbeheer (GBB) in handen van de ABOP. Dit zou de partij in staat stellen om belangrijke projecten uit te voeren en de nood van burgers die recht hebben op grond op te lossen. Hij riep de kiezers op om bewust te stemmen en hun verantwoordelijkheid te nemen. Bee sloot af met de opmerking dat de ABOP bij elke verkiezing groeit en dat de partij door hard werk steeds verder zal komen. Hij riep de kiezers op om op 25 mei hun stem uit te brengen op de ABOP om deze groei voort te zetten.
Firefly Aerospace’s Blue Ghost landt geslaagd op de maan
Firefly Aerospace, een Amerikaans privéruimtevaartbedrijf, heeft succesvol zijn Blue Ghost-ruimtevaartuig op de maan geland voor een onderzoeksmissie van twee weken. Dit is een belangrijke mijlpaal in de concurrerende wereld van private ruimte-exploratie. De Blue Ghost-ruimtevaartuig maakte spectaculaire beelden van het maanoppervlak voordat het een geslaagde landing maakte in de Mare Crisium-regio, een opvallend gebied dat vanaf de aarde zichtbaar is. De landing vond plaats op zondag, waardoor Firefly het tweede private bedrijf is dat een maanlanding realiseert. Firefly noemt zichzelf het eerste bedrijf dat een ‘volledig succesvolle’ zachte landing heeft uitgevoerd. Vorig jaar maakte het in Houston gevestigde Intuitive Machines een harde landing met de maanlander Odysseus. Hoewel de lander vrijwel intact bleef, raakten veel van de instrumenten aan boord beschadigd. De missie van Firefly maakt deel uit van NASA’s Commercial Lunar Payload Services (CLPS)-programma, dat de particuliere sector wil inzetten om de terugkeer van het agentschap naar de maan te ondersteunen. Blue Ghost droeg 10 wetenschappelijke en technologische ladingen, waaronder NASA-instrumenten die zijn ontworpen om maanstof, straling en oppervlaktematerialen te bestuderen. Belangrijke instrumenten aan boord meten de interne warmtestroom van de maan en voorkomen dat er maanstof op apparatuur terechtkomt. Tot de instrumenten behoort ook een retroreflector voor laserafstandsmetingen. Het ruimtevaartuig werd op 15 januari gelanceerd aan boord van een SpaceX Falcon 9-raket vanaf het Kennedy Space Center in Florida. Firefly heeft plannen om in 2026 en 2028 nog twee Blue Ghost-missies uit te voeren, met als doel meer wetenschappelijke ladingen te leveren en de langetermijndoelen van NASA op de maan te ondersteunen. Janet Petro, waarnemend NASA-directeur, zei tijdens de landing van Firefly dat de maan nog steeds een cruciale rol speelt in Amerika’s ambities om de ruimte te ‘domineren’. Het succes benadrukt de groeiende rol van particuliere bedrijven in de ruimtevaart, aangezien NASA en andere organisaties steeds meer afhankelijk zijn van commerciële partners om wetenschappelijke en technologische doorbraken te bereiken. Ook andere landen zijn actief bezig met hun eigen maanprojecten. China bijvoorbeeld, werkt aan zijn Chang’e-robotprogramma en heeft plannen om tegen 2030 Chinese astronauten op het maanoppervlak te zetten.