Het tragische incident dat zich gisteren afspeelde aan de La Vigilantiaweg in Suriname, benadrukt opnieuw de gevaren van werkzaamheden met zware machines. Tijdens werkzaamheden met een mobiele kraan in de buurt van Goejaba, raakte de kraanboom per ongeluk een hoogspanningskabel. Dit leidde tot een dodelijke elektrische schok met ernstige gevolgen. Drie mannen waren op dat moment bezig met het hijsen van een cabine van een pick-up: Errol Powel (46) uit Para, Stuart Asodanoe (54) uit Goejaba, en Manuel Joslim (37) uit Para. Powel, die de kraan bediende, kreeg de volle elektrische schok te verduren en overleed kort daarna. Zijn overlijden werd officieel bevestigd door arts drs. Habieb. Asodanoe, die zich dicht bij de kraan bevond, raakte gewond en werd naar de Spoedeisende Hulp gebracht. Zijn toestand is op dit moment nog onbekend. Joslim ondervond een lichte schok, maar hoefde niet opgenomen te worden. De politie van het ressort en de Forensische Opsporing (FO) hebben onderzoek verricht op de plaats delict. Na overleg met de officier van justitie, is het lichaam van Powel aan de nabestaanden overgedragen. Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Ut elit tellus, luctus nec ullamcorper mattis, pulvinar dapibus leo.

Volgens VHP-lid Helima Poese is het van cruciaal belang dat er effectief beleid in Suriname wordt gevoerd. Dit was niet het geval tijdens het bewind van Marie Levens van de NPS, toen het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur (MINOWC) een doorstroombeleid invoerde dat ervoor zorgde dat veel jongeren niet konden lezen of schrijven. Poese benadrukt dat het de VHP was, onder leiding van de nieuwe minister Henry Ori, die orde op zaken bracht. “Onder leiding van Marie Levens kon iedereen automatisch doorgaan naar de volgende klas, ongeacht hun schoolprestaties. Het resultaat? Kinderen die niet konden lezen of schrijven, en ouders die wanhopig waren omdat hun kinderen achterbleven,” zei Poese, die ook directeur is van het MINOWC, tijdens een recente vergadering van de Vooruitstrevende Hervormingspartij. Ze benoemde degenen die hebben bijgedragen aan het herstel van het onderwijssysteem door het invoeren van beoordeling via repetities en het oprichten van aandachtscholen voor kinderen die achter waren geraakt door het doorstroombeleid. “Kinderen konden niet lezen en schrijven. Dit is het gevolg wanneer we geen goed beleid uitzetten,” aldus Poese. Met de succesvolle afsluiting van de laatste IMF-review, zegt de onderwijsdirecteur dat alle salarissen, inclusief die van leerkrachten, op tijd kunnen worden uitbetaald. “Er waren geen middelen vanwege de hoge schulden. Nu zijn onze gelden vrijgemaakt, waardoor leerkrachten eind april hun salarissen zullen ontvangen. We hebben 60 miljoen SRD extra nodig om de salarissen uit te betalen, maar het zal gebeuren,” aldus Poese.

In het dorp Wakibasoe in Suriname heeft de politie van Brownsweg afgelopen nacht drie meldingen van brand ontvangen, waarbij vermoed wordt dat het gaat om brandstichting. De incidenten zouden kunnen zijn aangewakkerd door de aanhouding van een verdachte. De politie van Brownsweg arresteerde woensdagmiddag een 21-jarige man, K.P., op verdenking van openlijke geweldpleging en bedreiging met brandstichting. Kort na zijn aanhouding, tussen 03.00 en 05.00 uur, werden op drie verschillende locaties in het dorp branden gemeld. Bij een van de incidenten brandde een woning, inclusief de inboedel en een voertuig, volledig af. In een ander geval ging een witte Toyota Alphard in vlammen op. Het derde incident betrof een mislukte poging tot brandstichting, waarbij een woning in brand gestoken zou moeten worden, maar dit werd tijdig verhinderd door snel optreden. De politie van Brownsweg is momenteel bezig met het onderzoeken en opsporen van de daders.

De prijzen van goederen in de winkels blijven stijgen. Het wordt steeds moeilijker om het hoofd boven water te houden. Het is alsof de prijzen in de winkels wekelijks worden verhoogd, waardoor het steeds moeilijker wordt om de eindjes aan elkaar te knopen.   Suriname heeft een importeconomie wat wil zeggen dat we veel meer importeren dan we exporteren. We zijn dus heel erg afhankelijk van de prijs van goederen uit het buitenland. Internationaal zijn de prijzen van goederen gestegen, de importeurs betalen dus meer voor de goederen als ze die aankopen.   Vrachtvervoer is vanaf de COVID periode zeker 3x duurder geworden wat maakt dat de prijs van getransporteerde goederen ook gaat stijgen. De prijs van brandstof is ook verhoogd en de goederen moeten vanuit de haven, naar de opslag, naar de distributeur, naar de winkels met brandstof worden getransporteerd, dus ook daar een prijsverhoging.   De goederen zijn reeds op 4 verschillende momenten verhoogd, 1. De prijs op zich, 2. Vrachtkosten per boot 3. Importheffing 4. Transport te land. De 3e importheffing zijn de invoerrechten en accijnzen die woorden berekend op basis van de douanekoers die is gelinkt aan de wisselkoers die ook is gestegen.   Als de importeur en de winkelier hun winstmarge op de goederen berekenen, zijn er dus 7 momenten waarbij de goederen in prijs stijgen. De consument wordt dan geconfronteerd met prijsstijgingen terwijl het inkomen hetzelfde blijft, waardoor rondkomen moeilijker wordt.   Alle 7 genoemde schakels waarbij verhoging plaatsvindt zijn punten waarop de overheid geen invloed heeft, het ligt buiten de invloedsfeer van de overheid. De overheid probeert door middel van prijscontrole haar deel om na te gaan als de doorgevoerde verhogingen wel relevant zijn. Maar aan de oorzaak van de verhoging kan de overheid niets doen.   De consument moet zoveel als mogelijk hun levens- en kooppatroon aanpassen met als doel meer geld over te houden voor andere prioriteiten, proberen te planten om wat meer zelfvoorzienend te worden. Misschien moet men per familie of buurt in het groot inkopen zodat je de groothandelsprijs betaalt.   De regering heeft ondernemerschap gestimuleerd met als doel te produceren en import vervangend te worden, ondernemen voor meer werkgelegenheid, exporteren en deviezen verdienen en zo de economie te laten groeien. De overheid heeft ook getracht de minder draagkrachtigen te ondersteunen, alsook de werkende klasse. Samen moeten we onze schouders eronder zetten om te komen tot welvaart en welzijn van land en volk.     Praag, Jason

In de Dominicaanse hoofdstad heeft zich dinsdagavond een ongekende ramp voltrokken toen hetdak van de bekende nachtclub Jet Set instortte tijdens een drukbezocht optreden. Volgensofficiële bronnen zijn inmiddels ten minste 124 doden bevestigd. De hoop op het vinden vanoverlevenden neemt met het uur af. De instorting vond plaats kort na middernacht, op het moment dat de populaire merenguezangerRubby Pérez optrad. Honderden feestgangers waren op dat moment aanwezig in de club, diebekendstaat om het ontvangen van prominente gasten uit de Dominicaanse samenleving endaarbuiten. Onder de slachtoffers bevinden zich verschillende bekende figuren. Rubby Pérez zelf overleefdede ramp niet; zijn lichaam werd woensdagochtend geborgen. Ook voormalig honkbalspelersOctavio Dotel en Tony Blanco, beiden ex-professionals in de Amerikaanse Major LeagueBaseball, zijn bij de ramp omgekomen. President Luis Abinader bevestigde bovendien het tragische verlies van Nelsy Cruz, gouverneurvan de provincie Monte Cristi en zus van oud-MLB-ster Nelson Cruz. Verder zou ook de zoonvan de Dominicaanse minister van Openbare Werken en Communicatie onder de dodelijkeslachtoffers zijn. Families in onzekerheid Bij de ingang van de ingestorte nachtclub verzamelden zich sinds dinsdagavond tientallenfamilieleden en vrienden van bezoekers, op zoek naar nieuws over hun vermisten. In tranen enwanhoop toonden velen foto’s van hun dierbaren aan hulpverleners, in de hoop op herkenning ofnieuws. Tot nu toe zijn meer dan 150 mensen levend uit het puin gehaald, maar sinds dinsdagmiddag zijner geen nieuwe overlevenden aangetroffen. Reddingswerkers zetten hun zoektochtonvermoeibaar voort en maken gebruik van zwaar materieel om toegang te krijgen tot demoeilijkst bereikbare delen van het gebouw. Juan Manuel Méndez, hoofd van het nationale centrum voor rampenbestrijding, verklaarde datde reddingsinspanningen naar verwachting nog 24 tot 36 uur zullen aanhouden. De inzet vangespecialiseerde teams, waaronder speurhonden en ingenieurs, is opgeschaald. Onderzoek naar oorzaak gestart De exacte oorzaak van de dakinstorting is vooralsnog onbekend. Technische experts zijninmiddels begonnen aan een diepgaand onderzoek om te achterhalen wat tot de catastrofe heeftgeleid. Er wordt onder meer gekeken naar de bouwstructuur, onderhoudsstaat en mogelijkeoverbelasting tijdens het evenement. De ramp in Santo Domingo is één van de dodelijkste incidenten die het land in jaren heeftgetroffen, en laat een diepe wond achter in de Dominicaanse samenleving.

Vicepresident en partijvoorzitter van de ABOP, Ronnie Brunswijk, heeft zich uitgesproken tegen hetvoorstel om Wendy Jap-A-Joe uit haar functie als ondervoorzitter van het Centraal Hoofdstembureau(CHS) te ontheffen. Zijn reactie volgt op recente uitspraken van Jennifer van Dijk-Silos, voorzitter vanhet Anti Fraude Platform (AFP), die tijdens een persconferentie aandrong op haar vertrek – een oproepdie ook door diverse oppositiepartijen werd ondersteund. De kritiek richt zich op de vermeende partijdigheid van Jap-A-Joe, die naast haar rol binnen het CHS ookactief is binnen de ABOP. Tijdens een partijactiviteit op 23 maart was zij zichtbaar aanwezig inpartijkleding en betrokken bij de presentatie van kandidaten, wat volgens de oppositie vragen oproeptover haar neutraliteit binnen het kiesproces. Brunswijk noemt de beschuldigingen onterecht en stelt dat het AFP een politieke agenda dient, met namedie van de NDP. “Het Anti Fraude Platform heeft geen wettelijke status en opereert niet onafhankelijk,”stelde hij woensdag tegenover journalisten voorafgaand aan de ministerraad. Volgens hem vormen deuitlatingen van Van Dijk-Silos een directe aanval op zijn partij en de marrongemeenschap. De vicepresident onderstreepte dat als politieke betrokkenheid aanleiding zou zijn voor ontslag, dit ookconsequenties zou moeten hebben voor andere leden van het CHS die banden hebben met politiekepartijen. “Juist de verscheidenheid aan politieke achtergronden binnen het CHS zorgt voor evenwicht enwederzijdse controle. Dat is onze interpretatie van checks and balances,” aldus Brunswijk. Opmerkelijk is dat Brunswijk hiermee ook ingaat tegen de verklaring van Jap-A-Joe zelf, die eerderpubliekelijk ontkende lid te zijn van de ABOP. “Ze is mijn directeur én partijlid,” benadrukte hij. Brunswijk uitte bovendien harde kritiek op Van Dijk-Silos en suggereerde dat haar uitlatingenvoortkomen uit persoonlijke frustratie over haar eerdere ontslag als minister van Justitie en Politie. “Zegedraagt zich alsof ze nog steeds voorzitter is van het Onafhankelijk Kiesbureau. Ook in haar tijd zaten erpartijleden in het CHS en het OKB,” aldus de vicepresident. Hij stelde dat de huidige samenstelling vanhet CHS nauwelijks verschilt van die in vorige regeerperiodes. Tijdens de bewuste persconferentie benadrukten Van Dijk-Silos en de oppositie dat personen die doorpolitieke partijen worden voorgedragen voor functies binnen CHS of OKB, na benoeming onafhankelijken onpartijdig dienen op te treden. Zij riepen op tot herbezinning over de invulling van deze gevoeligefuncties, met het oog op een transparant en eerlijk verkiezingsproces.

De privatisering van het staatsbedrijf SAIL nadert zijn voltooiing. Minister Parmanand Sewdienvan Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) verklaarde dit voorafgaand aan de vergadering van deRaad van Ministers. De verkoop van het bedrijf maakt deel uit van een bredere strategie van deoverheid om verliesgevende staatsbedrijven af te stoten, die een zware last vormen voor derijksbegroting. Volgens de minister resteren nog slechts enkele administratieve stappen voordat het procesformeel kan worden afgerond. Hij benadrukte dat het privatiseringsbesluit geen verband houdtmet de aankomende verkiezingen. SAIL is al geruime tijd niet winstgevend en kampt metdiepgewortelde problemen, waaronder verouderde infrastructuur die dringend aan renovatie toeis. “SAIL verkeert niet meer in gezonde financiële toestand,” aldus Sewdien. “Het bedrijf houdtzich nu vooral bezig met de verwerking van producten van derden.” Ondanks zijn langegeschiedenis van zestig jaar in de landbouwsector, kan het bedrijf momenteel slechts 65werknemers aanhouden. Minister Sewdien stelde de medewerkers gerust dat hun banen niet op de tocht staan. “Er zullengeen gedwongen ontslagen plaatsvinden,” verklaarde hij. Daarnaast is er overleg geweest met devakbond, die onder meer heeft aangedrongen op de inzet van een onafhankelijke taxateur tijdensde gesprekken met de overheid. De regering wil de overdracht op een verantwoorde manier uitvoeren, met inachtneming van debelangen van het personeel. De privatisering van SAIL is onderdeel van een breder trajectwaarbij ook andere, vaak niet-actieve of alleen op papier bestaande staatsbedrijven wordenaangepakt. Ook daarbij blijft de bescherming van werknemers een belangrijk uitgangspunt.

In aanloop naar de verkiezingen van mei 2025 slaan drie toonaangevende Surinaamseorganisaties opnieuw de handen ineen om kiezers beter te informeren. Het Burgerinitiatief voorParticipatie en Goed Bestuur (BINI) zal dit jaar, in samenwerking met de Vereniging SurinaamsBedrijfsleven (VSB) en de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), een onafhankelijkevergelijking uitvoeren van de verkiezingsprogramma’s van deelnemende politieke partijen. Deze gezamenlijke inspanning heeft als doel het bevorderen van transparantie en het versterkenvan het democratisch proces. Het is niet de eerste keer dat BINI zich op dit terrein begeeft;vergelijkbare analyses werden ook in 2015 en 2020 uitgevoerd. Dit jaar ligt de nadruk op eenbredere samenwerking en een eerdere publicatie van de resultaten. De evaluatie van de partijprogramma’s richt zich op meerdere inhoudelijke thema’s, waarondergoed bestuur, de rechtsstaat, democratie en mensenrechten, milieu en klimaatvraagstukken,sociaal beleid en het financieel-economisch kader. De programma’s worden tevens beoordeeldop de aanwezigheid van een duidelijke toekomstvisie, de kwaliteit van de probleemanalyse,haalbare doelstellingen en de onderbouwing daarvan met concrete ramingen of begrotingen. Volgens de initiatiefnemers is de vergelijking volledig onafhankelijk van politieke invloeden. Definanciering van het project wordt uit eigen middelen van de betrokken organisaties gedragen. De resultaten van de analyse worden begin mei 2025 gepubliceerd, zodat kiezers nog voldoendetijd hebben om zich te verdiepen in de inhoudelijke standpunten van de partijen. Opvallend is dathet merendeel van de politieke partijen hun programma’s dit keer vroegtijdig – al in april – heeftgepresenteerd, wat een positieve ontwikkeling betekent ten opzichte van eerdere verkiezingen,waarin veel partijen pas kort voor de verkiezingsdatum hun plannen openbaar maakten. De bevindingen zullen via de communicatiekanalen van BINI, VSB en VES breed wordengedeeld. Daarnaast zullen de organisaties publieke bijeenkomsten en debatten organiseren waarinpolitieke partijen nader worden bevraagd over de inhoud van hun verkiezingsprogramma’s. Zoorganiseert de VES opnieuw haar bekende ‘Economisch Debat’, terwijl BINI en de VSB hetvoortouw nemen bij de dialoog over goed bestuur en bestuurlijke vernieuwing. Met deze gezamenlijke actie willen de drie organisaties bijdragen aan een bewuster en goedgeïnformeerd stemgedrag onder de bevolking, en zo het fundament van de democratieverstevigen.  

De Surinaamse munt blijft in waarde dalen ten opzichte van de Amerikaanse dollar. De CentraleBank van Suriname (CBvS) noteerde gisteren een officiële koers van SRD 36,95 voor éénAmerikaanse dollar, terwijl cambio’s de dollar al verkopen voor ongeveer SRD 37,35 – mits dieüberhaupt beschikbaar is. De euro presteert nog sterker. Volgens de officiële koers van de CBvS staat één euro op SRD40,87, terwijl de verkoopkoers bij wisselkantoren gemiddeld SRD 39,75 bedraagt. De koersstijging is al langere tijd aan de gang. Bij het aantreden van de regering-Santokhi in juli2020 stond de officiële wisselkoers nog op SRD 7,50 per dollar. Na een vroege devaluatierichting SRD 14 is de SRD sindsdien onder druk blijven staan. De geleidelijke afschaffing vanhet vaste wisselkoersbeleid door de CBvS heeft bijgedragen aan de constantewaardevermindering van de nationale munt. Zowel binnenlandse als internationale factoren liggen aan deze ontwikkeling ten grondslag. Deaanhoudende inflatie, hoge uitgaven van de overheid en het beperkte vermogen van deproductiesector dragen bij aan de kwetsbaarheid van de SRD. Tegelijkertijd beïnvloedengeopolitieke spanningen, zoals het harde handelsbeleid van de VS en de oplopendehandelsoorlog met China en Europa, ook de wereldwijde valutamarkten. In periodes van internationale onzekerheid verschuiven investeerders hun kapitaal naarstabielere munten, zoals de Amerikaanse dollar. Deze verhoogde vraag versterkt de dollar, metdirecte gevolgen voor landen met een zwakke muntpositie zoals Suriname. De stijgende wisselkoers heeft grote impact op het dagelijks leven. Importproducten wordenduurder, wat de inflatie verder aanjaagt. De achterblijvende structurele hervormingen eninvesteringen in lokale productie verergeren de situatie, waardoor de economie kwetsbaar blijften de koopkracht van burgers verder onder druk komt te staan.  

Ambassadeur Miriam Mac Intosh, directeur van Buitenlandse Zaken, vertegenwoordigde opdinsdag 8 april 2025 minister Albert Ramdin bij de ministeriële bijeenkomst van deGemeenschap van Latijns-Amerikaanse en Caribische Staten (CELAC) in Tegucigalpa,Honduras. De vergadering vond plaats in aanloop naar de negende CELAC-top voorstaatshoofden en regeringsleiders, die de volgende dag werd gehouden. In haar toespraak onderstreepte Mac Intosh het belang van nauwe samenwerking tussen delanden in de regio bij het aanpakken van gedeelde vraagstukken zoals klimaatverandering,grensoverschrijdende criminaliteit, eerlijke handel en migratie. “Deze problemen overstijgennationale grenzen en vereisen een gezamenlijke aanpak,” stelde zij. Daarnaast pleitte ze voor het bevorderen van democratische waarden, mensenrechten, derechtsstaat en het internationaal recht. Ze benadrukte het belang van vreedzamegeschillenbeslechting en sprak zich uit tegen het gebruik van unilaterale sancties en anderedwangmaatregelen. De directeur sprak namens Suriname haar waardering uit voor het voorzitterschap van Hondurasbinnen CELAC en feliciteerde het land met het succes van de bijeenkomst. Ook betuigde zijmedeleven aan de Dominicaanse Republiek naar aanleiding van het recente tragische incidentwaarbij een gebouw instortte. Verder complimenteerde ze Honduras met de manier waarop het het afgelopen jaar leiding gafaan de gemeenschap. Volgens Mac Intosh heeft dit gezorgd voor versterkte samenwerking enonderlinge solidariteit in de regio. Colombia, dat het voorzitterschap nu op zich neemt, werd vanharte verwelkomd en verzekerd van de steun van Suriname. Namens minister Ramdin bracht Mac Intosh ook haar dank over voor de steun die hij kreeg bijzijn recente verkiezing tot secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten(OAS). Ze gaf aan dat Ramdin zich in zijn nieuwe rol zal blijven inzetten voor dialoog engezamenlijke oplossingen voor regionale uitdagingen. Tot slot herhaalde zij Suriname’s inzet voor een vreedzame, rechtvaardige en welvarende regiogebaseerd op samenwerking en solidariteit.