Na een grootschalige Russische luchtaanval op West-Oekraïne heeft Polen uit voorzorg
straaljagers en geallieerde vliegtuigen ingezet om het eigen luchtruim te beveiligen. De aanval
eiste het leven van ten minste drie mensen, waaronder een kind, en veroorzaakte grote
stroomstoringen waardoor honderdduizenden inwoners zonder elektriciteit zitten. President
Zelensky ziet de bombardementen als een teken dat Rusland de oorlog wil voortzetten en roept
op tot extra internationale druk. De aanvallen volgden kort na diplomatieke besprekingen onder
leiding van de VS, die wel enige hoop boden, maar nog geen concrete vooruitgang richting vrede
opleverden.
In de Stille Oceaan heeft het Amerikaanse leger vannacht een boot aangevallen die volgens
Washington betrokken was bij drugssmokkel. Hierbij kwam één persoon om het leven. Deze
actie maakt deel uit van het strenge Amerikaanse beleid tegen drugssmokkel, al is er geen
openbaar bewijs geleverd. De aanval heeft de spanningen met Venezuela verder vergroot en
wordt besproken in de VN-Veiligheidsraad.
In Syrië bereikten het Syrische leger en de Koerdisch geleide Syrian Democratic Forces (SDF)
een staakt-het-vuren na zware gevechten in Aleppo. Bij de confrontaties kwamen minstens twee
burgers om het leven en raakten elf anderen gewond, terwijl tientallen inwoners het gebied
ontvluchtten. Het geweld ontstond door toenemende druk om de SDF te integreren in de
Syrische staatsstructuren. Beide partijen beschuldigen elkaar van het veroorzaken van het
conflict, terwijl belangrijke kwesties zoals gezag en territoriale controle nog steeds onopgelost
zijn.
