Minister Stanley Soeropawiro van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) heeft opheldering gegeven over de recente onrust rondom het nietig verklaren van gronduitgiften uit de afgelopen vijf jaar. Volgens de minister gaat het uitsluitend om gevallen waarbij wettelijke procedures zijn geschonden. Hij benadrukt dat noch hij, noch de president bepaalt welke uitgiften ongeldig zijn: “De wet schrijft dit voor.”
De bewindsman verwijst naar het Rekenkamerverslag van 2023, waarin werd vastgesteld dat er in de betreffende periode onrechtmatige gronduitgiften hebben plaatsgevonden. Via de Communicatiedienst Suriname laat Soeropawiro weten dat de Rekenkamer op basis van steekproeven werkt, waardoor rechtmatige uitgiften niet worden teruggedraaid. Gronden die als onrechtmatig worden aangemerkt, worden nader onderzocht.
Soeropawiro verzekert dat personen die hun perceel volgens de regels hebben verkregen, niets te vrezen hebben. Nietigverklaringen kunnen echter ook ontstaan wanneer aanvragers zich niet houden aan wettelijke termijnen. De minister wijst erop dat de problemen al sinds 2018 in de verslagen worden gesignaleerd.
Sinds zijn aantreden op 16 juli merkte Soeropawiro dat er weinig verbetering was in de werkwijze rondom gronduitgiften. Inmiddels is afgesproken dat de aanbevelingen van de Rekenkamer structureel worden doorgevoerd om nieuwe onregelmatigheden te voorkomen. Daarbij benadrukt hij dat strikte naleving van de wet noodzakelijk is.
De minister wijst verder op situaties waarin de status van een perceel onduidelijk is. In zulke gevallen mag geen uitgifte plaatsvinden. Ook komt het voor dat een tweede bereidverklaring wordt verstrekt terwijl de eerste nog geldig is, wat wettelijk verboden is.
Tot slot geeft Soeropawiro aan welke voorwaarden gelden voor het aanvragen van grond: de aanvrager moet Surinaams staatsburger en meerderjarig zijn, beschikken over adviezen van de grondinspectie en de districtscommissaris, en mag niet meer dan één bouwkavel bezitten.
