Jongeren van de Matawai-gemeenschap die recentelijk met harde hand zijn verwijderd uit Kamp
21, uiten hun onvrede over de gang van zaken en het gebrek aan steun van het traditioneel gezag.
Ze voelen zich gedupeerd en verlaten, nu ze zonder werk zitten en geen perspectief hebben op
alternatieve inkomsten.
De jongeren, die actief waren in de kleinschalige goudwinning, zeggen dat de ontruiming hen
economisch heeft geraakt. “Ze zeggen dat het gebied onveilig is, maar wij werken daar juist al
jaren,” aldus een van de jongeren. Volgens hen is er sprake van ongelijke behandeling: “De
kleine man moet wijken, zodat anderen kunnen profiteren van het goud.”
De frustraties zijn groot. De jongeren stellen dat juist degenen die verantwoordelijk zijn voor
orde en veiligheid in het gebied – inclusief basya’s – nu zelf deelnemen aan de goudwinning.
“Wij zijn verwijderd zodat zij in alle stilte daar kunnen werken,” klinkt het verontwaardigd.
Tot hun teleurstelling heeft ook de granman van het gebied zich nog niet uitgesproken over het
incident. “We weten niet waar we aan toe zijn,” zegt een jongere. “We hebben
verantwoordelijkheden, gezinnen om te onderhouden, en nu geen inkomsten. Zelfs schoolspullen
kunnen we niet kopen.”
Sinds de ontruiming is het stil gebleven. De jongeren zeggen dat de basya, die eerder had
aangegeven dat er een ordeningsplan zou volgen, sindsdien geen concrete stappen heeft gezet.
“De situatie is uitzichtloos. A libi kon tranga,” verklaren ze.
De ontruiming vond plaats in juni, waarbij de politie meerdere kampen in Kamp 21 vernietigde
en aanwezige gouddelvers uit het gebied verdreef. De maatregel werd gemotiveerd met
veiligheidsargumenten, maar volgens de jongeren was er geen alternatief of compensatie
geregeld.
De Matawai-jongeren hopen dat er snel duidelijkheid en rechtvaardigheid komt, en roepen het
traditioneel gezag op om hun verantwoordelijkheid te nemen. “We willen niet in conflict, we
willen gewoon werken en voor onze families zorgen.”