Met de verkiezing van Jennifer Geerlings-Simons tot president schrijft Suriname geschiedenis. Voor het eerst zal een vrouw het hoogste ambt in het land bekleden. Maar wat betekent dit werkelijk? Is het louter een historisch moment of het begin van een bredere maatschappelijke en politieke verandering?
Starnieuws sprak met zes prominente vrouwen uit politiek, wetenschap en het maatschappelijk middenveld over deze mijlpaal: Sharda Ganga, Carla Bakboord, Karin Refos, Roseline Daan, Diana Pokie en Monique Essed-Fernandes.
Meer dan symboliek: democratie in actie
Voor Sharda Ganga, directeur van Stichting Projekta, is de betekenis van deze verkiezing glashelder. “We doorbreken het idee dat alleen mannen recht hebben op macht. Iedereen moet president kunnen worden. Dat is een overwinning voor democratie en gelijkheid.”
Carla Bakboord, voorzitter van Women’s Rights Watch, benadrukt het belang van zichtbaarheid. “Meisjes én jongens krijgen nu het signaal dat vrouwen elke positie kunnen bekleden. Dit breekt met diepgewortelde ideeën die generaties hebben bepaald.”
Voor Karin Refos, pleitbezorger voor gendergelijkheid, is dit vooral een kantelpunt in hoe we naar rolmodellen kijken. “Het is belangrijk dat kinderen opgroeien met het beeld dat leiderschap niet gebonden is aan geslacht.”
Leiderschap vraagt kwaliteit, geen excuses
Toch waarschuwen de vrouwen voor het terugbrengen van deze benoeming tot enkel haar vrouw-zijn. Roseline Daan (NPS) is daar duidelijk over: “We moeten geen symbolisch leiderschap willen. De president moet voldoen aan de hoogste eisen van integriteit, visie en daadkracht.”
Ook Ganga nuanceert: “Simons hoeft niet te bewijzen dat vrouwen beter zijn. Ze moet beter zijn dan haar voorgangers. Niet als vrouw, maar als leider.”
Diana Pokie (NPS) vult aan: “Leiderschap gaat om kwaliteit. Man of vrouw maakt daarin geen verschil. Beoordeling moet gebaseerd zijn op competentie.”
Vrouwelijk perspectief in beleid
Toch erkennen de geïnterviewden dat vrouwelijk leiderschap vaak gepaard gaat met andere prioriteiten. Monique Essed-Fernandes, voormalig politica en presidentskandidaat in 2010, zegt: “Vrouwelijke leiders tonen vaak meer empathie, zonder zakelijke scherpte te verliezen.”
Refos voegt toe: “Vrouwen richten zich vaker op thema’s als gezin, onderwijs, armoede en volksgezondheid – onderwerpen die bijdragen aan echte stabiliteit.”
Bakboord noemt dit ‘besturen met hart én hoofd’: “Vrouwen zijn gewend om te laveren tussen zorgtaken, werk en beperkte middelen. Die ervaring maakt hen tot sterke verbinders en planners.”
De kracht én last van de eerste
De eerste vrouw aan de top draagt een zware last. “De grootste valkuil is dat ze probeert te regeren zoals haar mannelijke voorgangers, of zelfs strenger – denk aan Thatcher,” zegt Ganga. “Tegelijkertijd ligt de lat voor vrouwen vaak oneerlijk hoog. Wat bij mannen door de vingers wordt gezien, wordt bij vrouwen uitvergroot.”
Pokie herkent dit. “Vrouwen moeten zich vaak dubbel bewijzen. Toch schuilt daarin ook hun kracht: ze zijn vastberaden, gedisciplineerd en voorbereid.”
Refos wijst op onderzoek dat aantoont dat landen met vrouwelijke leiders gemiddeld minder corruptie kennen. “Dat zegt veel over de relatie tussen vrouwelijk leiderschap en bestuurlijke integriteit.”
Simons als leider
Over de geschiktheid van Simons bestaat onder de geïnterviewden geen twijfel. Pokie noemt haar “een toonbeeld van eenvoud” en prijst haar rol als voormalig voorzitter van De Nationale Assemblee: “Ze heeft gewerkt aan versterking van het parlement en levert zichtbaar resultaat.”
Refos ziet in haar een nuchtere leider met ervaring. Daan vult aan: “Wat Suriname nu nodig heeft, is iemand die verbindt, gezag uitstraalt en boven de partijen kan staan.”
Inhoudelijke hervorming nodig
Toch is het werk nog lang niet af. Essed-Fernandes wijst op de trage uitvoering van het CEDAW-verdrag, dat gelijkheid tussen mannen en vrouwen moet garanderen. “De ongelijkheid is structureel. Daar ligt een verantwoordelijkheid voor deze president.”
Bakboord hoopt op meer aandacht voor vaak onderbelichte thema’s. “Zorg, onderwijs en mensenrechten zijn geen ‘vrouwenzaken’, maar de kern van een gezonde samenleving.”
Ganga sluit af: “Goed leiderschap draait om visie, karakter, luisteren, koers houden en corruptie bestrijden. Dat heeft niets met je geslacht te maken, maar alles met je hoofd en je hart.”
Een keerpunt?
De verkiezing van Jennifer Geerlings-Simons is onmiskenbaar historisch, maar vormt ook een lakmoesproef voor Suriname. Zijn we als samenleving bereid haar werkelijk als leider te zien – ongeacht haar geslacht?
“Veel mensen zien vrouwen nog vooral als moeder,” zegt Bakboord. “Maar een moeder is ook een beschermer, leider en beslisser. Als Simons dat weet te combineren met bestuurlijke daadkracht, dan kan haar presidentschap een keerpunt worden.”
Wat zij ermee doet, is aan haar. Wat het land ermee doet, is aan ons allemaal