De Oekraïense journaliste Viktoria Rosjtsjyna, die sinds augustus 2023 vermist werd tijdens haar onderzoek in bezet gebied in Oekraïne, is maandenlang gemarteld geweest in verschillende Russische gevangenissen. Dit blijkt uit een uitgebreid onderzoek van internationale media, geleid door het Franse platform Forbidden Stories.
Lange tijd bleef het onduidelijk wat er precies met Rosjtsjyna was gebeurd. Getuigenissen en verzamelde informatie schetsen nu een schokkend beeld van systematische mishandeling en marteling, die uiteindelijk leidden tot haar dood. Dit onderzoek maakt deel uit van een groter project dat zich richt op de ontvoering en mishandeling van naar schatting 16.000 Oekraïners door Russische troepen.
In februari 2025 droeg Rusland de lichamen van 757 gesneuvelde Oekraïense militairen over aan Kyiv. Op de officiële lijst stond de codenaam “NM SPAS 757”, wat stond voor “onbekende man, uitgebreide schade aan de kransslagader, lichaam 757”. Echter, in de lijkzak bleek niet een man, maar de jonge journaliste Rosjtsjyna te liggen. Aan haar rechterscheen werd een label gevonden met haar volledige naam: “Roshchyna, VV”.
Volgens de Oekraïense justitie vertoonde het lichaam van Rosjtsjyna “talrijke tekenen van marteling”, waaronder brandwonden op haar voeten veroorzaakt door elektrische schokken, zware kneuzingen en een gebroken tongbeen – een breuk die vaak wijst op wurging. Meerdere organen zouden ontbreken.
Rosjtsjyna vertrok eind juli 2023 naar bezet gebied in de regio Zaporizja, met als doel een reportage te maken over geheime detentielocaties en martelpraktijken van de Russische geheime dienst FSB. Via Polen, Litouwen en Letland bereikte ze Rusland. Op 3 augustus verloor haar vader alle contact met haar.
Volgens verklaringen van voormalige celgenoten werd Rosjtsjyna kort na aankomst gearresteerd en vastgehouden in een politiebureau, voordat zij werd overgebracht naar een geheime martellocatie. “Tijdens de verhoren werd zij onderworpen aan elektrische schokken en gestoken,” aldus een ooggetuige. “Ze smeekte haar ondervragers om haar wonden niet aan te raken.”
Later werd Rosjtsjyna overgeplaatst naar een detentiecentrum in Taganrog, een industriestad nabij de Zee van Azov. Volgens bronnen was het centrum omgebouwd tot een “martelkamp voor Oekraïners”. Vrijgelaten gevangenen beschreven omstandigheden van extreme marteling, waaronder verdrinkingstechnieken en ernstige voedseltekorten.
Rosjtsjyna zou, verzwakt en onder invloed van medicijnen, nog slechts 30 kilo hebben gewogen tegen de tijd dat ze met een brancard werd afgevoerd. Na enkele weken in een ziekenhuis te hebben gelegen, werd zij teruggebracht naar het detentiecentrum.
In de tussentijd voerden collega-journalisten en mensenrechtenorganisaties intensieve lobby’s om haar vrijlating via een gevangenenruil te bewerkstelligen. Ondanks toezeggingen en internationale druk, waaronder bemiddeling door het Vaticaan, ontbrak haar naam uiteindelijk op de lijst van vrijgelaten gevangenen in september 2024.
In oktober ontving haar vader een e-mail van het Russische ministerie van Defensie waarin haar overlijden werd bevestigd. Officiële sterfdatum: 19 september 2024. Haar exacte doodsoorzaak blijft vooralsnog onbekend. Volgens meerdere bronnen werd Rosjtsjyna op 8 september uit haar cel gehaald, waarna elk spoor ontbreekt.