Uruguay staat op de drempel van een politieke verschuiving naar centrum-links met de inauguratie van Yamandu Orsi als nieuwe president. De 57-jarige oud-burgemeester, gesteund door de linkse oud-president Jose “Pepe” Mujica, won nipt de verkiezingen in november tegen de regerende centrumrechtse coalitie. Orsi belooft een evenwicht te vinden tussen sociale welvaart en economische groei door middel van een ‘modern linkse’ agenda. Hij benadrukte in zijn inauguratierede dat het niet gaat om heroprichting, maar om nieuwe voorstellen en permanente constructie.
In het Wetgevende Paleis van Montevideo eerde Orsi de iconische linkse politicus Mujica, wat leidde tot gejuich en applaus. Hij bedankte ook de vertrekkende conservatieve president Luis Lacalle Pou, die hem de presidentiële sjerp overhandigde tijdens een ceremonie buiten.
Tijdens zijn campagne probeerde Orsi de Uruguayanen te overtuigen dat hij geen drastische beleidswijzigingen zou doorvoeren in het stabiele en welvarende land. Uruguay, bekend om zijn veeboerderijen en liberale cannabisbeleid, ziet een gestage economische groei in 2025.
De hoge levensonderhoudskosten, ongelijkheid en geweldscriminaliteit hebben de populariteit van de aftredende regering van Lacalle Pou aangetast. Orsi belooft verandering en heeft een meerderheid in de senaat om zijn plannen uit te voeren.
Bijna 19% van de Uruguayaanse bevolking leefde vorig jaar in multidimensionale armoede. De nieuwe regering wil zich richten op de minder bedeelden en de economie stimuleren zonder de belastingen te verhogen.
De nieuwe regering moet een evenwicht vinden in het buitenlands beleid, met China als belangrijkste handelspartner en de VS als bondgenoot. Uruguay onderhandelt over een handelsdeal met China en wil de Amerikaanse handel stimuleren.
Orsi zal te maken krijgen met machtige buren zoals Brazilië en Argentinië, die ideologisch verschillende koersen varen. De inauguratie werd bijgewoond door linkse presidenten zoals Lula da Silva en Gabriel Boric. Orsi heeft al aangegeven dat hij mogelijk afwijkt van eerdere buitenlandse beleidsnormen, zoals het uitnodigen van de Venezolaanse president Nicolas Maduro voor zijn inauguratie. Deze beslissing werd uiteindelijk overgelaten aan de aftredende regering.