In het kader van de heilige vastenmaand Ramadan bracht president Chan Santokhi op zondag een bezoek aan de moskee Al-Ichsaan in Commewijne. Tijdens deze bijzondere gelegenheid nam hij samen met de islamitische gemeenschap deel aan het avondgebed en de iftar, het moment waarop het vasten wordt verbroken. De president benadrukte het belang van saamhorigheid, respect en verdraagzaamheid binnen de samenleving en prees de moskee als een spiritueel en sociaal centrum dat een belangrijke rol speelt in de gemeenschap. Hij wees op de unieke diversiteit van Suriname en hoe verschillende geloofsgemeenschappen in harmonie naast elkaar leven. “In deze uitdagende tijden hebben wij gebed nodig om kracht en wijsheid te putten,” sprak Santokhi tot de aanwezigen. Hij wenste de gemeenschap zegeningen, kracht en succes toe en sprak de hoop uit dat de waarden van solidariteit en naastenliefde blijven bijdragen aan een vreedzaam en harmonieus Suriname. Het bezoek aan moskee Al-Ichsaan was bijzonder, omdat het de eerste keer was dat een zittende president de moskee officieel bezocht. Dit markeert een historische erkenning van de bijdrage van de Surinaamse moslimgemeenschap aan de samenleving. De vastenmaand Ramadan is een periode van spirituele bezinning, solidariteit en vrijgevigheid, waarin moslims wereldwijd zich richten op gebed, liefdadigheid en het versterken van de band met hun gemeenschap. Het bezoek van Santokhi onderstreept de nationale verbondenheid en de rol van interreligieuze dialoog in het bevorderen van sociale cohesie in Suriname.

De deelname van twee districtscommissarissen (dc’s) aan de verkiezingscampagne van de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP) heeft geleid tot zorgen over de neutraliteit van het verkiezingsproces. Het gaat om Sherin Bansi-Durga, districtscommissaris van Saramacca (plek 23 op de kandidatenlijst), en Josta Lewis, districtscommissaris van Kabalebo (plek 22). Hun politieke betrokkenheid roept vragen op over hun onpartijdigheid, vooral gezien hun rol binnen de verkiezingsorganisatie. Het Onafhankelijk Kiesbureau (OKB) heeft zich uitgesproken over de kwestie en benadrukt dat functionarissen die betrokken zijn bij de verkiezingsorganisatie geen actieve politieke campagne mogen voeren. OKB-voorzitter Samseer Sheikh-Alibaks verklaarde dat beide dc’s uit hun functies ontheven moeten worden om de integriteit van het proces te waarborgen. Volgens het OKB is districtscommissaris Bansi-Durga nog steeds voorzitter van het hoofdstembureau in Saramacca, terwijl ze al actief campagne voert. Eerder had het OKB president Chandrikapersad Santokhi opgeroepen om dergelijke functionarissen tot de orde te roepen, maar dit lijkt weinig effect te hebben gehad. Sheikh-Alibaks benadrukte dat het gedrag van de dc’s in strijd is met de principes van neutraliteit en onafhankelijkheid die gelden voor ambtenaren in dergelijke functies. “Deze functionarissen maken openlijk hun politieke voorkeur bekend en zijn actief betrokken bij de campagnevoering van hun respectieve politieke partijen. Dit brengt de geloofwaardigheid van het verkiezingsproces in gevaar,” aldus Sheikh-Alibaks. De kwestie rondom de districtscommissarissen raakt aan een breder debat over de scheiding tussen bestuur en politiek in Suriname. Critici wijzen erop dat ambtenaren in verkiezingsorganen zich onpartijdig moeten opstellen om de transparantie van het proces te waarborgen. Het OKB heeft de minister van Binnenlandse Zaken inmiddels officieel verzocht om de betrokken dc’s te ontheffen van hun functies binnen de hoofdstembureaus. Dit verzoek is bedoeld om het vertrouwen in een eerlijke en objectieve verkiezingsorganisatie te versterken. Daarnaast is er discussie over de noodzaak om bestaande wet- en regelgeving te verduidelijken, zodat ambtenaren met een politieke rol zich tijdelijk moeten terugtrekken uit gevoelige verkiezingsposities. De komende weken zullen uitwijzen of de regering gehoor geeft aan de oproep van het OKB en welke gevolgen dit zal hebben voor de verkiezingsorganisatie.

Op 27 mei 2025 verschijnt bij Uitgeverij Atlas Contact de nieuwste roman van de Surinaamse schrijfster en historica Tessa Leuwsha. In dit literaire werk richt ze zich op Boni, de legendarische vrijheidsstrijder en leider van de Marrons in 18e-eeuws Suriname. Door een combinatie van historische feiten en literaire verbeelding brengt Leuwsha een van de meest invloedrijke figuren uit de Surinaamse geschiedenis tot leven. Tessa Leuwsha raakte als tiener al gefascineerd door Boni, nadat ze over hem las in “Wij slaven van Suriname” van Anton de Kom, een klassieker binnen de Surinaamse geschiedschrijving. Haar verlangen om een dieper en menselijker beeld van Boni te schetsen, bracht haar ertoe om een uitgebreide zoektocht te ondernemen. Ze reisde door Suriname en Ghana, dook in archieven en liet zich inspireren door orale overleveringen binnen de Marrongemeenschappen. Door deze gedetailleerde reconstructie tracht Leuwsha niet alleen het verhaal van Boni te vertellen, maar ook de doorwerking van zijn erfenis in de hedendaagse Surinaamse samenleving te belichten. Haar werk dient als een brug tussen verleden en heden, waarin de strijd voor vrijheid en identiteit nog steeds een actuele betekenis heeft. In ‘Boni’ schetst Leuwsha een gelaagd portret van de Marronleider, dat verder gaat dan zijn reputatie als militair genie en revolutionair. Ze toont hem als een mens van vlees en bloed, met dromen, angsten en innerlijke conflicten. Door de grenzen tussen feit en fictie te vervagen, brengt ze Boni dichterbij voor de moderne lezer. Met dit werk voegt Leuwsha een nieuw perspectief toe aan de Surinaamse geschiedschrijving en draagt ze bij aan de bredere discussie over kolonialisme, verzet en de impact van het verleden op het heden. ‘Boni’ belooft een diepgravend en meeslepend historisch-literair werk te worden, waarmee Leuwsha opnieuw haar kracht als verteller en onderzoeker bewijst.

Op zondag 9 maart 2025 vierden Humphrey Paimin Tojosemito en Toekirah Imankarijo hun 50-jarig huwelijksjubileum. Dit bijzondere moment werd in aanwezigheid van familie, vrienden en vertegenwoordigers van de overheid gevierd, waarbij het echtpaar werd geëerd voor hun lange en liefdevolle verbintenis. Een leven samen opgebouwd Humphrey Paimin Tojosemito, geboren op 15 februari 1956, groeide op als oudste van drie kinderen in het district Suriname. Hij volgde een opleiding in automontage en begon zijn carrière bij Suralco, waar hij ruim 22 jaar werkzaam was op de afdeling Piping. Naast zijn werk heeft hij een passie voor voetbal en was hij actief bij S.V. Jong Indo. Een andere grote hobby is het kweken van zangvogels, een geliefde traditie binnen de Surinaamse cultuur. Zijn echtgenote, Toekirah Imankarijo, geboren op 11 oktober 1958, groeide op als het achtste kind in een gezin van elf kinderen. Na haar schooltijd koos ze ervoor om zich volledig te wijden aan het gezin en het huishouden. Tegenwoordig houden zij en haar man zich bezig met kleinschalige tuinbouw, waar ze veel voldoening uit halen. Van jeugdromance tot huwelijk Het paar ontmoette elkaar in de buurt waar ze beiden opgroeiden. Tojosemito speelde regelmatig voetbal op straat, terwijl Imankarijo vaak als toeschouwer kwam kijken. De vonk sloeg al snel over en nadat hun families op de hoogte werden gesteld, werd het huwelijk geregeld. Op 9 maart 1975 gaven ze elkaar het jawoord en begonnen ze samen aan hun levensreis. Een belangrijk hoogtepunt in hun gezamenlijke leven was de bouw van hun eigen huis in 1978, waar ze sindsdien met veel liefde wonen. Hoewel het echtpaar geen biologische kinderen heeft, hebben ze een adoptiekind en drie kleinkinderen, die een belangrijke rol in hun leven spelen. Een bijzondere viering Het echtpaar, dat lid is van de Ibtidayah-moskee, vierde hun gouden jubileum in een feestelijke sfeer. Ressortleider R. Amatoeloes en onderbestuursopzichter S. Ramautar, die optraden namens districtscommissaris Mohamed Shafiek Goelaman, brachten felicitaties over namens de overheid. Ook namens president Chan Santokhi en first lady Mellisa Santokhi-Seenacherry werd het echtpaar in het zonnetje gezet. Ze ontvingen een bloemstuk, een felicitatiekaart en een ingelijste foto als blijk van waardering voor hun mijlpaal. Daarnaast werd een symbolische financiële bijdrage overgemaakt naar een door hen opgegeven rekeningnummer, een gebaar dat bij huwelijksjubilea van deze omvang in Suriname gebruikelijk is. De kracht van een gouden huwelijk Vijftig jaar huwelijk is een prestatie die getuigt van liefde, respect en doorzettingsvermogen. Het verhaal van het echtpaar Tojosemito-Imankarijo is een inspirerend voorbeeld van trouw en saamhorigheid. Hun reis samen, van een jonge liefde langs het voetbalveld tot een leven vol gedeelde herinneringen, toont de kracht van een sterke en liefdevolle band. Met hun gouden jubileum markeren ze niet alleen een persoonlijke mijlpaal, maar ook een voorbeeld voor de gemeenschap over de waarde van een duurzame relatie.

Poetini Atompai, bekend als voorzitter van de Surinaamse Politiebond (SPB), maakt zijn politieke ambities officieel. Op 25 maart 2025 wordt hij kandidaat gesteld op nummer 8 van de lijst van de Nationale Partij Suriname (NPS). Als politieambtenaar betekent dit automatisch dat hij met ingang van die datum op non-actief wordt gesteld, zoals vastgelegd in de wetgeving voor ambtenaren die deelnemen aan verkiezingen. Tussen vakbond en politiek Hoewel Atompai tijdelijk afstand moet nemen van zijn functie als politieambtenaar, blijft hij voorlopig actief als voorzitter van de SPB. In een interview met ABC Actueel gaf hij aan dat hij zijn voorzitterschap pas neerlegt zodra hij daadwerkelijk wordt gekozen als lid van De Nationale Assemblee (DNA). “Mijn functie bij de bond is iets anders dan die van politieambtenaar. Maar ik heb altijd gezegd dat als ik gekozen word als parlementariër, ik mijn functie zal overdragen aan een ander lid van het hoofdbestuur van de politiebond,” aldus Atompai. Zijn toetreding tot de politiek markeert een belangrijke verschuiving in zijn carrière. Als vakbondsleider heeft hij zich jarenlang ingezet voor de belangen van politieagenten, maar nu richt hij zijn blik op bredere maatschappelijke thema’s. Politieke ambities en speerpunten Atompai wil zich in het parlement hard maken voor sociale en economische hervormingen. Volgens hem moeten huizenbouw, onderwijs en veiligheid bovenaan de nationale agenda staan. Hij pleit onder andere voor betere financiële waardering van leerkrachten en verpleegkundigen, die volgens hem minstens op het salarisniveau van politieambtenaren zouden moeten komen. Daarnaast benadrukt hij het belang van veiligheid en een goed functionerend rechtshandhavingsapparaat. Zijn ervaring binnen de politie geeft hem een uniek perspectief op de uitdagingen binnen de sector en hoe deze aangepakt kunnen worden. DNA-lidmaatschap of ministerspost? Atompai is een van de nieuwe gezichten op de kandidatenlijst van de groene partij en hoopt op basis van zijn eigen verdiensten voldoende stemmen te behalen. Hij heeft naar schatting 5.800 stemmen nodig om een zetel in DNA te bemachtigen. Hij rekent hierbij op de steun van ten minste 30% van de stemmen binnen het Korps Politie Suriname (KPS) en mensen uit zijn eigen netwerk. Mocht de NPS hem in de toekomst vragen om een ministerspost, dan staat hij daar voor open, maar hij geeft aan dat zijn voorkeur uitgaat naar een rol als parlementariër. Met zijn kandidatuur voegt Atompai zich bij een lange traditie van vakbondsleiders die de overstap maken naar de politiek. Zijn campagne zal moeten uitwijzen of hij daadwerkelijk de overstap kan maken naar het hoogste politieke orgaan van het land.

Caribische regeringsleiders hebben deze week scherpe kritiek geuit op de Verenigde Staten, nadat Washington had aangekondigd de visa te beperken van Cubaanse functionarissen die betrokken zijn bij een programma dat medische professionals naar het buitenland stuurt. Volgens de VS verrijkt het programma de Cubaanse regering en maakt het zich schuldig aan gedwongen arbeid en uitbuiting van de medici. Caribische landen, die al decennialang profiteren van de medische samenwerking met Cuba, wijzen deze beschuldigingen van de hand. Zij benadrukken de cruciale rol die Cubaanse artsen spelen in hun zorgstelsels en vrezen de negatieve gevolgen van de Amerikaanse maatregel. Belangrijke steun voor Caribische gezondheidszorg Sinds de Cubaanse revolutie in 1959 heeft het land duizenden artsen en andere medisch specialisten uitgezonden naar landen in Latijns-Amerika, Afrika en het Caribisch gebied. Deze professionals hebben geholpen bij de bestrijding van uitbraken zoals cholera in Haïti en ebola in West-Afrika. In ruil voor hun inzet ontvangt Cuba een financiële vergoeding van de ontvangende landen, een inkomstenbron die essentieel is gezien de economische crisis op het eiland. Trinidad en Tobago’s premier Keith Rowley sprak zich fel uit tegen de Amerikaanse beslissing. “We worden nu beschuldigd van mensenhandel omdat we hoogopgeleide professionals aannemen en eerlijk betalen,” zei hij. Rowley gaf aan bereid te zijn zijn Amerikaanse visum te verliezen om de samenwerking met Cuba te behouden. Ook premier Ralph Gonsalves van Saint Vincent en de Grenadines verdedigde het Cubaanse medische hulpprogramma. Hij wees erop dat minstens 60 patiënten in zijn land afhankelijk zijn van een door Cuba gerund hemodialyseprogramma. “Zonder de Cubanen kunnen we deze essentiële dienst misschien niet draaiende houden,” verklaarde hij. Brede steun binnen de regio De Jamaicaanse minister van Buitenlandse Zaken, Kamina Johnson Smith, benadrukte de grote bijdrage van Cubaanse zorgverleners in haar land. “Hun aanwezigheid is van vitaal belang voor ons zorgsysteem,” zei ze. Jamaica heeft momenteel ongeveer 400 Cubaanse artsen, verpleegkundigen en medische technici in dienst. Ook in de Bahama’s klonk steun voor het programma. Minister van Buitenlandse Zaken Fred Mitchell verzekerde dat zijn regering zich houdt aan internationale normen bij het werven van buitenlandse arbeidskrachten. Economische en politieke spanningen Cuba voert al jaren een felle strijd tegen het Amerikaanse embargo, dat volgens de Cubaanse autoriteiten en veel internationale organisaties de belangrijkste oorzaak is van de economische problemen op het eiland. De Amerikaanse beschuldigingen van uitbuiting van medische professionals worden door Havana afgedaan als een politiek gemotiveerde aanval. De harde standpunten van Washington staan in contrast met de bredere internationale opinie. De Verenigde Naties hebben herhaaldelijk opgeroepen tot beëindiging van het embargo tegen Cuba, en veel landen blijven de Cubaanse medische missies verwelkomen. Voor de Caribische naties blijft de inzet van Cubaanse artsen een onmisbare pijler van hun gezondheidszorgsystemen.

Minister Rishma Kuldipsingh van Economische Zaken, Ondernemerschap en TechnologischeInnovatie (EZ) heeft het belang benadrukt van goed doordachte standaarden als basis voorduurzame economische groei en consumentenbescherming. Tijdens de officiële opening van devalidatieworkshop van het Surinaams Standaarden Bureau (SSB), gehouden op 10 maart 2025 inCourtyard by Marriott, onderstreepte ze dat gestandaardiseerde richtlijnen bijdragen aan eenstabiele handelsomgeving en versterken het concurrentievermogen van bedrijven. De tweedaagse workshop, georganiseerd met ondersteuning van de Caricom RegionalOrganisation for Standards and Quality (CROSQ) en de United Nations Industrial DevelopmentOrganisation (UNIDO), vormt een cruciale fase in de ontwikkeling van de driejarige NationaleStandaardisatie Strategie (NSS). Dit beleidsdocument zal de komende jaren als leidraad dienenvoor het implementeren en versterken van normen in verschillende sectoren, vanvoedselveiligheid en bouwvoorschriften tot technologische innovatie en exportvereisten. Volgens waarnemend SSB-directeur Tanwir Hassankhan is de workshop ontworpen om input teverzamelen van diverse belanghebbenden, waaronder vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven,consumentenorganisaties en overheidsinstanties. “Het doel is om de strategie af te stemmen opde behoeften van de markt en internationale handelsnormen, zodat Suriname zich sterkerpositioneert in zowel de regionale als mondiale handel,” aldus Hassankhan. CROSQ-directeur Sharonmae Smith-Walker benadrukte dat dit project deel uitmaakt van eenbredere Caricom-samenwerking, waarbij zeven lidstaten werken aan een gecoördineerdestandaardisatieagenda. Dit draagt bij aan betere handelsfacilitering binnen de regio en verhoogtde kwaliteitsstandaarden voor producten en diensten in Caribische landen. SSB-voorzitter Sarita Jageswar stelde dat standaarden niet als belemmeringen moeten wordengezien, maar juist als instrumenten om innovatie en duurzame groei te bevorderen. “Een solidestandaardisatiebeleid is essentieel om bedrijven te helpen concurreren op internationale markten,consumenten te beschermen en een sterkere economische basis te creëren,” zei Jageswar. Met de verzamelde inzichten uit deze workshop zal het SSB de NSS verder uitwerken, waarnadeze wordt geïmplementeerd in lijn met de ontwikkelingsdoelen van Suriname en de bredereCaricom-regio.

Een plotselinge en hevige overstroming in de Argentijnse havenstad Bahia Blanca heeft tot nutoe ten minste 16 mensenlevens geëist. De ramp, veroorzaakt door extreem zware regenval, heeftde stad in chaos gedompeld en veel mensen worden nog steeds vermist. Op vrijdag viel er in en rond Bahia Blanca binnen enkele uren 260 millimeter regen, eenhoeveelheid die vergelijkbaar is met de jaarlijkse neerslag in de regio. Deze onverwachteregenbui leidde tot massale overstromingen die dodelijke gevolgen hadden. Javier Alonso, de minister van Veiligheid van de provincie Buenos Aires, bevestigde dat tweemeisjes van één en vijf jaar oud zondag door de stortvloed werden meegesleurd en tot deslachtoffers behoorden. Burgemeester Federico Susbielles van Bahia Blanca meldde tijdens een persconferentie dat deoverstromingen voor 400 miljoen dollar aan infrastructuurschade hadden veroorzaakt. Op Xschreef hij: “Er zijn 16 bevestigde doden, maar dat aantal zal waarschijnlijk nog stijgen”naarmate de zoekacties doorgaan. De storm zorgde ervoor dat een groot deel van het omliggende kustgebied zonder stroom kwamte zitten. Als reactie op de tragedie heeft de Argentijnse president Javier Milei een periode van nationalerouw afgekondigd. Het presidentschap maakte zondagavond bekend dat het land drie dagen vannationale rouw zou houden om de slachtoffers van de ramp te herdenken. “Alle afdelingen van de nationale overheid zullen zich blijven inzetten om de slachtoffers tehelpen in dit moeilijke moment voor alle Argentijnen,” aldus de verklaring van hetpresidentschap. Minister van Economie Luis Caputo kondigde op X aan dat de regering 10 miljard pesos ($9,2miljoen) aan financiële hulp heeft goedgekeurd voor Bahia Blanca, waar ongeveer 300.000mensen wonen.

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Surinaamse autoriteiten hebben een akkoordbereikt over de negende en laatste evaluatie van het economische herstelprogramma vanSuriname, dat wordt ondersteund door de Extended Fund Facility (EFF). Als de raad van bestuurvan het IMF de herziening goedkeurt, zal Suriname toegang krijgen tot ongeveer US$ 61,4miljoen. Dit brengt de totale ontvangen steun uit het programma op ongeveer US$ 565,4 miljoen. In een verklaring bevestigde het IMF dat de algemene doelstellingen van het programma zijnbereikt. De economische groei is hervat, de inflatie is afgenomen, de overheidsschuld isverminderd, en de autonomie en het bestuur van de centrale bank zijn versterkt. Daarnaast is hetvertrouwen van beleggers toegenomen. De belangrijkste prioriteit voor de autoriteiten op korte termijn is om de begrotingsdiscipline tehandhaven in de aanloop naar de verkiezingen, terwijl tegelijkertijd de bescherming vankwetsbare groepen in de samenleving wordt gewaarborgd. Op de middellange termijn zal Suriname zich richten op het aanpakken van bestuurlijkezwakheden en het versterken van het begrotingskader. Dit omvat de implementatie van nieuwebegrotingsregels en een versterkt institutioneel kader, waardoor het land zijn olie-inkomstenduurzaam en transparant kan beheren, aldus het IMF. Een team van het IMF, geleid door Anastasia Guscina, voerde van 5 tot 14 februari gesprekkenmet de Surinaamse autoriteiten over het beleid ter afronding van de negende en laatste evaluatievan de 36 maanden verlengde fondsfaciliteit, die in december 2021 door de raad van bestuur vanhet IMF was goedgekeurd.

Suriname bevindt zich in een fase van economisch herstel met een verwachte groei van 3 procent in 2024 en een geleidelijke afname van de inflatie. Dit blijkt uit de negende en laatste evaluatie van het economische hervormingsprogramma dat werd ondersteund door de Extended Fund Facility (EFF) van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Volgens Anastasia Guscina, hoofd van de IMF-missie, tonen groeiende internationale reserves, toenemend vertrouwen van beleggers en stijgende donorsteun aan dat het land vooruitgang boekt. Toch zijn er belangrijke risico’s. Beperkingen in capaciteit en uitdagingen bij de uitvoering van beleid blijven bestaan, mede door de complexe sociaal-politieke situatie. Middellange Termijn: Olieproductie als Groeimotor De vooruitzichten voor Suriname zijn aanzienlijk verbeterd dankzij de definitieve investeringsbeslissing (FID), die de basis legt voor offshore olieproductie vanaf 2028. Dit kan op termijn zorgen voor een stabielere economie, maar vereist wel strikte fiscale discipline en een doordacht beheer van de verwachte olie-inkomsten. In de korte termijn blijft het echter een uitdaging om de begrotingsdiscipline te handhaven. Zo werd eind 2023 het primaire evenwichtsdoel niet gehaald door lagere inkomsten en hogere uitgaven, onder meer voor elektriciteitssubsidies en steun aan rijstboeren die door droogte getroffen waren. Om het begrotingstraject in lijn te brengen met de plannen voor 2025, voert de overheid corrigerende maatregelen door. De goedkeuring van de nieuwe Wet Financieel Beheer en de Spaar- en Stabilisatiefondswet door De Nationale Assemblee wordt gezien als een stap in de goede richting. Sociale Bescherming en Hervormingen Noodzakelijk Het IMF benadrukt dat ondanks economische vooruitgang, de bescherming van armen en kwetsbaren cruciaal blijft. Suriname voldeed in 2024 aan de indicatieve sociale uitgaven, en over het gehele programma zijn de uitgaven voor sociale bescherming meer dan verdubbeld als percentage van het BBP. Toch zijn er uitdagingen bij de uitvoering van sociale programma’s, vooral in de binnenlanden. Het IMF roept op tot een snelle implementatie van het strategisch plan voor sociale bescherming, in samenwerking met ontwikkelingspartners. Dit moet ervoor zorgen dat steun daadwerkelijk terechtkomt bij de meest kwetsbare groepen. IMF-programma op Afsluiting: Totale Financiering van US$ 565,4 Miljoen De IMF-missie onder leiding van Anastasia Guscina voerde tussen 5 en 14 februari gesprekken met de Surinaamse autoriteiten over de afronding van het EFF-programma. Sinds de goedkeuring door het IMF-bestuur in december 2021, heeft Suriname in totaal US$ 565,4 miljoen uit het Fonds ontvangen. Met de afronding van deze evaluatie richt Suriname zich op een duurzaam economisch beleid, waarin fiscale hervormingen, transparantie in de energiesector en sociale bescherming centraal staan. De komende periode zal uitwijzen hoe het land deze doelen in de praktijk brengt.