De Britse premier Keir Starmer heeft zaterdag aangekondigd dat een alliantie van wereldleiders “maximale druk” op Rusland zal uitoefenen om een staakt-het-vuren in de oorlog tegen Oekraïne te bewerkstelligen. Deze verklaring kwam tijdens een virtuele top, waar de planning voor een vredesmacht naar een operationele fase werd verplaatst. Starmer benadrukte dat de Russische president Vladimir Putin uiteindelijk “om de onderhandelingstafel zal moeten komen.” Hij sprak na een virtuele bijeenkomst die steun voor Oekraïne moest vergroten. Tijdens een groepsgesprek met 26 collega-leiders, benadrukte Starmer het belang van het versterken van Oekraïne, het beschermen van een potentieel staakt-het-vuren en het handhaven van de druk op Moskou. Hij prees de Oekraïense president Volodymyr Zelensky voor zijn bereidheid om een onvoorwaardelijk staakt-het-vuren van 30 dagen te accepteren. “Putin probeert echter de zaak uit te stellen door te beweren dat er eerst een zorgvuldig onderzoek moet plaatsvinden,” voegde Starmer toe. De legerleiders zullen donderdag opnieuw bijeenkomen in het Verenigd Koninkrijk om de operationele fase van de coalitie verder uit te werken. Starmer merkte op dat de groep die zaterdag bijeenkwam groter was dan twee weken geleden, met een sterkere collectieve vastberadenheid en nieuwe toezeggingen. Diplomatieke Druk op Rusland Zelensky waarschuwde dat Rusland een “sterkere positie” op militair gebied wil verwerven voorafgaand aan een eventueel staakt-het-vuren. Dit komt meer dan drie jaar nadat Rusland Oekraïne binnenviel. “Ze willen hun situatie op het slagveld verbeteren,” zei Zelensky tegen journalisten in Kiev. Het voorstel voor een staakt-het-vuren komt op een moment dat Rusland momentum heeft in veel delen van het front in Oekraïne. De Russische leider heeft zich niet gecommitteerd aan een onmiddellijk staakt-het-vuren, maar stelde in plaats daarvan voorwaarden. Zelensky hield vol dat Putin “loog over het feit dat een staakt-het-vuren te ingewikkeld zou zijn.” De Franse president Emmanuel Macron riep zaterdag op tot gezamenlijke Amerikaanse en Europese druk op Rusland om het voorgestelde staakt-het-vuren te accepteren. EU-voorzitter Ursula von der Leyen benadrukte dat Rusland moet laten zien dat het bereid is een staakt-het-vuren te steunen dat leidt tot een rechtvaardige en duurzame vrede. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio uitte voorzichtig optimisme over het bereiken van een wapenstilstand, maar benadrukte dat er nog veel werk moet worden verzet. Voortdurende Gevechten De gevechten in Oekraïne gaan onverminderd door. Rusland claimt de inname van twee dorpen in de grensregio Koersk en het starten van een offensief om veroverd gebied terug te winnen. Oekraïne meldde dat zijn luchtmacht 130 Russische Shahed-drones van Iraanse makelij had neergehaald boven 14 regio’s van het land. Starmer en Macron leiden de inspanningen om een ‘coalitie van bereidwilligen’ te vormen, met de steun van de VS, om Oekraïne veiligheidsgaranties te bieden en te voorkomen dat Putin een staakt-het-vuren zou schenden. De Italiaanse premier Giorgia Meloni heeft echter aangegeven dat Italië geen deel zal nemen aan een mogelijke militaire macht op de grond. De Amerikaanse president Donald Trump heeft Keith Kellogg benoemd tot speciaal gezant voor Oekraïne. Kellogg was eerder nationaal veiligheidsadviseur en werd omschreven als speciaal gezant voor zowel Oekraïne als Rusland, hoewel hij werd uitgesloten van recente gesprekken in Saudi-Arabië.

Op 25 maart zullen meer dan 10.000 kandidaten deelnemen aan de verkiezingen voor De Nationale Assemblee, districtsraden (DR) en ressortraden (RR). Ambtenaren die op de kandidatenlijsten staan, kunnen opteren voor twee maanden onbetaald verlof. Volgens Nasier Eskak, directeur van Binnenlandse Zaken, is er echter geen wettelijke basis voor vrijstelling van dienst vanaf de indieningsdatum van de kandidatenlijsten. Politieke partijen kunnen voor De Nationale Assemblee 51 kandidaten en 25 schaduwkandidaten indienen. Ook schaduwkandidaten mogen verlof aanvragen bij de overheid. Voor de ressortraden zijn er 784 zetels beschikbaar en voor de districtsraden 120. Voor de regionale organen kunnen ook schaduwkandidaten worden ingediend, in een verhouding van 10 schaduwkandidaten per 10 kandidaten. Als een partij alle beschikbare plaatsen op de kandidatenlijsten invult, kan dit betekenen dat 955 personen kandidaat worden gesteld, plus 45 schaduwkandidaten. Dit komt neer op 1.000 kandidaten per politieke partij. Met 14 politieke organisaties die deelnemen aan de verkiezingen, kan het totale aantal kandidaten oplopen tot 14.000. Ondertussen moet er nog een nieuwe districtscommissaris worden benoemd in Coronie. Maikel Winter is momenteel non-actief, net als Sherin Bansi-Durga in Saramacca en Josta Lewis in Kabalebo. In Coronie zal Rianto Kasanmoesdiran deze week worden beëdigd en geïnstalleerd als voorzitter van het hoofdstembureau. Senrita Gobardhan van Nickerie zal waarnemen in Kabalebo, terwijl Bholanath Narain uit Wanica noordwest de waarnemer in Saramacca zal zijn. Safiek Goelaman van zuidoost is de voorzitter van het hoofdstembureau van Wanica. De resolutie met de wijzigingen is nog niet officieel uitgebracht.

Bronto Somohardjo heeft zijn dankbaarheid uitgesproken aan Allah voor het succes van de eerste nationale Iftar, gehouden in het KKF-gebouw zaterdagavond. Vertegenwoordigers van verschillende gemeenten en de rooms-katholieke bisschop Karel Choennie waren aanwezig. “Alhamdulillah” (lof aan God), zei Somohardjo, die benadrukte dat de Iftar meer is dan alleen het verbreken van het vasten. “Deze avond symboliseert onze eenheid, broederschap en de kracht die ontstaat wanneer we samenkomen in liefde en respect,” aldus Somohardjo. Het KKF-gebouw was bijna te klein om alle gasten te huisvesten. Somohardjo droomt ervan dat de nationale Iftar volgend jaar op het Onafhankelijkheidsplein plaatsvindt, waar tienduizenden Surinamers, ongeacht hun geloof, bij elkaar kunnen komen. De initiatiefnemer benadrukte het belang van vreedzaam samenleven tussen verschillende religieuze groepen. “Ramadan leert ons om ons hart te openen en verbinding te zoeken. We leven in een land waar moslims, christenen, hindoes en andere geloofsgroepen vreedzaam naast elkaar kunnen leven. Dat is een zegen,” merkte hij op. Na de formele opening en welkomst, werd er gebeden in aparte ruimtes voor mannen en vrouwen. Het duurde even voordat iedereen een plekje kon vinden. Na het gebed begon het ontvasten, waarbij iedereen een portiebak met eten kreeg aan lange tafels. Bisschop Karel Choennie, die voor het eerst aanwezig was op een Iftar, sprak zijn waardering uit voor de uitnodiging. Hij benadrukte dat zowel de Ramadan als de christelijke vastentijd op zelfdiscipline en levensvernieuwing zijn gericht. “Het vasten bij katholieken wordt steeds minder toegepast. We zouden echt een voorbeeld kunnen nemen aan de moslims die de hele dag vasten,” aldus Choennie. Het gezamenlijk bidden en ontvasten versterkte de gevoelens van gemeenschap en saamhorigheid, merkte Somohardjo op. Hij dankte alle moslimorganisaties die bijdroegen aan het succes van de eerste nationale Iftar.

Humphrey Tjin Liep Shie, veiligheidsadviseur van de president, leidt de werkgroep ‘Ordening Particuliere Bus- en Bootvergunningen’. Binnen zes maanden moet deze groep concrete voorstellen ontwikkelen voor de ordening, regulering en modernisering van de bus- en bootsector. De oprichting van deze werkgroep is een antwoord op de dringende behoefte aan meer transparantie en effectiviteit binnen de sector. De bus- en bootsector kent diverse uitdagingen, waaronder een verouderd vergunningenbeleid en een gebrek aan een betrouwbaar databestand van vergunninghouders. Daarnaast is er een noodzaak voor een efficiënter registratiesysteem en een herstructurering van de subsidievoorziening om een eerlijk en transparant systeem te waarborgen. De presidentiële werkgroep, samengesteld uit vertegenwoordigers van de ministeries van Transport, Communicatie en Toerisme, Financiën en Planning, het Kabinet van de President, de Particuliere Lijnbushouders Organisatie en het Nationaal Vervoersbedrijf, heeft de taak om deze uitdagingen aan te pakken. De werkgroep zal zich richten op het herzien en aanscherpen van het vergunningenbeleid, het opzetten van een geactualiseerd en betrouwbaar databestand van vergunninghouders, en het ontwikkelen van een efficiënter registratiesysteem. Bovendien zal de herstructurering van de subsidievoorziening binnen de sector worden aangepakt om een eerlijk en transparant systeem te creëren.

Gisteravond in het Inheemse dorp Powakka de uitvaart plaats van Thomas Sabajo, voormalig leider van de Tucajana Amazones. Hij overleed op 9 maart in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo, kort voor zijn 69e verjaardag. Na de Singi Neti, die vrijdag in het NDP-centrum aan de Bonistraat in Geyersvlijt werd gehouden, volgde zaterdag de uitvaartdienst bij familie in Powakka. Daarna werd Sabajo begraven op de lokale begraafplaats. De uitvaartdienst werd bijgewoond door prominente figuren zoals Ingrid Bouterse-Waldring, Ramon Abrahams, Jennifer Vreedzaam, Steven Relyveld en Melvin Linscheer. Zowel de Singi Neti als de uitvaartdienst werden verlevendigd met optredens van culturele groepen. Tijdens de ceremonie spraken verschillende Inheemse leiders en vertegenwoordigers van Inheemse dorpen. Kapitein Sergio Sabajo van Powakka prees de overledene als een man van moed en durf, wiens strijd leidde tot de oprichting van de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS). Cliff Tjaaroeme, namens de voormalige Tucajana’s, benadrukte dat Sabajo’s strijd ook bijdroeg aan de oprichting van de Organisatie van Inheemsen in Suriname (OIS). Zowel Tjaaroeme als Assembleelid Vreedzaam herinnerden eraan hoe Sabajo en de Tucajana Amazones zich verzetten tegen onrecht en onderdrukking door het Jungle Commando tijdens de Binnenlandse Oorlog. Tjaaroeme noemde het Kourou Akkoord van 1992, dat het Jungle Commando gezag in het binnenland zou hebben gegeven, een misleiding. Vreedzaam benadrukte dat de strijd van de Inheemsen al sinds 1492 voortduurt en zal worden voortgezet. Steven Relyveld, coördinator van Inheemse dorpen in Para, sprak namens het hoofdbestuur van de NDP en benadrukte het belang van het vastleggen van de geschiedenis van de Tucajana Amazones. Voormalig Tucajana Mario Wijngaarde roemde Sabajo’s respect voor het gezag en zijn bijdrage aan de Vredesovereenkomst van 1992.

De kwestie rond boedelgronden en plantages in Suriname blijft een gevoelig onderwerp, vooral met de recente ontwikkelingen rond de herverdeling van de Para-plantages. Vanaf mei 2025 zal de staat het beheer over deze plantages uitoefenen, wat veel onrust en emoties oproept binnen de gemeenschap. Vooral nazaten van de oorspronkelijke eigenaren vrezen voor het verlies van hun historische rechten. Onderzoekster Chequita Ramautar-Akkal heeft aangetoond dat boedelgronden een obstakel vormen voor de ontwikkeling van Suriname. Veel erfgenamen zijn niet goed op de hoogte van hun rechten, en de verkoop of overdracht van deze gronden verloopt vaak moeizaam door juridische en administratieve belemmeringen. Ze pleit voor wettelijke vaststelling en verdeling van boedelgronden om duidelijkheid te creëren en historische eigendomsproblemen aan te pakken. De geschiedenis van de Para-plantages illustreert de moeite die voorouders hebben gedaan om eigendom te verwerven en te behouden. In een tijd zonder formeel onderwijs moesten zij financieel op eigen kracht het land kopen, vaak door te sparen via ambachten zoals landbouw en handwerk. Vóór de afschaffing van de slavernij in 1863 gebruikten sommigen hun spaargeld om familieleden vrij te kopen. Ramautar-Akkal benadrukt dat wetgeving cruciaal is om te bepalen hoe deze gronden nu beheerd en verdeeld kunnen worden. Het proces is complex en vereist juridische duidelijkheid over wie de legitieme erfgenamen zijn en hoe het land gebruikt mag worden. Het ministerie van Openbare Werken en de rechter spelen hierin een sleutelrol. Het nieuwe Burgerlijk Wetboek, dat in 2025 wordt ingevoerd, moet hierover meer duidelijkheid verschaffen. Historisch gezien heeft de overheid regelmatig samengewerkt met de plantagebesturen, bijvoorbeeld bij de aanleg van spoorwegen in 1903 en de opening van de Desiré Delano Bouterse Highway in 2020. De huidige situatie lijkt echter op een verandering in de houding van de overheid ten opzichte van de plantagegemeenschappen, wat tot zorgen leidt bij de nazaten. De Paraanse gemeenschap vreest dat de toekomst van de plantages en de rechten van de erfgenamen op het spel staan. Voorouders hebben hard gewerkt om dit land te verkrijgen, niet alleen als bezit, maar als garantie voor een beter leven voor toekomstige generaties. De betrokkenen benadrukken dat de overheid zorgvuldig moet omgaan met deze geschiedenis en de gemeenschap actief moet betrekken bij de besluitvorming. De grote vraag is hoe de overheid de overgang naar de nieuwe wetgeving zal beheren zonder de belangen van de nazaten te schaden. Hoewel de wet niet expliciet stelt dat de plantages per mei 2025 eigendom van de staat worden, biedt deze verschillende scenario’s waarin boedelgrond onder overheidsbeheer kan vallen. Transparantie, communicatie en respect voor de historische rechten van de gemeenschap zullen essentieel zijn om een rechtvaardige oplossing te bereiken.

Minister Paramand Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) heeft aangekondigd dat zijn ministerie boeren zal ondersteunen die schade hebben geleden door de recente dambreuk bij Weg naar Zee. Hoewel de exacte omvang van de schade nog niet bekend is, staat het ministerie klaar om te helpen waar nodig. Sewdien benadrukte dat de situatie in de landbouwsector ernstig is, mede door de gevolgen van klimaatverandering. Suriname behoort tot de vijf landen die het meest risico lopen op de verwoestende effecten van klimaatverandering, zowel aan de kust als in het binnenland. De stijgende temperaturen en het toenemende risico van ziektes en plagen maken het noodzakelijk om snel maatregelen te treffen om de sector te beschermen. Een van de voorgestelde oplossingen is het onder plastic planten van gewassen. Deze techniek kan boeren helpen om beter bestand te zijn tegen veranderende weersomstandigheden. Hoewel de investering in deze technologie kostbaar is, benadrukte de minister dat zowel de overheid als de private sector moeten samenwerken om deze stappen te zetten. Het ministerie is ook actief bezig met het mobiliseren van boeren in coöperaties. Dit kan bijdragen aan het efficiënter inzetten van middelen en het delen van kennis. Bovendien heeft de Vlaamse overheid financiële steun aangeboden voor het plaatsen van apparaten in het binnenland die tijdig waarschuwingen kunnen geven over vervuild water. Samen met het ministerie van Openbare Werken wordt er gewerkt aan het inzetten van verzamelde gegevens voor toekomstgerichte beleidsvoorstellen. Sewdien uitte zijn bezorgdheid over de stijgende temperatuur in Suriname, die met een graad is gestegen. Deze verandering kan ernstige gevolgen hebben voor de landbouwproductie. Hij benadrukte dat Suriname niet achter kan blijven in het ontwikkelen van technologieën die in andere landen al succesvol worden gebruikt. Ook de Universiteit van Suriname zal een belangrijke rol spelen in het aandragen van oplossingen. De minister wees ook op de voortdurende problemen in de rijstsector, die al jarenlang kampt met de effecten van klimaatverandering. Plagen en ziektes hebben de productie aangetast, maar Sewdien ziet kansen voor preventieve maatregelen om verdere schade te voorkomen. Suriname produceert jaarlijks zo’n 50.000 hectare rijst en hoewel het land zelfvoorzienend is, moet de productie versterkt en gediversifieerd worden om de risico’s voor de toekomst te verkleinen.

President Irfaan Ali van Guyana heeft zaterdag tijdens een partijbijeenkomst bevestigd dat zijnregering van de People’s Progressive Party Civic (PPP/C) zich aan de grondwet zal houden enbinnenkort een datum zal aankondigen voor de algemene en regionale verkiezingen van 2025.Ali zal opnieuw de presidentskandidaat van zijn partij zijn. “Verkiezingen zullen volgens de grondwet later in het jaar plaatsvinden, dus maak je geenzorgen,” zei president Ali. “Wat je zeker kunt weten, is dat deze regering geen dag langer zalregeren dan haar grondwettelijk mandaat, in tegenstelling tot wat je gewend bent of hebtmeegemaakt na de motie van wantrouwen.” De laatste algemene en regionale verkiezingen in Guyana vonden plaats in maart 2020. Ali, dietoen de presidentskandidaat was, werd in augustus 2020 beëdigd als president, na verschillendepogingen van de toenmalige regering en functionarissen van de Guyanese Kiescommissie(GECOM) om het proces te verstoren. Vicepresident Bharrat Jagdeo, die ook de algemeen secretaris van de PPP/C is, bevestigde dat Aliopnieuw de presidentskandidaat zal zijn. President Ali heeft eerder zijn vertrouwen uitgesproken dat de partij de komende verkiezingenmet een ruime marge zal winnen. “Je kunt er zeker van zijn dat we binnen ons grondwettelijkmandaat zullen blijven en vol vertrouwen op weg zijn naar de verkiezingen,” aldus Ali. Tijdens zijn laatste persconferentie, afgelopen donderdag, benadrukte Jagdeo dat de partij sterkeris dan ooit, met brede steun in het hele land. Ook president Ali verklaarde in eeneindejaarsinterview in 2024 dat de PPP de komende verkiezingen met een grote marge zalwinnen, aangezien steeds meer mensen de partij en haar werk in het land omarmen.  

Minister van Volksgezondheid Amar Ramadhin heeft scherpe kritiek geuit op dokter HumphreyHasrat en zijn rol binnen de gezondheidszorg. Volgens Ramadhin heeft Hasrat tijdens zijn leidingonvoldoende actie ondernomen om problemen in de sector aan te pakken. “De situatie in degezondheidszorg was onder Hasrat niet goed,” aldus de minister. Voorafgaand aan de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers (RvM) uitte Ramadhinook zijn ongenoegen over de manier waarop hij persoonlijk wordt aangevallen, in plaats van dater inhoudelijke kritiek wordt geleverd op zijn beleid. “De media en journalisten hebben deverantwoordelijkheid om het publieke debat op een ethische en fatsoenlijke manier te voeren,”benadrukte hij. Een belangrijk punt van kritiek op Hasrat betreft het beheer van het Staatsziekenfonds (SZF).Onder zijn leiding ontbraken transparantie en verantwoording, aldus Ramadhin. Het jaarverslagvan 2022 werd pas recent gepresenteerd, terwijl de laatste rapportage uit 2020 dateert. “Hasratheeft geen jaarverslagen opgesteld en doorgegeven aan de regering, een crucialeverantwoordelijkheid in zijn functie,” zei de minister. Ramadhin wees ook op het gebrek aan toezicht vanuit de overheid. Hij stelde dat zowel devoorzitter van De Nationale Assemblee als de voorzitter van de Commissie Volksgezondheidnooit hebben gevraagd naar deze jaarverslagen, wat wijst op een gebrek aan controle enaccountability. De minister benadrukte dat het tijd is voor Hasrat om met pensioen te gaan. Op 78-jarige leeftijdzou hij zich moeten terugtrekken uit het vak. Ramadhin stelde echter dat het niet alleen omleeftijd gaat: “De medische wetgeving kent geen specifieke leeftijdsbeperkingen, zolang iemandfysiek en mentaal in staat is om zijn werk uit te voeren. Het probleem ligt bij zijn functioneren.”Ramadhin benadrukte dat er serieuze tekortkomingen waren in de manier waarop de zorg onderHasrat werd geleid. “De realiteit kan niet ontkend worden,” merkte hij op.

Een nieuwe generatie politieagenten staat klaar om hun opleiding te beginnen. 224 rekrutenhebben de eerste stappen gezet in hun traject naar een carrière bij het Korps Politie Suriname(KPS). De groep begon eind februari met een oriëntatieweek op de Politieacademie (PA), gevolgd dooreen intensieve introductieperiode bij de Ayoko Kazerne (BBZ). In deze eerste tien dagen kregen de aspiranten een stevige basis op het gebied van discipline,samenwerking en professionaliteit. Ze maakten kennis met de structuur en cultuur van het korps,leerden de kernwaarden en ethische richtlijnen, en ondergingen zowel mentale als fysieketraining om zich voor te bereiden op de uitdagingen van het politieberoep. Tijdens de introductieweek bezochten korpschef Bryan Isaacs en zijn team de rekruten. Ze gavenhen een hart onder de riem en benadrukten de verantwoordelijkheid en toewijding die bij het vakkomen kijken. Vanaf maandag 17 maart 2025 beginnen de rekruten officieel aan de Basis Politie Opleiding(BPO), een opleidingstraject dat 18 maanden zal duren.