Verschillende districtscommissarissen (dc’s) hebben hun frustratie geuit over het uitblijven van overheidssubsidies. Zij stellen dat het gebrek aan financiële middelen hun werk ernstig belemmert en dat het onmogelijk is om verantwoording af te leggen over subsidies die nooit zijn ontvangen. Het ministerie van Financiën en Planning wijst echter deels naar de dc’s zelf als oorzaak van de vertraging. Edwin Linga, districtscommissaris van Boven-Coppename, geeft aan dat zijn commissariaat sinds het tweede kwartaal van 2024 geen subsidies meer heeft ontvangen. “We dienen voortdurend verzoeken in, maar krijgen geen reactie. Zonder deze middelen kunnen we onze taken niet naar behoren uitvoeren,” verklaart Linga. Hij benadrukt dat financiële verantwoording onmogelijk is zonder de nodige fondsen. Volgens Linga heeft zijn districtsadministrateur correct gerapporteerd over de subsidies die in de eerste helft van 2024 zijn overgemaakt. “Maar daarna? Er is niets meer ontvangen. Hoe kunnen we dan verantwoording afleggen?” vraagt hij zich af. Hij hekelt de gebrekkige transparantie van het ministerie van Financiën en Planning met betrekking tot de betalingsachterstanden. “Er wordt niet erkend dat men tekortschiet. Wij kunnen geen verantwoording afleggen over fondsen die nooit zijn toegekend,” stelt hij. Ook andere bestuursressorten zouden sinds 2023 geen subsidies meer hebben ontvangen. Mohamedsafiek Radjab, dc van Commewijne, deelt Linga’s zorgen en noemt de situatie onhoudbaar. “Onze administratie is volledig op orde. Mijn team helpt zelfs andere dc’s bij het indienen van hun stukken. Toch ontvangen wij niets. Dit klopt gewoon niet,” aldus Radjab. Directeur Radj Parohi van het ministerie van Financiën en Planning wijst echter op tekortkomingen aan de kant van de dc’s. “Uit onze rapportages blijkt dat veel districtscommissariaten hun documenten te laat of zelfs helemaal niet indienen,” zegt Parohi. Hij benadrukt dat de Staatsbegroting 2024 op 16 december werd afgesloten en dat subsidies voor 2025 pas worden uitgekeerd zodra alle vereiste documenten via het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport (ROS) zijn ontvangen.

De Surinaamse muziekwereld rouwt om het verlies van Harold Biervliet, een gitaarvirtuoos, zanger, componist en arrangeur, die op 84-jarige leeftijd is overleden. Biervliet stond bekend om zijn uitzonderlijke muzikaliteit en veelzijdigheid. Hij zong in meerdere talen en liet een onuitwisbare stempel achter op de Surinaamse muziek. Biervliet speelde in invloedrijke bands en was medeoprichter van Trafasi, een van de meest geliefde Surinaamse muziekgroepen. Naast zijn virtuoze gitaarspel schreef hij ook talrijke songteksten en componeerde hij muziek die tot op de dag van vandaag resoneert. Zijn composities, waaronder het iconische “Bosi Mi” en “Blaka Rosu”, werden op magistrale wijze vertolkt door Lieve Hugo, waardoor ze uitgroeiden tot klassiekers. Door de jaren heen deelde Biervliet het podium met diverse wereldberoemde artiesten en werd hij meerdere malen onderscheiden voor zijn bijdrage aan de Surinaamse muziekcultuur. Biervliet onderging recentelijk een operatie en leek aanvankelijk goed te herstellen. Zijn plotselinge overlijden kwam dan ook als een schok voor velen. Fans, collega-muzikanten en muziekliefhebbers zijn diep geraakt door zijn heengaan. Met zijn overlijden verliest Suriname een muzikale pionier, wiens werk en nalatenschap nog generaties lang zullen voortleven.

De politie in Nieuw Nickerie heeft de 35-jarige S.J. maandag in verzekering gesteld op verdenking van het drogeren van een 27-jarige vrouw. De vrouw deed aangifte nadat zij zich na een ontmoeting met de verdachte niets meer kon herinneren van de gebeurtenissen die volgden op het nuttigen van een drankje. Volgens de aangifte ging de vrouw samen met haar ex-collega S.J. naar een winkel om drank te kopen. Terwijl zij in de auto wachtte, betrad S.J. de winkel en kocht een fles drank voor haar. Vervolgens gingen ze naar de woning van de vrouw, waar ze op het terras plaatsnamen. Kort na het drinken uit de fles die S.J. voor haar had gekocht, voelde de vrouw zich duizelig en kreeg ze wazig zicht. Het volgende moment dat ze zich herinnerde, was het ontwaken de volgende ochtend met rode plekken op haar lichaam. Uit camerabeelden van de winkel bleek dat S.J. de fles had geopend en er vermoedelijk iets in had gedaan voordat hij terugkeerde naar de auto. Een labtest bevestigde later dat de vrouw inderdaad was gedrogeerd. S.J. meldde zich zondag bij de politie, waarna hij direct werd aangehouden. Na overleg met het Openbaar Ministerie is besloten om hem in verzekering te stellen, terwijl het onderzoek wordt voortgezet.

President Chandrikapersad Santokhi heeft maandag Mitchel Wongsodikromo en Rianto Kasanmoesdiran in hoog tempo beëdigd als districtscommissaris (dc). Wongsodikromo neemt de leiding over in Saramacca, waar hij Sherin Bansi-Doerga opvolgt. Kasanmoesdiran wordt de nieuwe dc van Coronie, in plaats van Maikel Winter. Beide benoemingen zijn op voordracht van de VHP. Tijdens de beëdiging benadrukte Santokhi het belang van de functie, vooral met de naderende verkiezingen in zicht. De nieuwe dc’s krijgen niet alleen de verantwoordelijkheid over het dagelijks bestuur van hun district, maar spelen ook een cruciale rol in het verkiezingsproces. “U bent verantwoordelijk voor de verwerking en doorgeleiding van de processen-verbaal van de stemopneming, wat essentieel is voor de vaststelling van de verkiezingsuitslagen,” aldus de president. Santokhi sprak zijn vertrouwen uit in de capaciteiten van de nieuw benoemde functionarissen en moedigde hen aan om zich met daadkracht en toewijding in te zetten voor hun districten. Hij benadrukte dat hun benoeming een weloverwogen keuze is, gebaseerd op hun motivatie, toewijding en deskundigheid. De kersverse districtscommissarissen toonden zich vereerd met hun aanstelling en gaven aan zich volledig te willen inzetten voor een effectief bestuur. Ze spraken hun dank uit voor het in hen gestelde vertrouwen en beloofden nauw samen te werken met de samenleving. Tijdens de ceremonie werden de epauletten van de nieuwe dc’s opgespeld door Mavrick Boejoekoe, directeur van Regionale Ontwikkeling en Sport, terwijl minister Gracia Emanuel hen hun hoofddeksels overhandigde. Met deze symbolische handelingen zijn Wongsodikromo en Kasanmoesdiran officieel klaar om hun functie te vervullen en bij te dragen aan het bestuur en de verkiezingsorganisatie in hun districten.

De Progressief-Verheffende Partij (PVP), onder leiding van Roy Bhikharie, heeft hoger beroep aangetekend tegen het vonnis van de kantonrechter. De politieke organisatie betwist de redenen waarom zij niet mogen deelnemen aan de komende verkiezingen en is ontevreden met de uitspraak. De PVP heeft rechtsingang gevonden voor het hoger beroep, hoewel de datum voor de zitting nog moet worden bepaald. De tijd dringt, aangezien de kandidatenlijsten uiterlijk op 25 maart moeten worden ingediend. Als de PVP de zaak wint, moet het Centraal Hoofdstembureau (CHS) de partij toestaan zich alsnog te registreren. Het CHS en president Chandrikapersad Santokhi zijn de gedaagden in deze zaak. Het CHS heeft de PVP niet ingeschreven omdat de volmacht door vier van de vijf bestuursleden was getekend. Volgens de statuten van de PVP wordt de organisatie door het bestuur in en buiten rechte vertegenwoordigd. Bhikharie stelt dat de meerderheid van het bestuur de volmacht heeft getekend, wat voldoende zou moeten zijn. Daarnaast zal de PVP nieuwe feiten aanvoeren in de hoger beroepszaak. Deze grieven zijn ook ingediend. De uitkomst van deze rechtsstrijd zal een belangrijke invloed hebben op de deelname van de PVP aan de komende verkiezingen.

Het Venezolaanse staatsoliebedrijf PDVSA heeft verschillende operationele strategieën ontwikkeld om de olieproductie en -export voort te zetten in zijn grootste joint venture met Chevron. Dit plan wordt voorbereid in het geval dat de vergunning van het Amerikaanse olieconcern om in Venezuela actief te blijven volgende maand niet wordt verlengd, blijkt uit een bedrijfsdocument dat door Reuters is ingezien. Eerder deze maand gaf de Amerikaanse regering Chevron een termijn van 30 dagen – tot begin april – om zijn olieactiviteiten en exporten uit Venezuela naar de Verenigde Staten af te bouwen. Dit besluit is gebaseerd op een vergunning die in 2022 werd verleend, maar nu mogelijk niet wordt vernieuwd. Chevron werkt in Venezuela via joint ventures, waarin PDVSA de meerderheidsaandeelhouder is. Het belangrijkste samenwerkingsverband is het Petropiar-project, dat zich bevindt in de Orinoco-gordel, een van de grootste oliereserves ter wereld. Productie en alternatieve exportmarkten Volgens het document is PDVSA van plan om de productie van zware Hamaca-olie bij Petropiar op een niveau van 105.000 tot 138.000 vaten per dag te handhaven, wat overeenkomt met de recente productiecijfers. Een deel van deze productie zal worden ingezet voor binnenlandse raffinage, terwijl de rest naar internationale markten zal worden geëxporteerd – met uitzondering van de Verenigde Staten. Daarnaast is gepland dat vacuümgasolie, een bijproduct van de ruwe olieproductie, wordt ingezet om benzine met een laag octaangehalte te produceren voor de Venezolaanse markt. Het voornaamste doel van PDVSA met deze aanpassingen is om de activiteiten bij Petropiar draaiende te houden en te voorkomen dat de faciliteiten stilgelegd moeten worden. Het bedrijf wil vermijden dat de olieverwerking in de upgrade-eenheden wordt stopgezet of dat olievelden binnen de joint ventures gedwongen worden te sluiten. Alternatieven voor verdunningsmiddelen en transport Een andere uitdaging voor PDVSA is de voorziening van verdunningsmiddelen die nodig zijn om de zware ruwe olie geschikt te maken voor verwerking en export. Om dit op te lossen, wil PDVSA een groter deel van de geïmporteerde nafta hergebruiken. Tegelijkertijd zal de grootste Venezolaanse raffinaderij, Paraguana, extra verdunningsmiddelen leveren aan Petropiar. Ook de logistiek van de oliehandel zal naar verwachting veranderen. Momenteel maakt Chevron gebruik van tankers om Venezolaanse ruwe olie tussen nationale havens te transporteren alvorens deze te exporteren. Het document suggereert dat deze scheepsbewegingen tot een minimum beperkt zullen worden. Bovendien overweegt PDVSA enkele productie-eenheden van Petropiar om te schakelen naar de verwerking van alternatieve grondstoffen in plaats van uitsluitend ruwe olie. Dit is vergelijkbaar met de maatregelen die in 2020 werden genomen toen Chevron al eerder met beperkingen te maken kreeg onder de regering van voormalig president Donald Trump. Met deze strategieën hoopt PDVSA de productie stabiel te houden en de impact van de mogelijke beëindiging van Chevron’s activiteiten in Venezuela te minimaliseren.

Op 26 mei begint de termijn van Albert Ramdin als secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS). Voordat hij zijn nieuwe rol aanvaardt, zal hij op 25 mei nog in Suriname zijn om zijn stem uit te brengen. Tot eind mei blijft hij minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking. Tijdens een persconferentie op maandag sprak Ramdin over zijn verkiezing en de kosten van zijn campagne. Hij gaf aan dat de campagne SRD 4,2 miljoen heeft gekost, en niet de SRD 100 miljoen zoals sommigen beweren. Hij benadrukte dat de Verenigde Staten geen invloed hebben gehad op de verkiezing. Ramdin, de eerste secretaris-generaal uit het Caribisch gebied en de 13e leider van de OAS, heeft de steun van 30 van de 32 lidstaten gekregen. Dit dwong minister Rubén Ramírez Lezcano van Paraguay zich terug te trekken uit de race. Ramdin werd gekozen tijdens enkele kandidaatstellingen, een primeur in de geschiedenis van de OAS. De campagne van Ramdin was uniek omdat er geen geld werd uitgegeven aan een internationale campagne. In plaats daarvan werd er veel ‘in house’ gedaan, met lobbywerk tijdens buitenlandse dienstreizen en interne inzet van het ministerie. De meeste uitgaven vonden plaats in de laatste dagen van de campagne, voor activiteiten zoals een receptie. Ramdin benadrukte dat de Verenigde Staten neutraal zijn gebleven tijdens het verkiezingsproces en geen voorkeur hebben getoond voor een van de kandidaten. Hij kondigde aan dat zijn termijn van vijf jaar op 26 mei begint, na een transitieperiode van twee maanden. Als secretaris-generaal zal Ramdin zich richten op het verminderen van verdeeldheid op het westelijk halfrond, het versterken van OAS-instituten, het adresseren van de klimaatcrisis, het verbeteren van de communicatie met het publiek, en het aanpakken van crises in landen zoals Haïti en Venezuela. Hij zal ook aandacht besteden aan migratieproblemen en werken aan vrede, economische en politieke stabiliteit in de regio.

De Green Heritage Fund Suriname (GHFS) heeft in samenwerking met het International Ocean Institute (IOI) uit Malta de lancering aangekondigd van de IOI Ocean Academy Suriname. Dit initiatief biedt vanaf eind maart een gratis online cursus aan over oceaanbeheer en mariene duurzaamheid. De cursus is ontwikkeld door GHFS en wordt verzorgd door zowel lokale als internationale experts. De cursus richt zich op een breed publiek, waaronder studenten, beleidsmakers en burgers die meer willen leren over oceaanbescherming en kustecosystemen. Dit programma is onderdeel van een wereldwijd netwerk dat streeft naar een beter begrip en beheer van mariene hulpbronnen. Door de samenwerking tussen GHFS en IOI wordt deze kennis nu ook toegankelijk voor de Surinaamse gemeenschap. De lessen worden in het Nederlands gegeven en verzorgd door ervaren specialisten zoals Michel Amafo, directeur van de Maritieme Autoriteit Suriname (MAS), Karin Bilo, voormalig Ocean Coördinator bij WWF Suriname, en Tadzio Bervoets, voorzitter van UNESCO Ocean. De cursus behandelt cruciale onderwerpen zoals mariene biodiversiteit, klimaatverandering, vervuiling en duurzaam kustbeheer. De deskundige docenten delen hun praktijkervaring en inzichten om deelnemers bewust te maken van de uitdagingen én oplossingen binnen oceaanbeheer. Met deze academie sluit Suriname zich aan bij een wereldwijd netwerk van landen die zich inzetten voor de bescherming van de oceanen via de Ocean Academy. Geïnteresseerden kunnen zich inschrijven via de officiële registratielink.

De goudprijs bleef maandag nagenoeg stabiel en schommelde net onder de grens van $3.000 per ounce. Beleggers richten hun aandacht op handelsontwikkelingen en de komende beleidsvergadering van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed). Spotgoud noteerde een lichte stijging van 0,1% naar $2.987,13 per ounce, na vrijdag een recordhoogte van $3.004,86 te hebben bereikt. Amerikaanse goudfutures daalden daarentegen met 0,2% en kwamen uit op $2.994,70. Deze week publiceert de Federal Reserve nieuwe economische prognoses, die een indicatie zullen geven van hoe centrale bankiers de impact van het economische beleid van president Donald Trump inschatten. Dit beleid heeft de tot dusver sterke economische vooruitzichten enigszins vertroebeld. Minister van Financiën Scott Bessent waarschuwde zondag dat een recessie in de Verenigde Staten niet volledig uitgesloten kan worden, hoewel een economische aanpassing waarschijnlijker is. David Meger, directeur metaalhandel bij High Ridge Futures, gaf aan dat de goudmarkt zich momenteel in een afwachtende fase bevindt. “Ik verwacht enige consolidatie in de goudprijs… Beleggers wachten op duidelijkheid over de rente-uitspraak van de Fed,” zei hij. Marktanalisten voorspellen dat de Amerikaanse centrale bank de rente deze week ongewijzigd zal laten, met een mogelijke verlaging in juni. Omdat goud geen rente oplevert, wordt het doorgaans aantrekkelijker in een omgeving met lage rentetarieven en economische onzekerheid. Ondertussen bleken de Amerikaanse detailhandelsverkopen in februari minder sterk te zijn gestegen dan verwacht. Dit wijst op een gematigde economische groei, mede beïnvloed door hogere importtarieven en onzekerheid op de arbeidsmarkt binnen de federale overheid. Volgens analisten van Heraeus Metals blijft goud een veilige haven in turbulente tijden: “Als economische cijfers verder verslechteren en handelsspanningen wereldwijd oplopen, zal de vraag naar goud blijven toenemen.” Naast goud ondergingen andere edelmetalen schommelingen in hun prijzen. Spotzilver daalde met 1,01% tot $33,44 per ounce, terwijl palladium met 0,38% afnam tot $961,50. Platina steeg daarentegen licht met 0,3% tot $996,45 per ounce. Intussen kondigde president Trump aan dat hij dinsdag een gesprek met de Russische president Vladimir Poetin wil voeren over het beëindigen van de oorlog in Oekraïne.

John Krishnadath, voorzitter van de Surinaamse Voetbalbond (SVB), is benoemd tot een van de vier vicevoorzitters in het bestuur van de Caribische Voetbalunie (CFU). Zijn verkiezing vond plaats tijdens het CFU-congres op zondag in Saint Lucia. Krishnadath deelt de vicevoorzittersrol met Michael Ricketts (Jamaica), Jean Dartfon (Guadeloupe) en Ivan Rivera (Puerto Rico). De nieuwe voorzitter van de CFU is Lyndon Cooper uit Saint Lucia, die de functie overneemt van Randolph Harris (Barbados), die sinds 2017 aan het hoofd stond van de organisatie. De Surinaamse Voetbalbond beschouwt deze benoeming als een belangrijke prestatie. “Het is voor het eerst sinds André Kamperveen dat een Surinamer zo’n hoge positie binnen de CFU bekleedt,” verklaarde de SVB. Krishnadath werd enkele maanden geleden voorgedragen op verzoek van CFU-voorzitter Lyndon Cooper. Zijn kandidatuur kreeg brede steun, onder meer van Concacaf-voorzitter Victor Montagliani en bestuurslid Howard MacIntosh. Hoewel hij zelf niet aanwezig kon zijn in Saint Lucia vanwege onvoorziene omstandigheden, werd Suriname vertegenwoordigd door SVB-secretaris-generaal Mitchell Kisoor, ondervoorzitter Dayasankar Mathoera en penningmeester Bidjaikoemar Mankoe. Overzicht Nieuw CFU-bestuur Voorzitter: Lyndon Cooper (Saint Lucia) Vicevoorzitters: Michael Ricketts (Jamaica), John Krishnadath (Suriname), Jean Dartfon (Guadeloupe), Ivan Rivera (Puerto Rico) Leden: Glen Etienne (Dominica), Anya James (Bahama’s), Girdon Connor (Anguilla), Mark Wade (Bermuda) Met deze benoeming verstevigt Suriname zijn positie binnen de Caribische voetbalwereld en krijgt het land meer invloed in de regionale voetbalorganisatie.