De Staatsolie Maatschappij Suriname NV heeft met succes een nieuwe obligatie-uitgifte afgerond, die ruim US$ 212 miljoen meer heeft opgeleverd dan aanvankelijk beoogd. Het bedrijf had gehoopt US$ 250 miljoen en € 50 miljoen (totaal US$ 304,1 miljoen) op te halen voor deelname aan de ontwikkeling van het GranMorgu offshore-olieveld in Blok 58. De totale opbrengst bedroeg echter US$ 515,8 miljoen. Staatsolie heeft alle inschrijvingen toegewezen en verwachtte aanvankelijk US$ 109 miljoen aan nieuw geld binnen te halen. Dit bedrag steeg uiteindelijk naar US$ 320,8 miljoen, bovenop de US$ 195 miljoen van de bestaande Staatsolie-obligaties 2020-2025 en 2020-2027. De opbrengsten van de obligatie-uitgifte zullen worden gebruikt om Staatsolie’s deelname van maximaal 20% in het GranMorgu-project te financieren. De totale investering voor dit project is geraamd op US$ 12,2 miljard, waarvan Staatsolie US$ 2,4 miljard voor zijn rekening neemt. Daarnaast heeft Staatsolie eigen kasreserves gereserveerd voor deze investering. Een deel van de opbrengsten van de bestaande obligaties (US$ 195 miljoen) zal worden geherfinancierd. Meer dan zeventig procent van de houders van deze obligaties heeft ervoor gekozen om hun obligaties in te wisselen voor de nieuwe uitgifte. De overige obligatiehouders, goed voor US$ 55 miljoen, hebben besloten hun bestaande obligaties te behouden. De Surinaamsche Bank N.V. heeft de nieuwe Staatsolie-obligatie 2025-2033 georganiseerd, die op 23 maart 2025 is ingegaan en een looptijd van acht jaar heeft. De obligatie heeft een rente van 7,75 procent voor de US-dollar-obligatie en 7,25 procent voor de euro-obligatie, die twee keer per jaar wordt uitgekeerd. De eerste rente-uitbetaling is gepland voor 23 september 2025. De obligaties zijn verhandelbaar op de Dutch Caribbean Securities Exchange (DCSX) en de Suriname Stock Exchange (SSX).

President Chandrikapersad Santokhi heeft gistermiddag in Weg naar Zee bekendgemaakt dat het programma van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) succesvol is afgerond. De laatste en negende beoordeling van het IMF, die vandaag plaatsvond, was positief. De president uitte zijn tevredenheid over deze ontwikkeling. Santokhi benadrukte dat de inspanningen en het geduld van het Surinaamse volk hebben bijgedragen aan het succesvolle afronden van het IMF-traject. Nu het programma is afgesloten, is het volgens de president tijd om terug te geven aan de burgers. De moeilijke fase van economisch herstel is voorbij, en de schulden zijn herschikt, terwijl de inflatie is teruggedrongen. Vandaag overlegde de president met de minister van Financiën & Planning en de gouverneur van de Centrale Bank van Suriname. Hij vroeg om voorstellen van minister Stanley Raghoebarsing voor de versterking van de koopkracht, zoals eerder met de vakbeweging is overeengekomen. De koopkrachtversterking voor ambtenaren moet in april worden afgerond.

Vandaag is in het district Marowijne een belangrijke mijlpaal bereikt met de eerste rijstoogst uit het gebied. Het pilotproject, dat eind 2024 begon, heeft nu concreet resultaat opgeleverd. De velden die ooit onvruchtbaar leken, zijn nu volop in bloei met goudgele rijstakkers. Het initiatief, genaamd “Marwina Alesi,” werd in november vorig jaar gelanceerd onder leiding van vicepresident Ronnie Brunswijk. Het doel is om de rijstproductie in Oost-Suriname te stimuleren, een regio die tot dusver weinig bekend was met grootschalige landbouw. Het project draagt bij aan de lokale economie, voedselzekerheid en exportmogelijkheden voor Suriname. De beelden die vandaag zijn vrijgegeven door de vicepresident tonen de indrukwekkende transformatie van watervlakten naar vruchtbare rijstvelden. Brunswijk benadrukte dat deze oogst meer is dan een symbolisch moment. “We laten zien dat ook het oosten van ons land een belangrijke rol kan spelen in de agrarische sector,” aldus Brunswijk. “Deze oogst toont aan dat onze investeringen in deze regio succesvol zijn.” Hoewel de rijstproductie nog in de proef- en evaluatiefase verkeert, zal de kennis die is opgedaan worden gebruikt om technieken te verbeteren en te kijken naar duurzame opschaling. Op basis van de resultaten van deze eerste oogst zal worden besloten hoe het project verder kan worden uitgebreid. Met de oogst van Marwina Alesi is een eerste, maar belangrijke stap gezet naar een duurzame landbouwtoekomst voor Marowijne. De komende maanden zullen laten zien hoe dit pioniersproject zich verder ontwikkelt, maar de vooruitzichten zijn alvast veelbelovend.

De VHP heeft haar kandidatenlijst voor de komende verkiezingen aangepast. Enkele personen zijn van de lijst verdwenen, zoals Alven Roosveld, die oorspronkelijk op plek 18 stond. Daarnaast zijn er nieuwe namen toegevoegd, waaronder Helima Poese, die nu op de 25e plaats staat. Ook zijn sommige kandidaten hogerop geplaatst. Zo is Sherin Bansi-Durga, voormalig districtscommissaris van Saramacca, van plek 24 naar 21 geklommen, en Shanti Oedairadjsingh van plek 26 naar 19. De aangepaste lijst wordt vandaag om 10.15 uur ingediend door secretaris Ganeshkoemar Kandhai en ondervoorzitter Urmila Ramlagansing. De partij benadrukt dat de lijst een goede afspiegeling is van de samenleving, met aandacht voor leeftijd, gender, afkomst en vertegenwoordigers uit alle 10 districten. “De VHP toont hiermee opnieuw dat het een nationale partij is die openstaat voor iedere Surinamer en dat het over voldoende capabele mensen beschikt om ons land naar grotere hoogte te tillen,” aldus de partij. De aangepaste kandidatenlijst: Chandrikapersad Santokhi Marciano Rilano Dasai Krishnakoemarie Mathoera Asiskumar Gajadien Cheryl Nancy Dijksteel Dewanchandrebose Sharman Chuanrui Wang Cedric Gulno van Samson Mahinderkoemar Jogi Harriët Sangieta Ramdien Natalie Sharon Amatmohamed Rawien Raghoenandan Roy Ramdath Mohan Hakiem Al-Fayed Lalmahomed Vidjai Prekash Krishan Thakoer Ameerani Vedanti Jarbandhan Vishwadath Kishan Ramsukul Johnny Soedirman Kasdjo Shanti Khaitrie Oedairadjsingh Melissa Joany Bruinhart Sherin Warsha Durga Just Hendrik Otto Vriesde Josta Gonda Lewis Vikash Mehendra Rajsindhu Koendanlal Helima Nadia Poese Joanne Juanita Lynch Milton Edgar Kensmil Shierodjniedebi Goeptar Preshand Dineshkumar Baldew Clarice Toetie Martotaroeno Weduwe van Abas Shailesh Rohan Ramdin Ronny Clyde Aloema Paul Ruben Abiteng Stephen Ponidie Prijadie Madsaleh Radjendrekoemar Debie Adjaysingh Prawesh Umesh Biharie Jason Vincent Bakker Xiony Rafiëlle Kidjo Mohamad Shaouchkhan Rufai Abdul Ganeshkoemar Kandhai Xiomara Yonina Ceder Lucenda Zaraida Doorson Xiomara Cadogan Anielkumar Manurat Chanderdath Nagessar

Cyrill Ramkisor, een voormalig minister en ambassadeur, is maandagmiddag op 91-jarige leeftijd overleden in het Academisch Ziekenhuis Paramaribo. Ramkisor had een rijke carrière met verschillende invloedrijke posities. Van 1970 tot 1973 diende hij als minister van Districtsbestuur en Decentralisatie in het kabinet-Sedney. Later, van 1985 tot 1986, leidde hij de ministeries van Openbare Werken, Telecommunicatie en Bouwnijverheid in het kabinet-Udenhout. In 1988 werd Ramkisor benoemd tot ambassadeur van Suriname in Nederland, een rol die hij tot 1994 vervulde. Hij wordt herinnerd als een toewijd en gerespecteerd publiek figuur die een significante bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van Suriname. Zijn werk en inzet hebben een duurzame impact gehad op het land en zijn mensen.

De nieuwe leiding van de Jeugdraad Suriname (JRS) heeft het belang van een bredere betrokkenheid van jongeren bij maatschappelijke kwesties onderstreept. De recent gekozen voorzitter, Shemar Rier, benadrukt de noodzaak van intensieve samenwerking binnen het orgaan. Dit deed hij tijdens de formele kennismaking met minister Steven Mac Andrew van Arbeid, Werkgelegenheid & Jeugdzaken (AWJ). De leiding van de JRS bestaat uit Rier, plaatsvervangend ondervoorzitter Jeremiah Pinas, en Gracelynn Amautan, die haar rol als ondervoorzitter voortzet. Rier streeft ernaar om alle leden op één lijn te krijgen, zodat ze met een gezamenlijke visie en daadkracht de belangen van de Surinaamse jeugd kunnen behartigen, zoals gemeld door de Communicatie Unit van AWJ. Minister Mac Andrew benadrukte dat het komende Nationaal Jeugdcongres jongeren een platform zal bieden om hun stem te laten horen. Hij riep de JRS op om jeugdconsultaties in alle districten voort te zetten en samenwerking aan te gaan met overheidsinstanties, jongerenorganisaties, buurtverenigingen en internationale partners. Tijdens de kennismaking waren ook Mitesh Bhaggoe, directeur van het Nationaal Jeugdinstituut (NJI), en secretaris Nishita Bharos aanwezig. Het NJI ondersteunt de Jeugdraad door middel van faciliteiten, begeleiding en middelen die nodig zijn voor een effectieve werking. Dit omvat onder meer organisatorische hulp, financiële steun, trainingen en vergaderruimtes, zodat de JRS zijn taken optimaal kan uitvoeren, aldus AWJ.

Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (BIBIS) heeft verklaard dat de recente verhogingen van sociale uitkeringen pas nu kunnen worden doorgevoerd omdat er vroeger geen financiële middelen beschikbaar waren. De timing van deze verhogingen, kort voor de verkiezingen, heeft geleid tot speculaties over politieke motieven. Echter, Ramdin benadrukt dat de maatregelen niet bedoeld zijn als verkiezingsstunt, maar eerder als een noodzakelijke stap om de koopkracht van de bevolking te versterken. Hij wijst erop dat de eerste verhogingen al in september 2020 werden doorgevoerd voor de meest kwetsbare groepen. Ondanks de financiële uitdagingen in het verleden, zijn er nu voldoende middelen beschikbaar om deze verhogingen te realiseren. Dit komt mede door een positieve beoordeling van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), die meer financiële ruimte heeft gecreëerd. Tegelijkertijd blijft de regering geconfronteerd met aanzienlijke schulden bij staatsbedrijven zoals Energie Bedrijven Suriname (EBS), de Surinaamsche Waterleiding Maatschappij (SWM) en Telesur. Ramdin benadrukt dat de regering prioriteit geeft aan het oplossen van langdurige problemen en het nemen van moeilijke, maar noodzakelijke langetermijnbeslissingen. De minister wijst erop dat de regering niet alleen populistische maatregelen heeft genomen, maar ook impopulaire stappen zoals het afbouwen van subsidies bij EBS. Dit toont volgens hem de focus op duurzaamheid en langetermijnvoordelen boven kortetermijnwinst. De regering probeert een balans te vinden tussen het verbeteren van de economische situatie van de samenleving en het nakomen van financiële verplichtingen, terwijl ze tegelijkertijd moeilijke keuzes maakt die essentieel zijn voor de toekomst van het land.

Vanaf 2 april voeren de Verenigde Staten een importtarief van 25 procent in op alle handel met landen die olie of gas uit Venezuela afnemen. President Donald Trump noemt dit een “secundaire heffing” en verdedigt de maatregel door te stellen dat Venezuela tienduizenden migranten met een gewelddadig karakter naar de VS stuurt. Trump bekritiseert Venezolaanse president Nicolás Maduro voor het gebrek aan vooruitgang bij het hervormen van het kiesstelsel en het terughalen van migranten. Met de nieuwe sancties hoopt de Amerikaanse regering de druk op Venezuela te vergroten. Grote impact op China China, de grootste afnemer van Venezolaanse olie, zal waarschijnlijk het hardst getroffen worden door deze maatregel. Het land importeert dagelijks ongeveer 500.000 vaten olie, wat meer dan de helft van de Venezolaanse export vertegenwoordigt. Eerdere Amerikaanse sancties leidden al tot een daling in de Chinese olie-import, waardoor Venezuela gedwongen werd de prijzen te verlagen om de export te handhaven. Naast China importeren ook India, Spanje, Italië en Cuba olie uit Venezuela en zullen zij ook te maken krijgen met de nieuwe handelsheffingen. Uitzonderingspositie voor Chevron Ondanks een eerder opgelegd verbod door voormalig president Biden, blijft de VS zelf olie uit Venezuela importeren. De Amerikaanse oliemaatschappij Chevron had een uitzonderingspositie, die op 3 april zou aflopen. Na een ontmoeting met de topman van Chevron heeft Trump besloten deze uitzondering te verlengen tot 27 mei. Deze maatregelen tonen de complexe dynamiek van de internationale oliehandel en de politieke spanningen tussen de VS en Venezuela, met aanzienlijke implicaties voor globale energieverschuivingen.

Boothouders die de oversteek verzorgen tussen Johan en Margaretha en Mariënburg in het district Commewijne, blijven vastzitten aan het huidige tarief van SRD 13 per persoon. Ondanks herhaalde verzoeken en onderhandelingen met het ministerie van Transport, Communicatie en Toerisme (TCT), blijft een tariefsverhoging uit, zo meldt Albert Hagemeijer, ondervoorzitter van de Vereniging van Boothouders in het District Commewijne (VBDC). Hagemeijer geeft aan dat er gesprekken met TCT zijn gevoerd, maar zonder resultaat. “We hebben een nieuwe tariefcalculatie ingediend, maar krijgen geen reactie. Er wordt telkens beloofd dat we teruggebeld worden, maar dat gebeurt niet,” aldus Hagemeijer. De boothouders voelen zich benadeeld, vooral omdat de boten van het Nationaal Vervoer Bedrijf (NVB) nu SRD 30 per persoon vragen. “Het tarief van SRD 13 is achterhaald. Een liter brandstof kost nu meer dan SRD 40, terwijl wij nog steeds voor SRD 13 per rit moeten werken. Dat is simpelweg niet eerlijk,” stelt Hagemeijer. Volgens hem is een akkoord tussen de boothouders en de overheid noodzakelijk om een eerlijke prijs te kunnen hanteren. “We zijn bereid te onderhandelen, maar er moet wel een uitkomst komen,” voegt hij toe. Voorlopig blijven de tarieven echter ongewijzigd, wat de financiële druk op de boothouders verder vergroot.

De Nieuwe Leeuw (DNL) heeft haar kandidatenlijst voor de komende verkiezingengepresenteerd, met Dharm Mungra, voorzitter van de partij, als lijsttrekker. Op de tweede plaatsstaat Sutrisno Mitro van de KTPI. Beide heren zullen ook de campagne leiden. De lijst, die zaterdag unaniem werd goedgekeurd door het partijcongres, reflecteert de diversiteitvan de Surinaamse samenleving. Meer dan 35% van de kandidaten zijn vrouw, en de helft van delijst bestaat uit jongeren onder de 40 jaar. De kandidaten komen uit verschillende etnische,culturele en religieuze achtergronden. De campagne van DNL en KTPI richt zich op eenheid, verantwoordelijkheid en concreet beleid.Er is geen plaats voor lege beloften; in plaats daarvan staan praktische plannen centraal.Een belangrijk punt in het beleid van de alliantie is dat alle verkozen kandidaten een notariëlevermogensverklaring moeten ondertekenen. Dit moet transparantie en verantwoordingwaarborgen. De focus van de partij ligt op armoedebestrijding, werkgelegenheid, duurzame ontwikkeling enhet behoud van de territoriale integriteit van Suriname. De alliantie streeft naar eerlijkheid endaadkracht in haar beleid. Kandidatenlijst van DNL: 1. Dharmvir Karamchand Mungra2. Sutrisno Mitro3. Yerry Navien Khoesial4. Rikardo Soegirin Kromopawiro5. Johannes Ferdinand Akashkumar Damodar Patak6. Radjindrapersaud Churamon7. Richardo Kastimin Soerodikromo8. Valerie Ponikem Kamidi9. Priya Santousha Jethoe10. Sarafina Savella Diantie Sedjo11. Alma Sinia Patra12. Wianni Arachellie Ponisa Raiman13. Indira Soekhlal14. Milton Hartono Sariman15. Claudette Judith Makosi 16. Parwatie Gangadin17. Regilio Jovanny Martomamat18. Karan Sahiel Soman19. Chandeni Banarsi20. Manodjkoemar Chitan21. August Lienga22. Joy Sanjeev Kumar Makhanlal23. Ashvini Warsadebie Gowrie24. Reshma Rashida Sardjoe25. Richard Ronith Aksaykumar Bhugwansing26. Pradeetkoemar Ramsaran27. Aniel Ramnarain Jiwalal28. Alwin Radjkoemar Malaha29. Amarnath Lachman30. Ramwatie Lalay31. Kamini Nandlal32. Dinesh Sardjoe33. Akash Seebarran34. Bhagwanpersad Nakched35. Alisha Alli36. Roy Jules Fonkel37. Rohan Vinaai Bihari38. Rieshwan Jagernath39. Avinaash Bisnajak40. Vikash Shailesh Pietambar41. Samaltha Safarina Nortan42. Harvij Gerold Dundas43. Kishen Radjkoemar Ramkhelawan 44. Willem Gilberto Elshot45. Amrietpersad Doebe Bhagwanbali46. Marlon Steven van Ommeren47. Miquel Rajwansh Vishaal Mohan48. Romana Farahnaaz Moennoe, gehuwd met Saddal49. Natachia Annerose de Sanders50. Roepesh Jagernath51. Mariska Natalie Amanda Black