Zaterdagavond werd de 12-jarige Jay-lisa Takora van Donderkamp in de Anthony Nesty Sporthalgekroond tot Little Miss Inheems 2025. De verkiezing, georganiseerd door stichting Padaya, troknegen inheemse meisjes tussen 7 en 13 jaar. Jennavi Kiba werd uitgeroepen tot 1st runner-up en Madeleine Awankaroe tot 2nd runner-up. Deandere deelnemers waren Elijana Srisria, Imani Burnett, Kaily Karwafodi, KayleyraiaMarijoeram, Recella Tapoto en Tychany Amatredjo. De verkiezing was een feestelijke gebeurtenis waar de jonge deelnemers hun talenten en charmetoonden. De avond was een viering van de inheemse cultuur en tradities, met optredens enactiviteiten die de diversiteit en rijkdom van de gemeenschap benadrukten. Stichting Padaya organiseert deze verkiezing jaarlijks om jonge inheemse meisjes een platformte bieden waarop ze hun zelfvertrouwen en leiderschapskwaliteiten kunnen ontwikkelen. Dewinnares en runners-up zullen gedurende het jaar verschillende evenementen en activiteitenbijwonen als ambassadeurs van hun gemeenschap

Sinds ongeveer een maand ondervinden vissers voor de kust van Suriname ernstigebelemmeringen door enorme hoeveelheden zeewier. De overlast heeft geleid tot beschadigdenetten, onderbroken tochten en hogere kosten, wat niet alleen hun inkomsten bedreigt, maar ookde duurzaamheid van hun werk. Dit probleem is sterk gerelateerd aan de gevolgen vanklimaatverandering, waardoor de visserijsector in grote problemen verkeert. “Het zeewier verstrikt onze netten op zee, wat leidt tot vertragingen en extra kosten. We moetenvaak onze visserstochten halverwege afbreken om terug te keren naar land en de netten teherstellen,” aldus Mark Lall, secretaris en woordvoerder van het Visserscollectief, in gesprek metSuriname Herald. Het zeewierprobleem doet zich voor langs de Surinaamse kustlijn, wat dewerkbaarheid van de sector aanzienlijk beïnvloedt. Dit fenomeen heeft vooral impact in de natte tijd van het jaar, wanneer hevige regen en onweerde zee onstuimig maken. In deze omstandigheden komt het zeewier los van de zeebodem enwordt het via de Guyana-stroom richting de Surinaamse kust gedreven. Lall geeft aan dat dezesituatie de veiligheid van de vissers in gevaar brengt, wat hen vaak doet besluiten om vanwegede ruwe zee niet uit te varen, waardoor inkomsten verloren gaan. Hoewel het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) al geruime tijd op de hoogte isvan het probleem, blijft structurele steun uit, wat de vissers zwaar valt. “We moeten blijvenwerken omdat we geen andere keuze hebben. Er zijn veel gezinnen afhankelijk van onze sector.Als we staken, zou dit niet alleen onze levensonderhoud treffen, maar ook de bredere economievan Suriname,” zegt Lall. De vissers hopen op een duurzame oplossing, maar tot nu toe ontbreekt het aan adequatemaatregelen. In andere landen in de regio, zoals in het Caribisch gebied, wordt aangespoeldzeewier inmiddels verwerkt tot compost en mest, wat als een mogelijke oplossing voor Surinamezou kunnen dienen. “Deze aanpak zou hier zeker onderzocht moeten worden. Onze sector heeftdringend behoefte aan innovatieve oplossingen en overheidssteun,” stelt Lall. Ondanks de uitdagingen blijven de vissers hoopvol. “We geven niet op, maar het wordt steedsmoeilijker om het hoofd boven water te houden,” aldus Lall. De visserijsector in Suriname blijfteen belangrijke pijler van de economie, en het is van groot belang dat er snel effectievemaatregelen komen om deze essentiële sector te ondersteunen in de strijd tegen de gevolgen vanklimaatverandering.

De 12e editie van de Bouw-, Woon- en Huishoudbeurs, dit jaar met het thema “The EnergyEdition”, is vrijdag officieel geopend door minister Riad Nurmohamed van Openbare Werken.Het evenement, dat vijf dagen duurt in het Live Entertainment Center (voorheen FlamboyantPark), belooft een spectaculaire vertoning van innovatie en duurzaamheid. Minister Nurmohamed verlichtte de beurs door lampen aan te zetten die gevoed worden door eencombinatie van wind- en zonne-energie. Deze energie wordt opgeslagen in batterijen, dievervolgens andere apparaten van stroom voorzien. Deze ‘home batteries’ of ‘power walls’ kunnentraditionele generatoren aanvullen of zelfs vervangen, en opereren vrijwel zonder geluid of geur. Een van de hoogtepunten van de beurs is de presentatie van EcoFlow, een wereldmerk uit deVerenigde Staten. Dit bedrijf toont verschillende toepassingen van energieopslag, samen metandere exposanten die hun eigen innovaties in dit gebied tonen. Daarnaast zijn er veelhoutproducten te zien, variërend van deuren tot complete huizen. De eerste dag van de beurs was gratis toegankelijk, maar vanaf vandaag moeten bezoekers SRD100 betalen om het uitgebreide aanbod aan producten en diensten te kunnen bezoeken. Met bijna80 exposanten en tal van beursacties, vooral bij bankinstellingen, is het een drukbezochtevenement. De opgezette huizen trekken veel aandacht, en de bezoekersstroom neemt toenaarmate de dag vordert. Initiatiefnemer Wierash Gangaram Panday is zeer tevreden met het resultaat. Het organiserenvan zo’n beurs is een uitdaging, maar de deelnemers hebben hun best gedaan om alles wat metbouwen, wonen en huishouden te maken heeft, onder de aandacht te brengen. Zelfs een notaris isaanwezig om bezoekers te adviseren bij het doen van zaken. De Bouw-, Woon- en Huishoudbeurs biedt een unieke kans om de nieuwste trends entechnologieën op het gebied van duurzame energie en wonen te ontdekken.

Het Comité Christelijke Kerken (CCK) en de Interreligieuze Raad in Suriname (IRIS) hebbenpolitieke partijen en media opgeroepen om een gedragscode voor de komende verkiezingen teondertekenen. Deze code benadrukt het belang van integere leiderschap en respect voor dewensen van het volk, gericht op welzijn, groei en ontwikkeling. De code bevat richtlijnen voor zowel politieke partijen als burgers en kiezers. Het CCK en deIRIS roepen leidinggevenden en eigenaren van mediabedrijven, journalisten en gebruikers vansociale media op om hun verantwoordelijkheid te nemen. Het is cruciaal om rekening te houdenmet de gevoeligheden binnen de multiculturele samenleving van Suriname, zowel voor als na deverkiezingen, ongeacht de uitslag. Politieke partijen worden aangemoedigd om:  Rechtvaardigheid te respecteren en te bevorderen.  Een harmonieuze samenleving te stimuleren.  Eerlijkheid en openheid in hun toespraken en discussies te tonen.  Een goed voorbeeld te geven, met name voor jongeren, door een inspirerende gedragslijnte ontwikkelen.  Constructieve ideeën en plannen voor de toekomst van het land te formuleren, waarbijpolitieke, economische en sociaal-maatschappelijke ontwikkeling centraal staan.   Deze gedragscode moet bijdragen aan een respectvolle en verantwoorde verkiezingsstrijd,waarin de waardigheid van alle betrokkenen wordt gewaarborgd.

Per 25 april kunnen burgers in Suriname voor het eerst online een aanvraag indienen voor hetnieuwe e-paspoort. Dit markeert het einde van de traditionele manier van aanvragen bij hetBureau voor Burgerzaken (BvB) of het Centraal Bureau voor Burgerzaken (CBB). De introductievan het e-paspoort is onderdeel van de nieuwe Wet op Reisdocumenten, die op diezelfde dag inwerking treedt. Eskak Mohamad, directeur van het ministerie van Binnenlandse Zaken (Biza), bevestigt dat hete-paspoort op 25 april officieel wordt gelanceerd. Het nieuwe paspoort is een biometrischdocument, in tegenstelling tot de huidige paspoorten die geen biometrische gegevens bevatten.“De huidige paspoorten zijn nog ‘remedial’ en voldoen niet aan de internationale normen voorbeveiliging. Het nieuwe e-paspoort zal de biometrische gegevens van de houder bevatten, wat deveiligheid aanzienlijk verhoogt,” zegt Mohamad. Het nieuwe paspoort voldoet aan internationale normen en bevat geavanceerdebeveiligingsmaatregelen. Dit maakt het document moeilijker te vervalsen dan de huidige versie.Het huidige paspoort blijft geldig tot de vervaldatum, waarna burgers moeten overstappen op hetnieuwe digitale paspoort. Vanaf 25 april kunnen alle nieuwe aanvragen voor het e-paspoort uitsluitend online wordeningediend via een speciale applicatie. Betaling van het paspoort kan worden gedaan in euro’s,aangezien het systeem in samenwerking met een internationaal bedrijf is ontwikkeld datgespecialiseerd is in biometrische paspoorten. De kosten voor het e-paspoort bedragen 50 euro,maar het is ook mogelijk de betaling in Surinaamse dollars (SRD) te doen tegen de dagkoers. Na betaling kan de aanvrager zich aanmelden bij een CBB-kantoor om de biometrische gegevensvast te leggen. Dit proces maakt de aanvraag snel en efficiënt, zonder dat men fysiek naar eenbureau hoeft te gaan voor het aanvragen van het paspoort. Mohamad benadrukt dat het nieuwe systeem veel veiliger is dan het huidige systeem. “Met deintegratie van biometrische gegevens volgens internationale standaarden en ingebouwdebeveiligingsmaatregelen, is het nieuwe paspoort moeilijk te vervalsen. We verwachten geenproblemen met hackaanvallen of datalekken, aangezien het systeem goed beveiligd is en draaitbinnen een veilige e-government omgeving,” aldus de Biza-directeur. De overgang naar het e-paspoort is een belangrijke stap voorwaarts in de modernisering van deSurinaamse overheid en het verbeteren van de veiligheid van reisdocumenten. Het ministerie vanBinnenlandse Zaken kijkt uit naar een soepele implementatie van het nieuwe systeem.

Op 25 mei 2025 trekt het Surinaamse volk naar de stembus voor de verkiezing van leden van DeNationale Assemblée (DNA), de Ressortraad (RR) en de Districtraad (DR). Het betreftalgemene, geheime verkiezingen die dit jaar voor het eerst plaatsvinden volgens een landelijkkiesstelsel. Velen noemen deze verkiezingen de belangrijkste uit de recente geschiedenis van Suriname. Dieovertuiging komt voort uit het feit dat het land zich op een cruciaal kruispunt bevindt. De keuzedie nu gemaakt wordt, zal bepalend zijn voor het herstel van vertrouwen bij investeerders. Datvertrouwen is nodig om de gas- en oliesector daadwerkelijk te ontwikkelen, met als mogelijkgevolg economische groei en structurele welvaart voor het volk. Suriname staat internationaal bekend om goed georganiseerde en incidentvrije verkiezingen. Totnu toe verliepen deze steeds ordelijk en respectvol. Helaas is dat dit keer mindervanzelfsprekend. In het veld merken we dat politieke campagnes niet altijd in goede harmonieverlopen. Propagandisten worden uitgejouwd, soms zelfs onrespectvol bejegend. De opkomst van sociale media vergroot deze spanningen. Beelden van deze incidenten gaanrazendsnel de wereld over en tonen het buitenland een beeld van verdeeldheid en disrespect. Enprecies dat buitenland is waar we nu investeerders vandaan willen halen. Investeerders die nodigzijn om onze gas- en oliesector te ontwikkelen. Negatieve beelden kunnen leiden totterughoudendheid, en dat werkt ons direct tegen. We zijn een land met iets meer dan 600.000 inwoners. Het heeft geen enkele zin om vijandigtegenover elkaar te staan. Vandaag schelden we elkaar uit op straat en jagen wevertegenwoordigers van andere politieke partijen weg — en morgen werken diezelfde partijensamen in coalities. Uiteindelijk zullen we het land sámen moeten opbouwen. De enige inheemse bevolking in Suriname zijn de oorspronkelijke bewoners. Alle anderen zijnooit naar dit land gekomen op zoek naar een betere toekomst. Laten we daarom beseffen dat wegezamenlijk verantwoordelijk zijn voor onze toekomst, ongeacht afkomst, religie of politiekevoorkeur. Suriname is rijk aan natuurlijke hulpbronnen. Als we leren om samen te werken, elkaar metrespect te behandelen en voorbij etnische of religieuze verschillen te kijken, dan kunnen weallemaal profiteren van de welvaart die in het verschiet ligt. We zien nu al dat mensen uit onderandere Cuba, Brazilië en Venezuela naar Suriname komen in de hoop op een beter bestaan. Dat isveelzeggend. Laten we die hoop ook voor onszelf realiseren. Laten we kiezen voor respect, samenwerking envooruitgang. Surinamers eerst, dan de rest. Jacot, Patrick

In het eerste kwartaal van 2025 waren Panama en Nederland de grootste importeurs van ruweolie uit Guyana. Beide landen ontvingen elk 14 ladingen van gemiddeld één miljoen vaten, zoblijkt uit scheepvaartgegevens van de Maritime Administration Department (MARAD) entrackingdiensten zoals MarineTraffic, VesselFinder en Maritime Optima. Tussen januari en maart 2025 werden in totaal 54 ruwe-olieliften geregistreerd vanaf driedrijvende productie-, opslag- en losschepen (FPSO’s) die opereren in het offshore Stabroek-blok.Deze FPSO’s worden geëxploiteerd door het Amerikaanse energiebedrijf ExxonMobil. In januari vonden 20 liften plaats, gevolgd door 16 in februari en 18 in maart. Gedurende dieperiode steeg de olieproductie van Guyana van gemiddeld 620.000 vaten per dag in januari naar648.000 vaten per dag in februari, aldus officiële overheidsgegevens. Opvallend is dat Europese landen in het eerste kwartaal van dit jaar samen goed waren voor 29van de 54 verschepingen – oftewel 54% van de totale export. Daarmee bevestigt Europa zijnpositie als grootste afnemer van Guyanese olie, een verschuiving die werd ingezet na de sanctiesop Russische olie in 2022. Uit cijfers van de London Stock Exchange Group blijkt dat Europa in 2023 al 62% van Guyana’solie afnam; in 2024 liep dat cijfer op tot 66%. Ook in 2025 lijkt deze trend zich voort te zetten,met Italië, Spanje, Nederland en Turkije als prominente afnemers. Hoewel de meeste tankers één lading vervoerden, voerden drie schepen – de Red Nova, CobaltNova en Blue Nova – dubbele liften uit. Deze schepen namen elk twee afzonderlijke ladingen opvan verschillende FPSO’s. De Red Nova en Blue Nova leverden hun dubbele ladingen af inNederland, terwijl de Cobalt Nova haar vracht richting Panama bracht. Alle ruwe olie die Guyana momenteel produceert, komt uit het Stabroek-blok – een gigantischoffshore olieveld ten noorden van het land. ExxonMobil bezit een belang van 45% in het project,met de overige aandelen verdeeld over Hess (30%) en het Chinese staatsbedrijf CNOOC (25%).De FPSO’s in dit blok zijn gebouwd en worden beheerd door het Nederlandse bedrijf SBMOffshore. Met de snelgroeiende productiecapaciteit en de verschuivende wereldwijde energiestromen blijftGuyana zich ontwikkelen tot een belangrijke speler op de wereldwijde oliemarkt.

De Spoedeisende Hulp (SEH) van het Academisch Ziekenhuis Paramaribo (AZP) is momenteelniet in staat om op volle capaciteit te opereren. De directie van het ziekenhuis doet daarom eendringend beroep op de samenleving om zich alleen naar de SEH te begeven in geval van een échtspoedgeval. De SEH kampt al geruime tijd met beperkte operationele capaciteit vanwege de aanhoudendeverbouwingen. Tot overmaat van ramp heeft een technische storing op het klinisch chemischlaboratorium de situatie verder verslechterd. Dit leidt tot langere wachttijden en vertragingen inde dienstverlening, wat de zorg voor patiënten in urgente situaties onder druk zet. Om te voorkomen dat de SEH overbelast raakt en om de zorg voor levensbedreigende gevallen tewaarborgen, vraagt het AZP aan burgers om, wanneer mogelijk, gebruik te maken vanalternatieve spoedzorgvoorzieningen. Mensen met minder ernstige klachten kunnen zich wendentot de Huisartsenspoedpost van het Sint Vincentius Ziekenhuis of de spoedpost van hetZorghotel. De SEH van het AZP blijft exclusief beschikbaar voor levensbedreigende situaties, zoalshartaanvallen, beroertes, ernstige ongevallen of andere acute aandoeningen die niet eldersbehandeld kunnen worden. Ondanks de huidige beperkingen benadrukt het ziekenhuis dat het zorgpersoneel zich maximaalinspant om verantwoorde en hoogwaardige spoedzorg te blijven bieden aan patiënten die hethardst behoefte hebben aan medische hulp. Het ziekenhuis blijft zich inzetten om de situatie zosnel mogelijk te verbeteren en de volledige capaciteit van de SEH te herstellen.

De Surinaamse regering heeft vrijdag 16 Toyota Probox voertuigen overgedragen aan het Korps Politie Suriname, terwijl acht Isuzu D-Max pick-ups werden toegewezen aan districtscommissarissen. Deze levering maakt deel uit van de eerste fase van een grotere aankoop van meer dan 100 voertuigen, met een totale waarde van US$ 2,7 miljoen. Daarnaast heeft het ministerie van Openbare Werken (OW) 10 heavy-duty tractoren met maaiers van het merk John Deere ontvangen. Deze machines, bestemd voor OW, zijn onderdeel van een investering van meer dan US$ 2 miljoen. Er is nog meer zwaar materieel onderweg, waaronder 10 graafmachines en graders, die binnenkort in Suriname zullen arriveren. President Chan Santokhi leidde de ceremoniële overdracht, waarbij hij benadrukte dat dit slechts het begin is van een grotere logistieke operatie om de dienstverlening van de politie en andere overheidsdiensten te verbeteren. De voertuigen zijn geleverd door verschillende lokale autohandelaren, waaronder Fernandes Autohandel, MN Car Center, Ravish Transport, Mobi Chen, Moral Imports, en Warsha NV. De politie heeft eerder al een aanzienlijk aantal Proboxen en pick-ups ontvangen. Dit keer waren de districtscommissarissen aan de beurt, met 20 voertuigen in totaal, waarvan de eerste acht zijn toegewezen aan de districtscommissarissen met de meeste dringende behoefte. De tweede fase van de aankopen is al in gang gezet. Naast de voertuigen zijn ook fietsen en bromfietsen aangeschaft, met een budget van ruim US$ 3 miljoen. OW is momenteel bezig met verdere aankopen ter waarde van US$ 2 miljoen, waaronder de eerder genoemde graafmachines en graders. Minister Riad Nurmohamed van OW benadrukte het belang van goed onderhoud voor de nieuwe machines. “We hebben een systeem ontwikkeld waarbij onderhoudswerkzaamheden zijn uitbesteed aan externe bedrijven, zodat reparaties snel en efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Dit zorgt voor continuïteit en voorkomt dat machines onnodig lang stilstaan,” aldus Nurmohamed. Met deze investeringen hoopt de regering de operationele capaciteit van zowel de politie als het ministerie van Openbare Werken te versterken, waardoor de dienstverlening aan de burgers kan worden verbeterd.

Het Nationale Reparatie Platform en het Marron Platform Suriname hebben hun Actieprogramma voor Herstelbetalingen van Surinaamse Slavenhandel en Slavernij officieel voorgesteld. Dit uitgebreide document dient als fundament voor een gestructureerd voorstel aan de Nederlandse regering, waarin wordt gepleit voor compensatie voor de materiële en immateriële schade die Suriname heeft geleden als gevolg van het Nederlandse slavernijverleden. Het actieprogramma wordt maandag overhandigd aan de Nederlandse ambassade in Paramaribo. Het actieprogramma is gebaseerd op recente internationale analyses, waaronder het invloedrijke Brattle-rapport uit 2023, dat de totale wereldwijde schade door slavernij schat op meer dan US$ 130.000 miljard. Voor Suriname wordt de schade, met een rentevoet van 2,5%, berekend op US$ 2.780 miljard. Met een diplomatiek bepleite korting van 40% komt de realistische netto claim uit op US$ 1.668 miljard. Individuele en collectieve compensatie Ongeveer 2% van het nettobedrag is gereserveerd voor directe compensatie aan circa 600.000 nakomelingen van tot slaaf gemaakten en inheemse volkeren, wat neerkomt op US$ 50.000 per persoon. De resterende 98% zal worden ondergebracht in een Nationaal Herstelfonds, dat gedurende 50 jaar jaarlijks ruim US$ 32 miljard zal investeren in structurele ontwikkeling. Dit omvat onderwijs, gezondheidszorg, economische versterking, infrastructuur, klimaatreparatie en landrechten. Herstel als investering in de toekomst Het actieprogramma ziet herstelbetalingen niet als liefdadigheid, maar als noodzakelijke rechtvaardiging voor historisch onrecht. De voorgestelde maatregelen zijn gericht op structurele versterking van de nationale ontwikkeling. Het Nationaal Herstelfonds zal worden beheerd door een Herstelraad, bestaande uit vertegenwoordigers van nakomelingengemeenschappen, de overheid, experts en internationale partners. Transparantie, jaarlijkse audits en publieke verantwoording vormen de basis van het beheermodel. Strategische aanpak: diplomatiek, juridisch en bestuurlijk De strategie bestaat uit drie pijlers: een diplomatieke benadering in samenwerking met Caricom en internationale partners; juridische voorbereiding via mensenrechtenkaders; en de versterking van nationale uitvoeringsstructuren, waaronder de oprichting van een Herstelautoriteit en een Nazatenregister. De initiatiefnemers roepen alle politieke partijen, maatschappelijke organisaties, diaspora-instellingen en burgers in Suriname en daarbuiten op om zich achter dit programma te scharen. De cijfers zijn duidelijk, de strategie is haalbaar, en de urgentie is groot. Het is tijd voor gezamenlijk leiderschap en concrete stappen richting herstel, benadrukken de organisaties.