De Surinaamse overheid heeft het hoger beroep ingetrokken in de aanbestedingszaak rond het infrastructuurproject aan de Van ’t Hogerhuysstraat. Hiermee is het eerdere vonnis van de rechter, waarin de gunning aan Kuldipsingh Infra N.V. werd teruggedraaid, definitief geworden. Dat bevestigt Farsi Khudabaks, directeur van Baitali NV, aan Starnieuws.
Het project, met een waarde van 23 miljoen Amerikaanse dollar en gefinancierd door de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB), werd aanvankelijk gegund aan Kuldipsingh Infra. Baitali NV, die de laagste inschrijving had gedaan, tekende bezwaar aan na afwijzing van haar aanbod. De kantonrechter stelde Baitali in het gelijk en schorste de uitvoering van het project.
Rechter verwerpt alle verweerpunten
In het vonnis werden alle zes verweerpunten van het ministerie van Openbare Werken verworpen. De rechter oordeelde dat Baitali NV onterecht niet als geldige inschrijver was aangemerkt. Het ministerie werd verplicht om:
- De afwijzingsbrief aan Baitali in te trekken
- Het besluit op het bezwaarschrift van Baitali te herroepen
- De gunning aan Kuldipsingh Infra N.V. in te trekken
- De aanbestedingsprocedure opnieuw uit te voeren, waarbij ook Baitali’s inschrijving op juiste wijze moet worden meegenomen
Met de intrekking van het hoger beroep heeft het vonnis nu het zogenoemde gezag van gewijsde gekregen en zal het moeten worden uitgevoerd.
Politieke en bestuurlijke achtergrond
De beslissing om het beroep in te trekken werd genomen door waarnemend minister van Openbare Werken, André Misiekaba. Hij gaf opdracht aan de advocaat van de Staat om het beroep officieel in te trekken. Het hoger beroep was kort voor zijn vertrek nog ingesteld door toenmalig minister Riad Nurmohamed.
De huidige minister van Openbare Werken, Stephen Tsang, heeft inmiddels overleg gevoerd met de betrokken partijen, waaronder de IDB. Hij laat weten tijdens een persconferentie verdere uitleg te zullen geven over het besluit, maar wilde vooralsnog niet inhoudelijk reageren.