De strafzaak rond het failliete reisbureau Comfort Travel Services is onlangs behandeld door de
kantonrechter. Centraal in deze zaak staat de verdenking van grootschalige oplichting van
tientallen klanten, die betaalden voor reizen die nooit zijn uitgevoerd.
Twee voormalige partners, S.M. en J.M., stonden terecht. Tijdens de zitting hield de officier van
justitie het requisitoir. Voor hoofdverdachte S.M. werd een onvoorwaardelijke gevangenisstraf
van drie jaar geëist, met aftrek van het voorarrest. Daarnaast eist het Openbaar Ministerie dat zij
binnen twaalf maanden het volledige benadeelde bedrag terugbetaalt aan de slachtoffers. Als zij
hierin tekortschiet, volgt een vervangende hechtenis van zes maanden.
Voor medeverdachte J.M. pakte het verloop van de zaak anders uit. De officier van justitie stelde
dat zijn betrokkenheid niet wettig en overtuigend kon worden bewezen en vroeg om vrijspraak.
De raadsvrouw van J.M. sloot zich daarbij aan. De kantonrechter nam dit over en sprak J.M. nog
tijdens dezelfde zitting vrij. Daarmee is het strafrechtelijk onderzoek tegen hem beëindigd.
De zaak tegen S.M. is nog niet afgerond. Haar verdediging zal tijdens de volgende zitting, die
morgen plaatsvindt, het pleidooi houden. In het vooronderzoek zijn zes getuigen gehoord over de
vermeende frauduleuze handelingen en het financiële tekort dat binnen het reisbureau is
ontstaan.
Volgens het Openbaar Ministerie is sprake van ernstig misbruik van vertrouwen. Klanten
rekenden op een zorgeloze vakantie, maar kwamen bedrogen uit. De uitspraak in deze zaak
wordt als richtinggevend beschouwd voor de afhandeling van vergelijkbare fraudezaken binnen
de reisbranche.