Een recent gerestaureerde fontein op het Vaillantsplein in Paramaribo is onderwerp van discussie
geworden tussen overheidsinstanties. Wat begon als een samenwerking tussen het ministerie van
Openbare Werken (OW) en het bedrijf Yogh Hospitality, is uitgegroeid tot een kwestie van
erfgoedbescherming en protocol.
In een persbericht van 3 april liet de Communicatie Dienst Suriname (CDS) weten dat het
Vaillantsplein een flinke opknapbeurt heeft gekregen dankzij een publiek-private samenwerking.
Onderdeel van dit project was het herstel van de fontein, uitgevoerd met de hulp van
buitenlandse specialisten. Daarbij werd aangekondigd dat het gerenoveerde waterwerk voortaan
de naam “Yogh Fontein” zou dragen, waarbij Yogh Hospitality ook het onderhoud voor haar
rekening zou nemen.
Twaalf dagen later volgde echter een scherpe reactie van het ministerie van Onderwijs,
Wetenschap en Cultuur (MINOWC). In een verklaring liet het ministerie weten niet akkoord te
gaan met de nieuwe naamgeving van de fontein. Volgens MINOWC is deze hernoeming
uitgevoerd zonder voorafgaand overleg of formele goedkeuring, wat in strijd is met de regels
omtrent nationaal erfgoed.
De fontein maakt immers deel uit van het Statenmonument — ook bekend als het Monument
voor het Koloniale Parlement — dat sinds de onthulling in 1966 geldt als een belangrijk
historisch symbool. Het monument, ontworpen door Stuart Robles de Medina, eert de oprichting
van de Koloniale Staten en staat symbool voor de saamhorigheid en verworven rechten van het
Surinaamse volk.
Het ministerie benadrukt dat de naamgeving van onderdelen van nationaal erfgoed enkel kan
plaatsvinden via een ministeriële beschikking, waarbij goedkeuring vereist is van het MINOWC.
Omdat dit in dit geval niet is gebeurd, wordt de naam “Yogh Fontein” als ongeldig beschouwd.
Hoewel het ministerie de bijdrage van Yogh Hospitality aan het herstel erkent, stelt het voor om
deze waardering op een andere manier tot uiting te brengen, bijvoorbeeld door een
informatiebord op het plein te plaatsen dat de rol van het bedrijf vermeldt.
Tot besluit herhaalt MINOWC het belang van zorgvuldige omgang met cultureel erfgoed en
roept op tot meer samenwerking tussen betrokken instanties bij toekomstige projecten van deze
aard.