Een tiendaagse missie van de Verenigde Naties (VN) in Suriname heeft geconcludeerd dat er dringend meer concrete maatregelen nodig zijn om de levensomstandigheden van mensen van Afrikaanse afkomst in het land te verbeteren. De missie, die tot dinsdag in Suriname was, heeft achterstanden geïdentificeerd in onderwijs, huisvesting, werkgelegenheid en gezondheidszorg. De voorlopige bevindingen en aanbevelingen werden dinsdag gepresenteerd tijdens een persconferentie in de Royal Ballroom van Torarica.
De missie had als doel informatie te verzamelen over racisme, raciale discriminatie en aanverwante vormen van intolerantie, en de mensenrechtensituatie van Afro-Surinamers te beoordelen. Een belangrijk knelpunt dat naar voren kwam, was het gebrek aan investeringen in infrastructuur in regio’s waar veel mensen van Afrikaanse afkomst wonen.
De delegatie, bestaande uit Barbara Reynolds, Miriam Ekiudoko en Isabelle Mamadou, bezocht diverse locaties, waaronder Paramaribo, Totness, Albina, Brownsweg en Onverwacht. Zij spraken met vertegenwoordigers van de overheid, nationale instellingen, de rechterlijke macht, maatschappelijke organisaties en individuen die zich inzetten voor de bestrijding van racisme en discriminatie.
Delegatieleider Reynolds benadrukte dat, ondanks de bestaande wetgeving tegen raciale discriminatie, zoals opgenomen in de Grondwet en het Wetboek van Strafrecht, er meer concrete acties nodig zijn om de levensomstandigheden van Afro-Surinamers te verbeteren.
“Een deel van onze taak is om aanbevelingen te doen aan de overheid. Vergeet niet dat overheden de lidstaten vertegenwoordigen die lid zijn van de VN”, aldus Reynolds. Suriname heeft als VN-lidstaat de werkgroep een mandaat gegeven via de Mensenrechtenraad. “De werkgroep heeft in de loop van haar 23-jarige geschiedenis ongeveer 63 landen bezocht, en al die rapporten staan online.”
Tijdens hun onderzoek ontvingen de experts veel getuigenissen over discriminatie en uitsluiting. Vrouwen, jongeren en mensenrechtenverdedigers spraken over beperkte toegang tot sociale voorzieningen, onvoldoende steun voor economische ontwikkeling en hardnekkige negatieve stereotypen.
De VN-experts uiten ook bezorgdheid over het ontbreken van gedetailleerde statistieken over raciale ongelijkheid in Suriname. Ze riepen de regering op om gegevens over etnische achtergrond en sociale ongelijkheden te verzamelen en openbaar te maken, zodat effectieve beleidsmaatregelen kunnen worden ontwikkeld.
De werkgroep drong er bij Suriname op aan om volledig te voldoen aan de verplichtingen onder het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie. Suriname is ook opgeroepen om deel te nemen aan het ‘Tweede Internationale decennium voor Mensen van Afrikaanse Afkomst (2025-2034)’, een VN-initiatief dat zich richt op het bestrijden van raciale ongelijkheid en het bevorderen van herstelrecht voor de gevolgen van slavernij en kolonialisme.
Het volledige rapport van de werkgroep zal in september 2025 worden gepresenteerd aan de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties, zo meldt de Communicatiedienst Suriname.