Politicus Bronto Somohardjo, ex-minister en lijsttrekker van Pertjajah Luhur, heeft dinsdag een officiële strafklacht ingediend bij de procureur-generaal (pg). Hij eist een strafrechtelijk onderzoek naar mogelijke valsheid in geschrifte, oplichting en overtreding van de Anti-Corruptiewet bij de verkoop van het Blauwe Meer aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS).
In augustus 2019 verkocht Panaso Vastgoed N.V., een dochtermaatschappij van DSB-Assuria Vastgoed Mij NV, vijf percelen ter grootte van circa 574.255 hectare aan de CBvS voor een bedrag van 20 miljoen Amerikaanse dollar. Dit terwijl al in 2018 gerenommeerde juristen hadden vastgesteld dat Panaso Vastgoed N.V. niet beschikkingsbevoegd was over deze gronden. De overdracht had dus niet mogen plaatsvinden, aldus Somohardjo. Desondanks werd de transactie doorgezet, onder het argument dat het essentieel was voor de redding van DSB Bank. Dit zou in strijd zijn met de Bankwet, die de CBvS verbiedt onroerend goed te kopen, tenzij dit strikt noodzakelijk is voor de uitoefening van haar taken.
Onverklaarbaar Waardeverschil
Wat de transactie nog verdachter maakt, is dat het Blauwe Meer eerder door de Staat was geruild tegen een terrein met een waarde van ongeveer 3,3 miljoen euro. Dit betekent dat het terrein later voor een veelvoud van dit bedrag – 20 miljoen Amerikaanse dollar – werd verkocht aan de CBvS, een verschil dat moeilijk te rechtvaardigen valt. Volgens Somohardjo wijst dit sterk in de richting van corruptie en witteboordencriminaliteit.
Nog Meer Corruptiezaken
Naast deze zaak werkt Somohardjo aan een ander onderzoek dat volgens hem Suriname op zijn grondvesten zal doen schudden. Hij beweert dat via dadingsovereenkomsten de Staat en de CBvS voor miljoenen dollars zijn opgelicht. Hierbij zouden vooraanstaande personen en zelfs een bekend advocatenkantoor betrokken zijn. Hij kondigt aan dat hierover binnenkort eveneens een strafklacht zal worden ingediend.
Somohardjo benadrukt dat zijn strijd tegen corruptie verder gaat dan alleen het aanpakken van ‘sriba’s’ (kleine criminelen) en dat ook ‘pataka’s’ (de machtigen en rijken) niet mogen worden ontzien. “Halal politiek is niet alleen een visie, maar een morele verplichting om een zuiver pad te bewandelen, vrij van corruptie en machtsmisbruik,” stelt hij.
Hij roept de procureur-generaal op om zijn ingediende stukken zorgvuldig te onderzoeken en indien nodig juridische stappen te ondernemen. “Een maatschappij wordt onhoudbaar als personen ongestraft schade kunnen berokkenen en daar financieel beter van worden. Corruptiebestrijding moet keihard en onpartijdig gebeuren,” aldus Somohardjo.